Details





Titel:

4 AUGUSTUS 1996. - Wet tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-08-1996 en tekstbijwerking tot 24-07-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-47
Overgangsbepaling
Art. 48



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1961061305  1973011250 



Uitvoeringsbesluit(en):

1997000028  1997000536  2001000174 



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art.2. In artikel 2, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989, worden de woorden " of van de Verenigde Vergadering bedoeld in artikel 60 " vervangen door de woorden ", van de Franse Gemeenschapscommissie of van de Verenigde Vergadering respectievelijk bedoeld in het derde en het vierde lid van artikel 60 ".

Art.3. In artikel 3 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd bij de wetten van 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 6 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, eerste lid, eerste volzin, worden de woorden " de leden van de Gemeenschaps- of Gewestexecutieven en de leden van het Verenigd College bedoeld in artikel 60 " vervangen door de woorden " de leden van de gemeenschaps- of gewestregeringen, de leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en de leden van het Verenigd College respectievelijk bedoeld in het derde en het vierde lid van artikel 60 ";
  2° in § 1, eerste lid, wordt tussen de eerste en de tweede zin de volgende zin ingevoegd : " De adviesaanvraag vermeldt de naam van de gemachtigde of van de ambtenaar die de minister aanwijst om de afdeling wetgeving de dienstige toelichtingen te verstrekken. ";
  3° in § 1, eerste lid, derde volzin, worden de woorden " aan de Executieve " vervangen door de woorden " aan de Regering, aan het College van de Franse Gemeenschapscommissie ";
  4° in § 1, tweede lid, wordt het woord " Executieve " vervangen door het woord " Regering ";
  5° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Wat het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreft, wordt het advies van de afdeling wetgeving alleen gevraagd voor de besluiten die betrekking hebben op aangelegenheden die met toepassing van artikel 138 van de Grondwet zijn overgeheveld. ";
  6° in § 4, tweede lid, worden de woorden " aan de Regering, aan de bevoegde Executieve " vervangen door de woorden " aan de federale regering, aan de bevoegde gemeenschaps- of gewestregering, aan het College van de Franse Gemeenschapscommissie ".

Art.4. In dezelfde gecoördineerde wetten wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 3bis. § 1. De ontwerpen van koninklijke besluiten die de van kracht zijnde wettelijke bepalingen kunnen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen, worden voorgelegd aan het met redenen omkleed advies van de afdeling wetgeving.
  Dat advies wordt samen met het verslag aan de Koning en het koninklijk besluit waarop het betrekking heeft, gepubliceerd.
  De besluiten, het advies, het verslag aan de Koning en de tekst van de ontwerpen van besluiten die zijn voorgelegd aan de afdeling wetgeving, worden, voor hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, medegedeeld aan de Voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat.
  § 2. Voor de ontwerpen van de koninklijke besluiten bedoeld in § 1 van dit artikel, kan de hoogdringendheid, bedoeld in § 1 van artikel 3, niet worden ingeroepen. "

Art.5. In artikel 4, eerste lid, van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 16 juni 1989, worden de woorden " de leden van de Gemeenschaps- of Gewestexecutieven en de leden van het Verenigd College bedoeld in artikel 60 " vervangen door de woorden " de leden van de gemeenschaps- of gewestregeringen, de leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en de leden van het Verenigd College respectievelijk bedoeld in het derde en het vierde lid van artikel 60 ".

Art.6. In artikel 6 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 16 juni 1989, worden de woorden " de Voorzitters van de Gemeenschaps- of Gewestexecutieven en diegene die het Verenigd College, bedoeld in artikel 60 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, voorzit " vervangen door de woorden " de voorzitters van de gemeenschaps- of gewestregeringen en diegenen die het College van de Franse Gemeenschapscommissie of het Verenigd College, respectievelijk bedoeld in het derde en het vierde lid van artikel 60 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, voorzitten ".

Art.7. In titel II van dezelfde gecoördineerde wetten wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidend als volgt :
  " Art. 6bis. De Eerste Minister, de voorzitters van de federale, de gemeenschaps- en de gewestassemblées, de voorzitters van de gemeenschaps- of gewestregeringen en diegene die het College van de Franse Gemeenschapscommissie voorzit alsook diegene die het Verenigd College voorzit, respectievelijk bedoeld in het derde en vierde lid van artikel 60 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, kunnen, ieder wat hem betreft, via de eerste voorzitter aan het coördinatiebureau vragen om de wetgeving die zij aanwijzen te coördineren, te codificeren of te vereenvoudigen.
  Het coördinatiebureau legt zijn ontwerp voor aan de afdeling wetgeving, die het samen met haar gemotiveerd advies bezorgt aan de Eerste Minister of aan de betrokken voorzitters. "

Art.8. Artikel 12, tweede lid, van dezelfde gecoördineerde wetten wordt opgeheven.

Art.9. In artikel 14bis, eerste lid, van dezelfde gecoördineerde wetten, ingevoegd bij de wet van 16 juni 1989, worden de woorden " de artikelen 59bis, 59ter, 107quater, 108ter en 115 van de Grondwet " vervangen door de woorden " de artikelen 39, 127, § 1, 128, § 1, 129, § 1, 130, § 1, 135, 136, eerste lid, 140, 141, 175, 176 en 177 van de Grondwet ".

Art.10. In dezelfde gecoördineerde wetten wordt een artikel 14ter ingevoegd, luidende :
  " Art. 14ter. Zo de afdeling administratie dit nodig oordeelt, wijst zij, bij wege van algemene beschikking, die gevolgen van de vernietigde verordeningsbepalingen aan welke als gehandhaafd moeten worden beschouwd of voorlopig gehandhaafd worden voor de termijn die zij vaststelt. "

Art.11. In artikel 17 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 19 juli 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1, tweede lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Onverminderd artikel 90, §§ 2 en 3, wordt, nadat de partijen gehoord zijn of behoorlijk opgeroepen, de schorsing bevolen bij gemotiveerd arrest van de voorzitter van de geadieerde kamer of van de staatsraad die hij daartoe aanwijst. ";
  2° § 1, derde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " In geval van uiterst dringende noodzakelijkheid kan de schorsing bij voorraad worden bevolen, zonder dat de partijen of sommige van hen zijn gehoord. In dit geval worden in het arrest dat de voorlopige schorsing beveelt, de partijen binnen drie dagen opgeroepen om te verschijnen voor de kamer die uitspraak doet over de bevestiging van de schorsing. ";
  3° in § 1, vierde lid, worden de woorden " het handhaven " vervangen door de woorden " de bevestiging ";
  4° in § 3, derde lid, worden de woorden " of door de staatsraad die hij aanwijst" ingevoegd tussen de woorden " door de voorzitter van de kamer " en de woorden " die ze heeft uitgesproken ";
  5° in § 4, worden de woorden " De kamer " vervangen door de woorden " De voorzitter van de kamer of de staatsraad die hij aanwijst ";
  6° een § 4bis wordt ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 4bis. De afdeling administratie kan, volgens een versnelde rechtspleging vastgesteld door de Koning, de akte of het reglement nietigverklaren waarvan de schorsing gevorderd wordt, indien de tegenpartij of degene die een belang heeft bij de beslechting van het geschil binnen dertig dagen te rekenen van de kennisgeving van het arrest waarbij de schorsing bevolen wordt of de voorlopige schorsing bevestigd wordt, geen verzoek tot voortzetting van de rechtspleging heeft ingediend. ";
  7° een § 4ter wordt ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 4ter. Ten aanzien van de verzoekende partij geldt een vermoeden van afstand van geding wanneer de verzoekende partij, nadat de vordering tot schorsing van een akte of een reglement afgewezen is, geen verzoek tot voortzetting van de rechtspleging indient binnen een termijn van dertig dagen die ingaat met de kennisgeving van het arrest. ";
  8° in § 6, tweede lid, worden de woorden " artikelen 6, 6bis en 17 van de Grondwet " vervangen door de woorden " artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet ";
  9° een § 7 wordt ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 7. Indien de kamer die bevoegd is om uitspraak te doen over de grond van de zaak, de akte of het reglement waartegen het beroep gericht is niet vernietigt, kan ze de bevolen schorsing opheffen of intrekken. "

Art.12. In artikel 18 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 19 juli 1991 en gewijzigd bij de wet van 22 december 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid worden de woorden " met eenparigheid van stemmen van de kamer die bevoegd is om uitspraak ten gronde te doen " vervangen door de woorden " van de voorzitter van de kamer die bevoegd is om uitspraak ten gronde te doen of van de staatsraad die hij daartoe aanwijst ";
  2° het derde lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " In geval van uiterst dringende noodzakelijkheid kunnen voorlopige maatregelen worden bevolen, zonder dat de partijen of sommige van hen gehoord, worden. In dit geval worden in het arrest dat de voorlopige maatregelen beveelt, de partijen binnen drie dagen opgeroepen om te verschijnen voor de kamer die uitspraak doet over de handhaving van de maatregelen die niet zouden zijn uitgevoerd. "

Art.13. In artikel 21 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 17 oktober 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid worden de woorden " van de memories " vervangen door de woorden " van de memorie van wederantwoord of van de aanvullende memorie ";
  2° in de Franse tekst van het zesde lid wordt het woord " signification " vervangen door het woord " notification ".

Art.14. Artikel 21bis van dezelfde gecoördineerde wetten, ingevoegd bij de wet van 17 oktober 1990, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende als volgt :
  " § 3. Wanneer het aangewezen lid van het auditoraat zonder verwijl verslag uitbrengt en voorstelt het beroep kennelijk onontvankelijk, kennelijk gegrond of ongegrond te verklaren, brengt de auditeur-generaal het beroep en het verslag ter kennis van diegenen die bij de beslechting van de zaak een belang hebben en die erin kunnen tussenkomen. Het verzoek tot tussenkomst, dat de middelen uiteenzet, wordt ingediend binnen een termijn van uiterlijk vijftien dagen na ontvangst van de kennisgeving van het beroep en het verslag.
  De voorzitter van de kamer waarbij de zaak aanhangig is of de staatsraad die hij aanwijst, roept de verzoekende partij, de verwerende partij en de tussenkomende partij op om uiterlijk de tiende dag na het verstrijken van die termijn voor hem te verschijnen. "

Art.15.
  <Opgeheven bij W 2023-07-11/01, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.16. Artikel 24, tweede lid, van dezelfde gecoördineerde wetten, ingevoegd bij de wet van 17 oktober 1990, wordt aangevuld met wat volgt :
  " In dat geval doet de afdeling administratie bij wege van arrest uitspraak over de conclusies van het verslag. "

Art.17. In artikel 27 van dezelfde gecoördineerde wetten, worden de woorden " artikelen 11, 14 en 16 " vervangen door de woorden " artikelen 11, 14, 16, 17, 18 en 36 ".

Art.18. Artikel 28 van dezelfde gecoördineerde wetten wordt aangevuld met wat volgt :
  " De arresten van de Raad van State zijn toegankelijk voor het publiek.
  De Raad van State zorgt voor de publikatie ervan in de gevallen, in de vorm en onder de voorwaarden vastgesteld bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit. "

Art.19. In artikel 29 van dezelfde gecoördineerde wetten, worden de woorden " artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 16 " vervangen door de woorden " artikelen 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18 en 36 ".

Art.20. In artikel 30 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 17 oktober 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De rechtspleging welke in de bij de artikelen 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18 en 36 bedoelde gevallen voor de afdeling administratie dient te worden gevolgd, wordt vastgesteld bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit. ";
  2° het derde lid wordt aangevuld met de woorden : " zo nodig in afwijking van artikel 90 ".

Art.21. Artikel 63, eerste lid, tweede volzin, van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 16 juni 1989, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De arresten worden vertaald in de gevallen bepaald door de Koning. "

Art.22. Artikel 69 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 16 juni 1989 en gewijzigd bij de wetten van 17 oktober 1990 en 19 juli 1991, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 69. De Raad van State is samengesteld :
  - uit zesendertig leden, zijnde een eerste voorzitter, een voorzitter, tien kamervoorzitters en vierentwintig staatsraden;
  - uit het auditoraat, samengesteld uit een auditeur-generaal, een adjunct-auditeur-generaal, twaalf eerste auditeurs-afdelingshoofden, zesenveertig eerste auditeurs, auditeurs en adjunct-auditeurs;
  - uit het coördinatiebureau, samengesteld uit twee eerste referendarissen-afdelingshoofden, twaalf eerste referendarissen, referendarissen en adjunct-referendarissen;
  - uit de griffie, samengesteld uit een hoofdgriffier en zeventien griffiers, van wie een griffier-informaticus. "

Art.23. Artikel 71 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wetten van 17 oktober 1990 en 24 maart 1994, wordt gewijzigd als volgt :
  1° in § 2, eerste lid, a), worden de woorden " van de eerste voorzitter en " geschrapt;
  2° een § 3bis wordt ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 3bis. De eerste auditeurs-afdelingshoofden worden, op eensluidend advies van de auditeur-generaal, benoemd door de Koning, na te zijn gekozen uit de eerste auditeurs die hierom verzoeken. ";
  3° een § 3ter wordt ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 3ter. De eerste referendarissen-afdelingshoofden worden, op eensluidend advies van de eerste voorzitter, benoemd door de Koning, na te zijn gekozen uit de eerste referendarissen die hierom verzoeken. ";
  4° in § 4, tweede lid, worden na de woorden " adjunct-auditeurgeneraal " de woorden ", eerste auditeur-afdelingshoofd " ingevoegd;
  5° in § 4, derde lid, worden na de woorden " tenzij hij " de woorden " eerste auditeur-afdelingshoofd of " ingevoegd.

Art.24. Artikel 72, § 1, van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wet van 17 oktober 1990, wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :
  " In afwijking van de voorwaarde bepaald in het tweede lid, 3°, kunnen de houders van een diploma van doctor of van licentiaat in de rechten tot griffier worden benoemd indien zij gedurende ten minste één jaar in functie zijn geweest als lid van het administratief personeel van de Raad van State. "

Art.25. Artikel 73 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wetten van 6 mei 1982 en 17 oktober 1990, wordt gewijzigd als volgt :
  1° § 1, tweede lid, wordt vervangen door het volgende lid :
  " De adjunct-auditeur-generaal moet door zijn diploma het bewijs leveren dat hij het examen van doctor of licentiaat in de rechten heeft afgelegd in de andere taal, Nederlands of Frans, dan die van de auditeur-generaal. ";
  2° § 1, derde lid, eerste zin, wordt vervangen door de volgende zin :
  " De helft van de kamervoorzitters en de staatsraden samen, van de eerste auditeurs-afdelingshoofden, van de eerste auditeurs, van de auditeurs en adjunct-auditeurs samen, van de eerste referendarissen-afdelingshoofden, van de eerste referendarissen, van de referendarissen en adjunct-referendarissen samen, moeten door hun diploma het bewijs leveren dat zij het examen van doctor of licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd; de andere helft van elke groep ambtsdragers, dat zij het in het Frans hebben afgelegd. ";
  3° in § 2, vijfde lid, worden de woorden " , alsook de beheerder " ingevoegd tussen de woorden " leden van het administratief personeel van de Raad van State " en de woorden " kunnen dat bewijs ook leveren ".

Art.26. In artikel 74, tweede lid, van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wet van 17 oktober 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " de eerste auditeurs-afdelingshoofden " worden ingevoegd tussen de woorden " de adjunct-auditeur-generaal " en de woorden " de eerste auditeurs ";
  2° de woorden " de eerste referendarissen-afdelingshoofden " worden ingevoegd tussen de woorden " de adjunct-auditeurs ", en de woorden " de eerste referendarissen ".

Art.27. In artikel 75 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden " De door Hem aangewezen eerste auditeurs " vervangen door de woorden " De eerste auditeurs-afdelingshoofden ";
  2° het derde lid wordt vervangen als volgt :
  " De adjunct-auditeur oefent zijn ambt uit onder leiding van een eerste auditeur-afdelingshoofd of een door de laatstgenoemde aangewezen eerste auditeur. "

Art.28. Artikel 76 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wet van 17 oktober 1990, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 76. § 1. De leden van het auditoraat nemen in de afdeling administratie deel aan het onderzoek. Zij kunnen worden belast met de onderzoeksverrichtingen waartoe de afdeling administratie bij wege van arrest heeft besloten.
  De auditeur-generaal, de adjunct-auditeur-generaal, de eerste auditeurs-afdelingshoofden, de eerste auditeurs, de auditeurs en de daartoe door de auditeur-generaal gemachtigde adjunct-auditeurs die meer dan één jaar dienst tellen, brengen in deze afdeling advies uit in de openbare terechtzitting bij het einde van de debatten.
  De leden van het auditoraat nemen in de afdeling wetgeving deel aan het onderzoek overeenkomstig de richtlijnen van de auditeur-generaal.
  § 2. De leden van het auditoraat worden ermee belast de documentatie betreffende de rechtspraak van de Raad van State in de vorm van geautomatiseerde bestanden bij te houden, te bewaren en ter beschikking te stellen. "

Art.29. Artikel 77 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wet van 28 juni 1983, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  " Art. 77. § 1. De leden van het coördinatiebureau hebben onder meer tot taak de coördinatie en de codificatie van de wetgeving voor te bereiden. Zij houden de stand van de wetgeving bij en houden deze ter beschikking van de twee afdelingen van de Raad van State. Zij nemen deel aan de werkzaamheden van de afdeling wetgeving overeenkomstig de richtlijnen van de eerste voorzitter.
  § 2. Het coördinatiebureau staat onder het gezag en de leiding van de eerste voorzitter.
  De eerste referendarissen -afdelingshoofden verdelen de zaken onder de leden van (het coördinatiebureau) en leiden hun werkzaamheden. (Err, zie B.St. 08-10-1996, p. 25742).
  De adjunct-referendaris oefent zijn ambt uit onder de leiding van een eerste referendaris-afdelingshoofd of een door de laatstgenoemde aangewezen eerste referendaris. "

Art.30. Artikel 79 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wet van 6 mei 1982, wordt gewijzigd als volgt :
  1° in het eerste lid worden de woorden " voor een termijn van drie jaar " geschrapt;
  2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art.31. Artikel 80, eerste lid, van dezelfde gecoördineerde wetten wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De Koning benoemt de assessoren van de afdeling wetgeving voor een vernieuwbare termijn van vijf jaar, uit twee lijsten, elk met drie kandidaten, waarvan één door de algemene vergadering van de Raad van State en één beurtelings door de Kamer van volksvertegenwoordigers en door de Senaat wordt voorgedragen.
  Artikel 70, § 1, tweede en derde lid, is op de voordracht van assessoren van toepassing. "

Art.32. Artikel 81 van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen door de wet van 6 mei 1982, wordt aangevuld met het volgende lid :
  " In het geval bedoeld in artikel 84, 2°, kan de kamer waarbij de zaak aanhangig is, zitting houden met drie leden van de Raad van State zonder assessoren. "

Art.33. Artikel 82 van dezelfde gecoördineerde wetten wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Zij kan de gemachtigde ambtenaar of de gemachtigde van de minister die in de adviesaanvraag is aangewezen, horen. "

Art.34. In artikel 83, eerste lid, van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wetten van 6 mei 1982 en 31 december 1983, worden de woorden " de leden van het auditoraat, onder het toezicht van " geschrapt.

Art.35. Artikel 84 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wetten van 15 oktober 1991 en 6 april 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 84. Het onderzoek van de zaken vindt plaats in de volgorde van de inschrijving ervan op de rol, uitgezonderd :
  1° wanneer de voorzitter van de federale, de gemeenschaps- of de gewestassemblées, de Ministerraad, de gemeenschaps- of gewestregeringen, het College van de Franse Gemeenschapscommissie alsmede het Verenigd College respectievelijk bedoeld in het derde en het vierde lid van artikel 60 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, vragen dat het advies of het voorontwerp binnen een termijn van ten hoogste één maand wordt meegedeeld;
  2° wanneer, in spoedeisende gevallen die in de aanvraag met bijzondere redenen worden omkleed, de overheid die de afdeling wetgeving adieert, vraagt dat het advies of het voorontwerp wordt meegedeeld binnen een termijn van ten hoogste drie dagen of binnen een termijn van ten hoogste acht dagen in het geval bedoeld in artikel 2, § 4. In dit geval wordt de motivering die in de aanvraag wordt opgegeven, overgenomen in de aanhef van de verordening.
  Wanneer verzocht wordt om spoedbehandeling, mag het advies van de afdeling wetgeving, onverminderd artikel 2, § 1, tweede lid, zich beperken tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. "

Art.36. Artikel 86, eerste lid, van dezelfde gecoördineerde wetten wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De afdeling administratie is ingedeeld in negen kamers : vier Nederlandstalige kamers, vier Franstalige kamers en één tweetalige kamer, elk samengesteld uit drie leden. "

Art.37. In artikel 87 van dezelfde gecoördineerde wetten, tussen het eerste en het tweede lid, wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt :
  " Eén Nederlandstalige kamer neemt bij voorrang kennis van de vorderingen ingediend tegen administratieve beslissingen die genomen zijn met toepassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. "

Art.38. Artikel 90 van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wet van 6 mei 1993, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 90. § 1. De kamers van de afdeling administratie houden zitting met drie leden voor adviezen, beroepen tot nietigverklaring en voor met toepassing van artikel 36, § 1, ingestelde vorderingen tot het opleggen van een dwangsom.
  Zij houden evenwel zitting met één lid :
  1° inzake beroepen tot nietigverklaring ingesteld tegen administratieve beslissingen genomen met toepassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
  2° inzake beroepen waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 17, §§ 4bis en 4ter, aan artikel 21, tweede en zesde lid, of wanneer in het verslag van de auditeur wordt voorgesteld het beroep doelloos, kennelijk onontvankelijk, kennelijk gegrond of kennelijk ongegrond te verklaren, de afstand van het geding toe te wijzen of de zaak van de rol af te voeren.
  § 2. Buiten de gevallen bedoeld in artikel 17, § 1, derde lid, en § 2, derde lid, en in artikel 18, derde lid, houden de kamers van de afdeling administratie zitting met één lid voor vorderingen tot schorsing en tot het opleggen van voorlopige maatregelen.
  § 3. De kamervoorzitter kan, als verzoeker daarom vraagt in zijn verzoekschrift of ambtshalve, op advies van de auditeur-generaal of van het door de laatstgenoemde aangewezen lid van het auditoraat, bevelen dat een zaak wordt verwezen naar een kamer met drie leden. "

Art.39. Artikel 92 van dezelfde gecoördineerde wetten wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 92. Wanneer de eerste voorzitter, na het advies te hebben ingewonnen van de staatsraad belast met het ter terechtzitting te geven verslag, oordeelt dat, om de eenheid van de rechtspraak te verzekeren, een zaak door de algemene vergadering van de afdeling administratie behandeld dient te worden, beveelt hij de verwijzing naar deze vergadering.
  Wanneer de auditeur-generaal, na het advies te hebben ingewonnen van de auditeur belast met het verslag, om dezelfde reden oordeelt dat een zaak door de algemene vergadering van de afdeling administratie behandeld dient te worden, beveelt de eerste voorzitter de verwijzing naar deze vergadering. "

Art.40. In artikel 93, eerste lid, van dezelfde gecoördineerde wetten, vervangen bij de wet van 16 juni 1989, worden de woorden " artikelen 6, 6bis en 17 van de Grondwet " vervangen door de woorden " artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet ".

Art.41. Artikel 101, eerste lid, van dezelfde gecoördineerde wetten, wordt vervangen door het volgende lid :
  " Het reglement van orde wordt vastgesteld door de algemene vergadering van de Raad van State na advies van de auditeur-generaal en de adjunct-auditeur-generaal. Het wordt goedgekeurd door de Koning. "

Art.42. In hoofdstuk VI van titel VII van dezelfde gecoördineerde wetten wordt een artikel 102bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 102bis. De Koning benoemt, bij een in Ministerraad overlegd besluit en na advies van de algemene vergadering van de Raad van State en van de auditeur-generaal, een beheerder die belast is met het administratieve beheer van de Raad van State en zijn infrastructuur, voor een hernieuwbare periode van drie jaar.
  Niemand kan benoemd worden tot beheerder indien hij :
  1° niet de leeftijd van 37 jaar heeft bereikt;
  2° geen houder is van een diploma dat toegang verleent tot de betrekkingen van niveau 1 in de Rijksbesturen;
  3° niet het bewijs levert van ten minste 5 jaar ervaring in het domein van de te begeven functie.
  De beheerder oefent zijn bevoegdheden uit onder het gezag en de leiding van de eerste voorzitter en de auditeur-generaal. Hij doet hun jaarlijks zijn opmerkingen geworden met betrekking tot de administratieve aspecten van de uitvoering van het in artikel 120 bedoelde vierjarenplan.
  Onverminderd de bepalingen van deze wet zijn de bepalingen tot regeling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de ministeries van toepassing op de beheerder. De wedde van de beheerder wordt vastgesteld in schaal 15/1. De beheerder moet het bewijs leveren van de kennis van de andere taal, Nederlands of Frans, dan die van zijn diploma. "

Art.43. Artikel 107, derde lid, tweede zin, van dezelfde gecoördineerde wetten, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Zij worden toegestaan na advies van de eerste voorzitter voor de leden van de Raad van State, van het coördinatiebureau of van de griffie, en na advies van de auditeur-generaal voor de leden van (het auditoraat). (Err. zie B.St. 08-10-1996, p. 25742)."

Art.44. Artikel 119 van dezelfde gecoördineerde wetten, ingevoegd bij de wet van 24 maart 1994, wordt aangevuld als volgt :
  " Dit verslag bevat onder meer een overzicht van de stand van de zaken die hangende zijn bij de afdeling administratie en bij de afdeling wetgeving. "

Art.45. Titel VIII van dezelfde gecoördineerde wetten wordt aangevuld met een artikel 120, luidend als volgt : " Art. 120. De algemene vergadering van de Raad van State formuleert in een vierjarenplan de maatregelen die, zonder dat zij afbreuk doen aan het vervullen van zijn rechtsprekende taak, kunnen bijdragen tot het wegwerken van de achterstand in de rechtsbedeling bij de Raad van State.
  Zij onderzoekt elk jaar in de loop van de maand september de stand van de zaken die hangende zijn bij de afdeling administratie van de Raad van State en brengt hierover uiterlijk op 15 oktober verslag uit aan de Ministerraad en aan de voorzitters van de wetgevende Kamers.
  De auditeur-generaal en de adjunct-auditeur-generaal nemen deel aan de werkzaamheden van de algemene vergadering. "

Art.46. De artikelen 2 en 3 van de wet van 13 juni 1961 betreffende de coördinatie en de codificatie van wetten worden opgeheven.

Art.47.Deze wet treedt in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op die gedurende welke zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
  In afwijking van het eerste lid treedt artikel 4 in werking op de dag van de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.
  In afwijking van het eerste lid stelt de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit de datum van inwerkingtreding vast van de artikelen 11 [1 ...]1 en 21. (NOTA : artikel 6 van KB 1996-12-19/56 beschikt dat artikel 11 van onderhavige wet op 01-04-1997 in werking treedt.) (NOTA : Inwerkingtreding van artikel 21 vastgesteld op 026-03-2001 door art. 3)
  ----------
  (1)<W 2023-07-11/01, art. 26, 002; Inwerkingtreding : 24-07-2023>

Overgangsbepaling
Art. 48. In afwijking van de voorwaarden bepaald in het tweede lid, 3°, van artikel 72, § 1, van dezelfde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wet van 17 oktober 1990 en bij deze wet, kunnen, bij overgangsmaatregel, de toegevoegde griffiers die op de dag van de inwerkingtreding van deze wet houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot niveau 1 bij de rijksbesturen, tot griffier worden benoemd, indien zij ten minste twee jaar het ambt van toegevoegd griffier in de Raad van State daadwerkelijk hebben uitgeoefend.
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.