Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 JUNI 1995. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 21 september 1994 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1991 betreffende het Algemeen Welzijnswerk.



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994036539 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. In artikel 37 § 1, 5,° 1ste lid van het besluit van de Vlaamse regering van 21 september 1994 tot uitvoering van het Decreet van 24 juli 1991 betreffende het Algemeen Welzijnswerk worden de woorden "de taken bedoeld in 3° en 4° van dit artikel" vervangen door de woorden "de taken bedoeld in 2,° 3 ° en 4° van dit artikel."
  § 2. Artikel 37 § 1, 5,° a) van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd :
  medebeheerd worden door "(a) een andere groepering van welzijnsvoorzieningen en die geen ander hier bedoeld vormingscentrum beheert;
  (b) een universiteit of een universitair centrum."

Art.2. Artikel 74 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "In de personeelsformatie van een voorziening mag maximaal één directiefunctie worden ingevuld en, met uitzondering van de centra van categorie 2, maximaal één administratieve of logistieke kracht per tien subsidieerbare personeelsleden."

Art.3. Artikel 79, 3° en 4° van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "3° voor de centra type B: (a x 125.000 Fr.) + (b x 100.000 Fr.) + (c x 250.000 Fr.) + (d x 30.000 Fr.) + (e x 43.000 Fr.) + (f x 18.650 Fr.) + (g x 2.490 Fr.)
  waarbij:
  a = het aantal erkende categorieën van het polyvalent centrum zonder de categorieën 7 en 8;
  b = het maximum aantal subsidieerbare personeelsleden in de categorieën 3 tot en met 6;
  c = het maximum aantal subsidieerbare personeelsleden in categorie 7;
  d = het maximum aantal subsidieerbare personeelsleden in categorie 8;
  e = het maximum aantal subsidieerbare personeelsleden in de categorieën 3 tot en met 8. Dit bedrag wordt slechts toegekend voor zover het centrum voor het einde van het jaar het bewijs overmaakt aan de administratie van de storting van een bedrag, minstens gelijk aan deze subsidie, aan een op basis van artikel 84 erkende federatie.
  Indien voor het einde van het jaar dit bewijs van storting niet wordt overgemaakt, wordt het reeds toegekende gedeelte van deze subsidie in mindering gebracht van de aan het centrum verschuldigde regularisatiebedrag, zoals bedoeld in artikel 83 § 2;
  f = het cijfer één indien het centrum van categorie 4 voldoet aan de vereisten van artikel 37, § 1, 2,° b van dit besluit, in het andere geval is f gelijk aan nul;
  g = het aantal vergaderingen dat voldoet aan de vereisten van artikel 37 § 1, 2,° b van dit besluit;
  4° voor de centra type D: (a x 250.000 Fr.) + (b x 30.000 Fr.) + (c x 10.000 Fr.) + (d x 13.000 Fr.) waarbij:
  a = het maximum aantal subsidieerbare personeelsleden in categorie 7;
  b = het maximum aantal subsidieerbare personeelsleden in categorie 8;
  c = het maximum aantal subsidieerbare personeelsleden in categorie 9 tot en met 12;
  d = het maximum aantal subsidieerbare personeelsleden in categorie 7 tot en met 12;
  Dit bedrag wordt slechts toegekend voor zover het centrum voor het einde van het jaar het bewijs overmaakt aan de administratie van de storting van een bedrag, minstens gelijk aan deze subsidie, aan een op basis van artikel 84 erkende federatie. Indien voor het einde van het jaar dit bewijs van storting niet wordt overgemaakt, wordt het reeds toegekende gedeelte van deze subsidie in mindering gebracht van de aan het centrum verschuldigde regularisatiebedrag, zoals bedoeld in artikel 83 § 2;"

Art.4. Artikel 84, § 1, 2° van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  2° het bewijs te leveren dat het totale personeelsbestand van de aangesloten leden ten minste twee procent bedraagt van alle subsidieerbare personeelsleden van de centra en voor de centra van de categorieën 3 tot en met 12 ten minste 25 procent bedraagt van alle subsidieerbare personeelsleden van de centra in deze categorieën."

Art.5. Artikel 86 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "§ 1. Om de aansluitingskosten bij een erkende federatie te betalen mogen de centra, in afwijking van artikel 78 van dit besluit, een gedeelte van hun werkingssubsidies overdragen aan de erkende federatie waarbij ze zijn aangesloten.
  § 2. Wanneer voor de centra van de categorieën 3 tot en met 12 één federatie wordt erkend die functioneert als gemeenschappelijke ondersteuningsstructuur en als dusdanig representatief is voor het geheel van de centra in de categorieën 3 tot en met 12, kan in 1996 en 1997, binnen de perken van de begrotingskredieten, aan deze federatie een subsidie worden toegekend ter bevordering van de interne harmonisatie van het personeelsbeheer en de werking van deze structuur.

Art.6. Artikel 87 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Aan de vormingscentra, bedoeld in artikel 37, 5,° wordt een jaarlijkse subsidie verleend. Deze subsidie omvat per vormingscentrum:
  1° een basissubsidie van 2 390 185 Fr.
  2° een forfaitaire subsidie die wordt berekend door het bedrag van 3 226 770 Fr. te verdelen a rato van het aantal personeelsleden toegewezen aan categorie 4 van de centra aangesloten bij het bedoelde vormingscentrum, en die zich specifiek bezighouden met de taken, bedoeld in § 1, 2,° 3° en 4° van artikel 37 van dit besluit. De minister bepaalt hieromtrent de verdere modaliteiten."

Art.7. In artikel 89 van hetzelfde besluit wordt na paragraaf 1 een nieuwe paragraaf ingevoegd die luidt als volgt:
  "§ 1bis. De personeelsleden die op 31 maart 1995 subsidieerbaar waren overeenkomstig de erkenningen verleend op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 4 april 1990 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor residentieel welzijnswerk en die door de inwerkingtreding van artikel 73 van dit besluit overtallig zijn in een centrum, blijven subsidieerbaar evenals hun vervangers."

Art.8. In artikel 90, § 3, 2° van hetzelfde besluit worden de woorden "en de centra bedoeld in art. 86, 2° en 6 vervangen door "en de centra bedoeld in artikel 88, 2° en 9°.

Art.9. Artikel 95, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "§ 1. Voor de jaren 1995 en 1996 wordt aan de centra van het type B en D bijkomend een subsidie van 50 000 Fr. uitgekeerd om het deze centra mogelijk te maken de nodige initiatieven te nemen zodat de overgang naar de nieuwe organisatiestructuren vlot kan verlopen."

Art.10. In artikel 95 van hetzelfde besluit wordt een § 4 toegevoegd die luidt als volgt :
  "§ 4. Voor de jaren 1995 en 1996 worden in afwijking van artikel 87 van hetzelfde besluit aan de hierna vermelde vormingscentra volgende bedragen toegekend:
  Vormingscentrum voor Consulenten V.Z.W. 4 780 385 BEF
  Wollemarkt 28-30
  2800 Mechelen
  Vormingscentrum "Jos van Ussel" V.Z.W. 3 226 755 BEF
  Meersstraat 138b
  9000 Gent

Art.11. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1995.

Art. 12. De Vlaamse minister bevoegd voor de bijstand aan personen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 12 juni 1995
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  L. VAN DEN BRANDE
  De Vlaamse minister voor Financiën en Begroting, Gezondheidsinstellingen, Welzijn en Gezin,
  Mevr. W. DEMEESTER-DEMEYER