15 MEI 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.
Art. 1-12
Artikel 1. Het opschrift van Titel II van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wordt vervangen door het volgende opschrift : " Arbeiders en leerling-arbeiders ";
Art.2. Het opschrift van afdeling 3 van Hoofdstuk II van Titel II van hetzelfde besluit, wordt vervangen door het volgende opschrift : " Bijzondere bepalingen betreffende de uitbetaling en de terugvordering van het vakantiegeld der arbeiders en leerling-arbeiders ".
Art.3. Het opschrift van Titel III van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : " Bedienden en leerling-bedienden ".
Art.4. In artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1989, worden de woorden " en aan de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " de bediende " en " die vakantie neemt ".
Art.5. In artikel 41, 4°, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 1983, worden de woorden " of aan de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " aan de bediende " en " van vreemde ".
Art.6. In artikel 44 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1979, worden de woorden " of de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " de bediende " en " kan alleen ".
Art.7. In artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 december 1993, worden de woorden " of aan zijn leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " bediende " en " : op de gewone datum ".
Art.8. In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 september 1986 en 1 maart 1989, worden de woorden " of de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " een bediende " en " onder de wapens ";
2° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1989, worden de woorden " of de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " de bediende " en " de op vorig ";
3° in het derde lid worden de woorden " of aan de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " aan de bediende " en " voor elk dezer ", en worden de woorden " of de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " de bediende " en " bij hem ".
Art.9. In artikel 47, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden " of aan de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " de bediende " en " verschuldigde ".
Art.10. In artikel 48 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " of leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " bediende " en " zijn vakantie ";
2° in het derde lid worden de woorden " of de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " de bediende " en " te werk stelt ".
Art.11. In artikel 49 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " of een leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " een bediende " en " in hoedanigheid " en wordt het woord " -arbeider " ingevoegd tussen de woorden " leerling " en " in de loop ";
2° in het tweede lid worden de woorden " of de leerling-bediende " ingevoegd tussen de woorden " de bediende " en " op het ogenblik ".
3° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden " of van leerling-bediende ".
Art. 12. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 mei 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN