Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 NOVEMBER 1994. - Besluit van de Vlaamse regering tot instelling van de verplichte bijdragen in het promotiefonds "Pluimvee, eieren en kleinvee". (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-02-1995 en tekstbijwerking tot 07-03-1996)



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1996035265 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  "Eieren" : eieren van hoenderachtigen, duifachtigen en zwemvogels, in de schaal en geschikt voor consumptie in ongewijzigde staat of voor gebruik door de levensmiddelenindustrie;
  "Eiprodukten" : eieren uit de schaal, eigeel en ovoalbumine;
  "Pluimvee" : de als huisdieren levende hoenderachtigen, duifachtigen en zwemvogels;
  "Vlees" : alle karkassen en delen van pluimvee en konijnen die geschikt zijn voor menselijke consumptie;
  "Konijnevlees" : alle vers, gekoeld, bevroren of diepgevroren vlees zoals hierboven gedefinieerd, afkoming van een konijn;
  "Konijn" : elk tam konijn ongeacht de leeftijd of geslacht;
  "Openbaar slachthuis" : het slachthuis geëxploiteerd door een natuurlijk persoon of een privaatrechtelijk rechtspersoon;
  "Particulier slachthuis" : het slachthuis geëxploiteerd door een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon;
  "I.V.K." : Instituut voor Veterinaire Keuring;
  "C.D.C.V." : Centrale Dienst voor Contingenten en Vergunningen;
  "Fonds" : het Vlaams Fonds voor de Produktie van de produkten van de landbouw, tuinbouw en zeevisserij.

Art.2. De verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de produkten van de permanente werkgroep "pluimvee, eieren en kleinvee" worden als vastgesteld :
  1° de door het Ministerie van Vloksgezondheid erkende pluimveeslachterijen betalen een jaarlijkse bijdrage van drieduizend frank indien ze per jaar minder dan honderdduizend stuks slachten, honderdduizend frank indien ze per jaar meer dan twee miljoen stuks slachten en vijf centiemen per geslacht dier indien ze per jaar honderdduizend tot en met twee miljoen stuks slachten;
  (De uit een andere EG-lidstaat levend ingevoerde dieren worden niet in rekening genomen voor de betaling van deze bijdragen.) <BVR 1995-12-13/51, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1996>
  2° de door het Ministerie van Landbouw erkende pakstations in de eiersecor betalen een jaarlijkse bijdrage van zesuizend frank indien ze een technische sorteercapaciteit hebben tot en met vijfduizend eieren per uur, achtduizend frank indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan vijfduizend tot en met vijftienduizend eieren per uur en tienduizen frank indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan vijftienduizend eieren per uur.
  3° alle groothandelaars in eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van drieduizend frank;
  4° de bedrijven die in nevenactiviteit eiprodukten vervaardigen betalen een jaarlijkse bijdrage van duizend vijfhonderd frank; de gespecialiseerde eiproduktenbedrijven betalen een jaarlikse bijdrage van twaalfduizend frank, en de bedrijven, waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van 3 ton per uur of meer, betalen een jaarlikse bijdrage van dertigduizend frank;
  5° (de door het Ministerie van Middenstand en Landbouw erkende broeierijen betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van hun broedcapaciteit, namelijk :
  - vierduizend frank voor een broedcapaciteit van minder dan vijfhonderdduizend stuks;
  - achtduizend frank voor een broedcapaciteit van vijfhonderdduizend tot één miljoen stuks;
  - tienduizend frank voor een broedcapaciteit van meer dan één miljoen stuks.) <BVR 1995-12-13/51, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1996>
  6° de door het Ministerie van Landbouw, erkende vermeerderingsbedriven betalen een jaarlijkse bijdrage van één frank per moederdier dat op het bedrijf gehouden wordt;
  7° (de houder van een erkenning voor de invoer of het fabriceren van mengvoeders, afgeleverd door het Ministerie van Landbouw, met uitzondering van de gespecialiseerde importeur, wiens beroepsactiviteit uitsluitend de invoer van mengvoeders uit andere EG-lidstaten betreft, betaalt een jaarlijkse bijdrage van duizend zevenhonderd frank.) <BVR 1995-12-13/51, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1996>
  8° de houders van hennen voor de eiproduktie, al of niet op ouderdom van de leg en afgedankte inbegrepen, betalen een jaarlijkse bijdrage van :
  - 1 000 BF in geval van een bedrijfsgrootte van 5 000 tot en met 14 999 dieren;
  - 2 000 BF in geval van een bedrijfsgrootte van 15 000 tot en met 29 999 dieren;
  - 4 000 BF in geval van een bedrijfsgrootte van 30 000 of meer dieren;
  9° de houders van braadkippen (uitgezonderd eendagskuikens) betalen een jaarlijkse bijdrage van :
  - 1 500 BF in geval van een bedrijfsgrootte van 10 000 tot en met 24 999 dieren;
  - 3 500 BF in geval van een bedrijfsgrootte van 25 000 of meer dieren.

Art.3. De verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de sector "konijnen" worden als volgt vastgesteld :
  A. 1° (Wie konijnen slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis betaalt een bijdrage van één frank vijfentwintig centiemen per geslacht konijn, met uitzondering van uit een EEG-land levend ingevoerde dieren.
  Aan de leverancier van de konijnen wordt daarvan vijftien centiemen per kilogram levend gewicht doorgerekend.) <BVR 1995-12-13/51, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1996>
  Aan de koper van de geslachte konijnen wordt daarvan vijftig centiemen per kilogram konijnevlees doorgerekend, met uitzondering van produkten die niet ter consumptie worden aangeboden of die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie. De betrokken bijdrageplichtigen brengen vijftig centiemen per kilogram niet ter consumptie aangeboden of niet voor menselijke mindering van de door hen verschuldigde bijdragen.
  2° De openbare en particuliere slachthuizen betalen de in 1° gestelde bijdragen, met een minimum van zesduizend frank per jaar, aan het Fonds en rekenen voor de inning geen onkosten aan.
  B. Wie geslachte konijnen uit derde landen invoert, betaalt een bijdrage van één frank per kilogram ingevoerd konijnevlees.

Art.4. De verplichte bijdragen zijn van toepassing op de natuurlijke of rechtspersonen die uit hun activiteiten inkomsten verwerven in de zin van de artikelen 20, 1°, en 96 van het Wetboek van inkomstenbelastingen.

Art.5. Het Fonds wordt belast met de inning van de bij dit besluit bedoelde verplichte bijdragen.
  Het Fonds stelt per kwartaal het berag van de door elk openbaar of particulier slachthuis over te maken bijdragen, bepaald in artikel 3, A, 1°, vast op basis van een aangifte door de slachthuizen en de gegevens haar medegedeeld door het I.V.K. of de daartoe bevoegde diensten van het Ministerie van Volksgezondheid.
  Het Fonds stelt per jaar het bedrag van de door elke invoerder over te maken bijdragen, bepaald in artikel 3, B vast op basis van een aangifte door de invoerders en de gegevens haar medegedeeld door de C.D.C.V. of de daartoe bevoegde diensten van het Ministerie van Economische Zaken.
  Het Fonds stelt per jaar het bedrag van de door elke houder van leghennen en/of braadkippen, zoals bepaald in artikel 2, 8° en 9° vast op basis van de gegevens over het kalenderjaar voorafgaand aan het bijdragejaar, haar medegedeeld door het Ministerie van Economische Zaken.
  De ambtenaren ter beschikking gesteld van het Fonds of door de Vlaamse regering aangewezen, mogen alle lokalen, behalve deze die tot de woning dienen, betreden in de uitoefening van hun opdracht inzonderheid om de aangiften te controleren.
  Zij kunnen zich alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zijn tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten. Zij kunnen proces-verbaal opstellen indien zij vaststellen dat de aangiften niet tijdig of onjuist zijn of onvolledige gegevens bevatten.

Art.6. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 17 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, inzonderheid hoofdstuk IV, afdeling 2, artikel 24.

Art.7. Volgende openbare besturen en private organisaties verstrekken op eenvoudige aanvraag aan het Fonds alle inlichtingen die deze nodig heeft voor de toepassing van dit besluit :
  De diensten van het Ministerie van Financiën;
  De diensten van het Ministerie van Landbouw;
  De diensten van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin;
  De diensten van het Ministerie van Economische Zaken.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 december 1994.

Art. 9. De Vlaamse minister bevoegd voor landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 30 november 1994.
  De minister-president,
  Vlaams minister van Economie, KMO, Wetenschapsbeleid, Energie en Externe Betrekkingen,
  L. VAN DEN BRANDE