30 JANUARI 1996. - Wet tot wijziging van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs en van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs en van artikel 186 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.
Art. 1-13
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in Titel I van Boek VII van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten en van artikel 163 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, bemiddelaars en beleggingsadviseurs.
Art. 14-16
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs en van artikel 186 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 2, § 4, van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, worden, in fine, de volgende woorden toegevoegd :
" of op een vennootschap voor makelarij in financiële instrumenten bedoeld in boek II, titel II van deze wet, die optreedt als makelaar of als bemiddelaar. "
Art.3. In artikel 20 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° Paragraaf 1 wordt aangevuld met het volgende lid :
" Het directiecomité kan ter plaatse inspecties verrichten en ter plaatse kennis nemen en een kopie maken van elk gegeven in bezit van een lid van de markten om na te gaan of de wettelijke en reglementaire bepalingen waarop het directiecomité moet toezien, zijn nageleefd en of de hem overgemaakte inlichtingen juist en waarheidsgetrouw zijn. ".
2° In paragraaf 2 worden tussen het woord " kan " en de woorden " bevelen dat een einde wordt gemaakt " de woorden " aan om het even wie " ingevoegd.
3° Paragraaf 2 wordt aangevuld met de volgende leden :
" Indien er aanwijzingen bestaan van een inbreuk bedoeld in artikel 148, §§ 1, 2 en 3 van de voornoemde wet van 6 april 1995, alsook om toezicht te houden over de controle op de toepassing van het boek V van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten en van de bepalingen van hoofdstuk I van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, kan het directiecomité van de bemiddelaars bedoeld in artikel 2 van deze wet, en van hun opdrachtgevers, eisen dat zij hem elke inlichting verstrekken die het noodzakelijk acht voor de uitvoering van zijn opdracht. De personen die achtereenvolgens optreden bij het geven van opdrachten of bij de uitvoering van de verrichtingen in kwestie, en hun opdrachtgevers, zijn door eenzelfde verplichting verbonden. De mededeling van de documenten en stukken geschiedt ter plaatse.
De bemiddelaars moeten de persoon, op wiens verzoek of voor wiens rekening zij optreden, vooraf ervan in kennis stellen dat hun optreden afhankelijk is van de toestemming om de identiteit van de eindbegunstigde van de transactie kenbaar te maken aan het directiecomité.
Indien de voorschriften van het vorige lid niet worden nagekomen, mag de bemiddelaar de verrichtingen niet uitvoeren. "
4° Paragraaf 3 wordt aangevuld met het volgende lid :
" Wanneer het directiecomité een schorsing of een uitsluiting uitspreekt, neemt het elke maatregel die nuttig of nodig is teneinde de vereffening van de lopende verrichtingen te waarborgen. Hij kan onder meer een voorlopig bestuurder aanstellen die de vereffening van die verrichtingen op zich neemt. "
Art.4. Artikel 186 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 186. Onverminderd de bevoegdheden van de gerechtelijke autoriteiten, zijn de Commissie voor het Bank- en Financiewezen en de marktautoriteiten, overeenkomstig de wettelijke bepalingen die hun bevoegdheden regelen, belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit boek.
De marktautoriteiten zien toe op de in artikel 185, 1°, bedoelde instrumenten, elk wat betreft de financiële instrumenten die in de door hen georganiseerde markt zijn opgenomen.
Het directiecomité van de Effectenbeursvennootschap van Brussel ziet toe op de in artikel 185, 2°, bedoelde handelingen. "
Art.5. In artikel 23 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en belegginsadviseurs worden de woorden " en in artikel 20, § 3 " vervangen door de woorden :
" in artikel 20, § 3 en in artikel 32, § 1, 1°, 3° en 6°. ".
Art.6. In artikel 24 van dezelfde wet, worden de woorden " en voor de markten opgericht of ingericht bij toepassing van de artikelen 30 tot 35 van de wet " ingevoegd tussen de woorden " effectenbeursvennootschappen " en " wordt een Commissie van beroep opgericht ".
Art.7. Artikel 25 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De Koning stelt de procedure vast die van toepassing is op de beroepen bedoeld in artikel 23, na advies van de effectenbeursvennootschap of van de marktautoriteiten bedoeld in artikel 31, die bevoegd zijn om de beslissing te nemen waartegen het beroep is gericht, en na advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen ".
Art.8. In artikel 31 van dezelfde wet wordt tussen het tweede en derde lid het volgende lid ingevoegd :
" De marktautoriteiten hebben op de door hen gereglementeerde markten dezelfde bevoegdheden als deze die krachtens de artikelen 18 en 19 van deze wet zijn toegekend aan het directiecomité van de effectenbeursvennootschap voor de door de effectenbeurs georganiseerde markten. Deze autoriteiten hebben, ten aanzien van de leden van deze markten en de beleggers die tussenkomen op deze markten, dezelfde bevoegdheden van onderzoek en bevel als deze die zijn toegekend aan het directiecomité van een effectenbeursvennootschap krachtens artikel 20, §§ 1 en 2.
De marktautoriteiten kunnen protocollen afsluiten om hun onderlinge samenwerking te regelen, welke protocollen ter goedkeuring aan de Minister van Financiën worden voorgelegd. "
Art.9. Artikel 32, § 1, 8°, van dezelfde wet, wordt vervangen door de volgende tekst :
" 8° - de bijdrage van de toegelaten beroepsbemiddelaars tot de werkingskosten van de markten, en
- de vergoeding bestemd voor de financiering van de marktautoriteiten bedoeld in artikel 31, tweede lid, voor de uitvoering van de controleopdrachten bedoeld in deze bepaling. ".
Art.10. Artikel 41, § 2, van dezelfde wet, wordt aangevuld met het volgende lid :
" Diezelfde instellingen zijn bovendien bevoorrecht op alle financiële instrumenten, gelden en andere rechten die zij als tegoed van cliënten van een deelnemer op een rekening hebben staan, voor zover die cliënten aan een deelnemer de in artikel 148, § 3, bedoelde toestemming hebben verleend om ze bij de bovenvermelde instellingen op rekening te plaatsen. Dit voorrecht waarborgt uitsluitend de vorderingen van die instellingen op een deelnemer aan een verrekenings- of afwikkelingsstelsel die ontstaan zijn naar aanleiding van de verrekening of afwikkeling van inschrijvingen op financiële instrumenten of van transacties in financiële instrumenten uitgevoerd door de deelnemer voor rekening van cliënten. ".
Art.11. In artikel 77 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, eerste lid, worden de woorden " in de vorm van deposito's of van liquide schuldinstrumenten met een nul procent weging voor de berekening van het kredietrisico met toepassing van de richtlijn 93/6/EEG " toegevoegd tussen de woorden " dienen " en " op naam van de beursvennootschap ";
2° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden " deposito's " en " belegd " onderscheidenlijk vervangen door de woorden " tegoeden " en " geplaatst ";
3° in paragraaf 3 wordt het woordt " belegde " vervangen door het woord " geplaatste ".
Art.12. Artikel 165 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
" De beleggingsondernemingen naar Belgisch recht die hun activiteit uitoefenen in België en die vooraf niet om een vergunning van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen hebben moeten verzoeken, omdat zij geen beleggingsdiensten verlenen aan het publiek, moeten bij deze Commissie zulk een aanvraag indienen onder de in de artikelen 47 en volgende bepaalde voorwaarden en binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet.
De Commissie voor het Bank- en Financiewezen doet uitspraak over de aanvraag binnen twee maanden na indiening van een volledig dossier en uiterlijk negen maanden na ontvangst van de aanvraag.
De beleggingsonderneming naar Belgisch recht die na afloop van die termijn geen vergunning heeft gekregen, kan overeenkomstig artikel 52, beroep instellen bij de Minister van Financiën.
Indien de vergunning haar niet wordt verleend, mag zij de uitoefening van de in deze wet bedoelde activiteiten in België niet meer voortzetten ".
Art.13. In artikel 167 van dezelfde wet, wordt het volgende lid toegevoegd vóór het eerste lid :
" De artikelen 96 tot 102 van de wet treden in werking op 1 januari 1999. "
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in Titel I van Boek VII van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten en van artikel 163 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, bemiddelaars en beleggingsadviseurs.
Art.14. Artikel 163 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, bemiddelaars en beleggingsadviseurs wordt in fine aangevuld met het volgende lid :
" Tijdens een overgangsperiode waarvan de Koning de einddatum zal bepalen, doch uiterlijk op 31 maart 1996, blijft de Commissie voor het Bank- en Financiewezen bevoegd voor de toepassing van het geheel van de bepalingen van boek V van de wet van 4 december 1990, en artikel 148, §§ 1, 2 en 3. Tijdens deze overgangsperiode heeft de Commissie voor het Bank- en Financiewezen de bevoegdheden toegekend aan het directiecomité van een effectenbeursvennootschap overeenkomstig artikel 20, § 2. "
Art.15. Artikel 221, § 1, van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, wordt aangevuld met het volgende lid :
" De vordering op grond van artikel 220, eerste lid, 5°, kan eveneens worden ingesteld op verzoek van de marktautoriteiten van de gereglementeerde markten, voor wat betreft de transacties of praktijken die indruisen tegen de regels die van toepassing zijn op de Belgische gereglementeerde markten waarover zij het toezicht uitoefenen. "
Art. 16. Deze wet treedt in werking op de datum bepaald door de Koning voor de inwerkingtreding van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 30 januari 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel,
Ph. MAYSTADT
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK