Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 FEBRUARI 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het Statuut van het Rijkspersoneel.



Inhoudstafel:


Art. 1-21



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het Statuut van het Rijkspersoneel, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1, 1°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 maart 1977 en 11 juni 1986, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "1° het Algemeen Secretariaat, samengesteld uit het kabinet van de Secretaris-generaal, de Algemene Diensten, de Studie- en documentatiedienst en de Rechtskundige Dienst;";
  2° in § 1, 4°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 1978, worden de woorden "samengesteld uit" vervangen door de woorden "samengesteld uit het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen, de Administratie van fiscale zaken,";
  3° § 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 november 1978, 16 januari l985 en 21 maart 1986, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 3. De Algemene Administratie van de belastingen en de administraties waaruit deze is samengesteld worden voor de toepassing van dit besluit "fiscale administraties" genoemd. "

Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 1978, wordt aangevuld met de volgende woorden : "en/of het(de) besluit(en) houdende de verdeling van de personeelsformatie. " ;
  2° in § 2 wordt het 5e lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 maart 1995, vervangen door de volgende bepalingen :
  "De Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen neemt de algemene directie van de Administratie van fiscale zaken op zich. In deze functie is het tweede lid op hem van toepassing.
  Hij staat de Administrateur-generaal van de belastingen bij in de uitoefening van al zijn opdrachten. Hij vervangt hem bij afwezigheid of verhindering.
  Hij voert de bijzondere opdrachten uit die hem worden toevertrouwd door de Minister van Financiën of door de Administrateur-generaal van de belastingen.
  Hij waakt over de coördinatie inzake de strijd tegen de fiscale fraude.
  In het raam van deze opdracht :
  1° zit hij het vast comité voor de strijd tegen de fiscale fraude voor;
  2° coördineert hij de werkmethoden, de strategieën en de acties van de fiscale administraties;
  3° coördineert hij de vestiging en de invordering van de belastingen op het vlak van de internationale samenwerking;
  4° gaat hij over tot alle hoorzittingen en raadplegingen, inzonderheid van het personeel en van hun representatieve syndicale organisaties, die hij nodig acht;
  5° is hij belast met de interne en externe communicatie. "

Art.3. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 november 1978 en 11 juni 1986, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "De Directieraad van het Ministerie van Financiën bestaat uit de Secretaris-generaal, voorzitter, de Administrateur-generaal van de belastingen, de Administrateur-generaal der thesaurie, de Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen en de directeurs-generaal van de Algemene Diensten, van de Studie- en documentatiedienst en van de administraties bedoeld in artikel 1, § 1, 3° tot 5°. " ;
  2° het derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 1983, wordt opgeheven.

Art.4. Het opschrift van hoofdstuk IV van de titel I. van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 1974 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juni 1986, wordt vervangen door het volgende opschrift : "Hoofdstuk IV. - Directiecomité van de fiscale administraties - Administratie van fiscale zaken - Het vast comité voor de strijd tegen de fiscale fraude - Directiecomité van de Schatkist. "

Art.5. In artikel 7bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 1974, in § 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 november 1978 en 11 juni 1986, worden de woorden "de Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen" ingevoegd tussen de woorden "de Administrateur-generaal van de belastingen," en de woorden "de directeurs-generaal".

Art.6. Artikel 7ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 1974 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 november 1978 en 21 maart 1986, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 7ter. De Administratie van fiscale zaken is belast met de voorafgaandelijke studies, de voorbereiding van de wetgeving en de internationale betrekkingen wat betreft alle belastingen en de fiscale procedure.
  In dit raam wordt zij belast met :
  1° de prospectieve studies van de fiscaliteit in het raam van de richtlijnen van de Minister van Financiën;
  2° de studie, samen met de Studie- en documentatiedienst van het Algemeen Secretariaat, van de invloed der fiscaliteit op de algemene economie en in sommige bepaalde economische sectoren;
  3° de studie van de sociale aspecten van de fiscaliteit;
  4° de harmonisatie van de fiscale stelsels op nationaal en internationaal vlak;
  5° de coördinatie van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake fiscaliteit en van de algemene toepassingsmaatregelen;
  6° het bijstaan van de Minister en van de fiscale administraties in de externe contacten op het fiscaal vlak, onder meer in het raam van de parlementaire werkzaamheden, de betrekkingen met de sociale partners en de beroepsorganisaties en, meer algemeen, in alle publieke relatie.
  De Minister van Financiën mag, voor de periode door hem bepaald, bepaalde belastingen aan de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid onttrekken. "

Art.7. Artikel 7quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 1978, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 7quater. De leden van het Directiecomité leggen aan de Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen de aangelegenheden voor die naar hun oordeel moeten worden behandeld door de Administratie van fiscale zaken. "

Art.8. In hetzelfde besluit wordt een artikel 7quater/2, een artikel 7quater/3 en een artikel 7quater/4 ingevoegd, luidend als volgt :
  "Art. 7quater/2. Een vast comité voor de strijd tegen de fiscale fraude wordt belast :
  a) met de identificatie en de analyse van de gebruikte fraudemechanismen;
  b) met het voorstellen aan het College van dienstchefs van de Algemene Administratie van de belastingen, van maatregelen die moeten leiden tot de ontmanteling van deze mechanismen;
  c) met het waken over de uitvoering van de beslissingen van dat College, door de activiteiten van de fiscale administraties te coördineren.
  Het comité kan, naarmate de behoeften zich voordoen, werkgroepen oprichten om specifieke taken te vervullen.
  Art. 7quater/3. Het vast comité voor de strijd tegen de fiscale fraude is samengesteld uit de Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen die dat comité voorzit, en uit ambtenaren van de diverse fiscale administraties. Die ambtenaren worden permanent ter beschikking gesteld van de Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen voor de duur van hun opdracht bij het comité voor de strijd tegen de fiscale fraude.
  Art. 7quater/4. Het vast comité voor de strijd tegen de fiscale fraude vergadert, na oproeping door de Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen, op de eerste woensdag van ieder trimester of vaker indien de toestand dit vereist. De oproeping tot deze vergaderingen en de agenda's worden toegezonden aan de leden. Een afschrift ervan wordt eveneens toegezonden aan de Administrateur-generaal van de belastingen en aan de directeurs-generaal van de fiscale administraties. Op vraag van de Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen wonen deze directeurs-generaal de vergaderingen bij na uitnodiging van de Administrateur-generaal van de belastingen.
  Van de vergaderingen van het vast comité voor de strijd tegen de fiscale fraude worden notulen opgesteld die binnen de vijftien dagen na de vergadering worden toegezonden aan de Minister van Financiën, de Secretaris-generaal, de Administrateur-generaal van de belastingen, de directeurs-generaal van de fiscale administraties en de leden van het comité. "

Art.9. In artikel 7sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het 2e lid wordt aangevuld met de woorden "evenals al hun activiteiten.";
  2° het 3e lid wordt aangevuld met de volgende bepaling :
  "Alle activiteiten van de fiscale administraties kunnen door de cel onderzocht worden met het oog op het verhogen van de doeltreffendheid en de produktiviteit.";
  3° het artikel wordt aangevuld met een 5e lid, luidend als volgt :
  "De cel heeft bovendien een taak van interne fraudepreventie en van voorkoming van elke functiestoornis."

Art.10. Artikel 7octies, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 26 september 1991 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 april 1993, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  "Art. 7octies. De cel is samengesteld uit zes leden, aangeduid door de Minister van Financiën, op voordracht van de Directieraad, onder de ambtenaren van de administraties, het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen uitgezonderd, waaruit de Algemene Administratie van de belastingen is samengesteld, met de bedoeling dat ze er de functie van auditraadgever uitoefenen. Gedurende hun aanstelling dragen ze de titel van hun functie.
  Om aangeduid te worden, moeten de in het eerste lid bedoelde ambtenaren, titularis zijn van een graad van ten minste rang 11 en beantwoorden aan de selectienormen vastgesteld door de Minister van Financiën op voorstel van de Directieraad.
  De in het eerste lid bedoelde samenstelling geldt voor een termijn van vijf jaar en is hernieuwbaar. Op voorstel van de Directieraad kan aan de eerste aanstelling van een ambtenaar evenwel een einde gemaakt worden na een ambtstermijn van achttien maanden.
  Verder bepaalt de Minister de gespecialiseerde opleiding die deze ambtenaren moeten volgen. Deze opleiding betreft inzonderheid beheers- en organisatietechnieken in de openbare diensten.
  De in dit artikel bedoelde ambtenaren behouden hun rechten op bevordering in graad bij hun administratie van herkomst. Zodra zij er benoemd worden in een betrekking van auditeur-generaal of gewestelijk directeur wordt aan hun aanstelling een einde gemaakt."

Art.11. Artikel 8, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 25 juli 1974, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 3. De ambtenaren benoemd in het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen of in de Administratie van fiscale zaken mogen vervangen worden in hun administratie van oorsprong. Zij behouden er hun aanspraken op bevordering in graad. Voor de toepassing van de reglementaire bepalingen inzake bevorderingen, tewerkstellingen en overplaatsingen wordt er geen rekening gehouden met de benoemingen die ze hebben bekomen in het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen, in de Administratie van fiscale zaken en/of de Dienst van de fiscale coördinatie. Zij nemen deel aan de benoemingsbewegingen rekening houdend met de graad waarmee zij zouden bekleed geweest zijn bij ontstentenis van benoeming in het kabinet en in voornoemde administratie en/of de Dienst van de fiscale coördinatie."

Art.12. Artikel 20, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 juli 1974, 15 maart 1977 en 11 juni 1986, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "De Algemene Diensten stellen ter beschikking van het kabinet van de Secretaris-generaal, van de Studie- en documentatiedienst en van de Rechtskundige Dienst, het personeel van de niveaus 1, 2+, 2, 3 en 4 dat zij nodig hebben. "

Art.13. In artikel 21 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1°
  § 1, eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 november 1978 en 21 maart 1986, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Onverminderd de bepalingen van de artikelen 25/2 en 25ter, wordt in elke fiscale administratie het administratief personeel van de centrale diensten aangeworven onder de ambtenaren van de buitendiensten.";
  2° in § 2, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 maart 1986 worden de woorden "en de specifieke bepalingen voorzien in bijlage 1 betreffende de Dienst van de fiscale coördinatie," opgeheven.

Art.14. In titel II, hoofdstuk I van hetzelfde besluit, wordt er een afdeling 5bis ingevoegd getiteld "Afdeling 5bis - Bepalingen eigen aan de Algemene Administratie van de belastingen en aan de Administratie van fiscale zaken" en een artikel 25/2 luidend als volgt :
  "Art. 25/2. § 1. De betrekkingen van een lagere rang dan rang 14, opgenomen in de personeelsformatie van de Administratie van fiscale zaken en van het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen, worden bezet door ambtenaren die door de centrale diensten van de andere fiscale administraties te hunner beschikking worden gesteld.
  De tewerkstelling in deze betrekkingen wordt beslist door het college van dienstchefs van de Algemene Administratie van de belastingen, 1° op gezamenlijk voorstel van de Administrateur-generaal van de belastingen en van de Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen na advies van de directeurs-generaal van de betrokken administraties voor wat betreft de Administratie van fiscale zaken;
  2° op voorstel van de Administrateur-generaal van de belastingen na advies van de directeurs-generaal van de betrokken administraties voor wat betreft het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen.
  Dit college stelt de verhoudingen vast volgens welke de ambtenaren van de centrale diensten van de fiscale administraties mogen tewerkgesteld worden in de betrekkingen van elke rang.
  § 2. De ambtenaren terbeschikkinggesteld van de Administratie van fiscale zaken en van het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen mogen vervangen worden in hun administratie van oorsprong. Ze behouden er hun rechten op verhoging in graad.
  § 3. Wanneer in de administratie van oorsprong maatregelen worden gepland die het personeel betreffen dat ter beschikking gesteld werd van de Administratie van fiscale zaken, wint de bevoegde directeur-generaal voor elke beslissing het advies in van de Adjunct-Administrateur-generaal van de belastingen; in geval van onenigheid wordt de behoorlijk gemotiveerde beslissing genomen door de Administrateur-generaal van de belastingen."

Art.15. In artikel 25ter van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 14 november 1978, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, eerste lid en § 2, worden de woorden "en van het secretariaat van de Administrateur-generaal van de belastingen" geschrapt;
  2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "het Directiecomité van de fiscale administraties" vervangen door de woorden "het college van dienstchefs van de Algemene Administratie van de belastingen";
  3° in § 1, derde lid, worden de woorden "Dit Comité" vervangen door de woorden "Dit College".

Art.16. In bijlage I van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 april 1993, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° onder de graad van auditeur-generaal, in kolom 2, a) worden het opschrift van de rubriek "Dienst van de fiscale coördinatie" en de E vervangen door het volgende opschrift en de volgende bepalingen :
  "Administratie van fiscale zaken :
  E. Benevens aan de ambtenaren van de administratie zelf, kunnen de betrekkingen van auditeur-generaal en van eerste auditeur ook worden toegekend, binnen de verhoudingen vastgesteld voor iedere graad door het College van dienstchefs van de Algemene Administratie van de belastingen, aan de ambtenaren van de centrale diensten van de fiscale administraties, die over de beroepskwalificaties beschikken vereist voor de uitvoering van het studie- en conceptiewerk inzake nationale en internationale fiscale wetgeving, en die hetzij titularis zijn van de overeenstemmende graad, hetzij voldoen aan de benoemingsvoorwaarden tot die graad gesteld in kolom 1.";
  b) wordt de rubriek "Administratie der directe belastingen" opgeheven.
  2° onder de graad van eerste auditeur, in kolom 2,
  a) wordt het opschrift van de rubriek "Dienst van de fiscale coördinatie" vervangen door het volgende opschrift : "Administratie van fiscale zaken";
  b) wordt de rubriek "Administratie der directe belastingen" opgeheven.
  3° onder de graad van auditeur, in kolom 2,
  a) wordt de rubriek "Dienst van de fiscale coördinatie" opgeheven;
  b) wordt de rubriek "Administratie der directe belastingen" opgeheven.
  4° onder de graad van adjunct-auditeur
  a) in kolom 1 en kolom 2, wordt het opschrift van de rubriek "Fiscale administraties met uitzondering van de Dienst van de fiscale coördinatie :" vervangen door het volgend opschrift : "Fiscale administraties :";
  b) in kolom 2, wordt de rubriek "Administratie der directe belastingen" opgeheven;
  c) in kolom 1 en kolom 2. wordt de rubriek "Dienst van de fiscale coördinatie" opgeheven.
  5° onder de graad van bestuurssecretaris,
  a) in kolom 1, wordt het opschrift van de rubriek "Fiscale administraties, met uitzondering van de Dienst van de fiscale coördinatie : ", ingevoegd door het koninklijk besluit van 16 januari 1985, vervangen door het volgende opschrift : "Fiscale administraties : ";
  b) in kolom 1 en kolom 2, wordt de rubriek "Dienst van de fiscale coördinatie", ingevoegd door het koninklijk besluit van 16 januari 1985, opgeheven.

Art.17. De ambtenaren op 1 juli 1995 tewerkgesteld bij de Dienst van de fiscale coördinatie en bij het secretariaat van de Administrateur-generaal van de belastingen oefenen verder hun functies uit bij respectievelijk de Administratie van fiscale zaken en bij het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen.
  Ze bevinden er zich ten opzichte van deze administratie en kabinet, in voorkomend geval in afwijking op artikel 25/2 van voornoemd koninklijk besluit van 29 oktober 1971, ingevoegd bij dit besluit, in dezelfde administratieve toestand als deze die ze hadden bij de Dienst van de fiscale coördinatie of bij het secretariaat van de Administrateur-generaal van de belastingen, inzonderheid op het vlak van de benoeming in hun graad en hun betrekking of van de detachering of van de terbeschikkingstelling.

Art.18. De artikelen 23 en 24 van voornoemd koninklijk besluit van 29 oktober 1971 zijn mutatis mutandis van toepassing op de ambtenaren die gedetacheerd werden uit de buitendiensten en benoemd werden in een betrekking van de personeelsformatie van de Dienst van de fiscale coördinatie.

Art.19. De ambtenaren van de centrale diensten van de fiscale administraties die, op datum van dit besluit, hun functies uitoefenen in de diensten belast met de wetgeving en de internationale betrekkingen of die, op deze datum, beschikken over de beroepskwalificaties vereist voor de uitvoering van studie- en conceptiewerk in deze aangelegenheden, en die de Minister van Financiën aanwijst, op voorstel van de Directieraad, worden overgeplaatst in hun graad, naar gelang van het geval, naar de Administratie van fiscale zaken of terbeschikking gesteld van deze.
  De ambtenaren bedoeld in het vorig lid behouden hun rechten op verhoging in graad in hun administratie van oorsprong, overeenkomstig artikel 8, § 3 of artikel 25/2, § 2, naar gelang van het geval.

Art.20. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996, met uitzondering van artikel 3, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 1992.

Art. 21. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 13 februari 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Financiën,
  Ph. MAYSTADT