Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 MEI 1995. - Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de voorzitter, de ondervoorzitter en de ondervoorzitter-secretaris van de centrale raad van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1989029554 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 26, §§ 1 en 2 van het bijzonder decreet van 19 december 1988 betreffende de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs, is het besluit van de Vlaamse regering van 10 mei 1995 houdende organisatie van de administratieve diensten van de Autonome Raad voor het gemeenschapsonderwijs en de regeling van de rechtspositie van het personeel van overeenkomstige toepassing op de voorzitter, de ondervoorzitters en de ondervoorzitter-secretaris van de centrale raad van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs.

Art.2. De graad van voorzitter van de centrale raad van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs wordt in rang A4 ingedeeld.
  De graad van ondervoorzitter en ondervoorzitter-secretaris van de centrale raad van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs wordt in rang A3 ingedeeld.

Art.3. Het salaris van de titularis van de in artikel 2, 1e lid vernoemde graad wordt in de salarisschaal A411 vastgesteld.
  Het salaris van de titularissen van de in artikel 2, 2e lid vernoemde graden wordt in de salarisschaal A311 vastgesteld.

Art.4. § 1. Aan de in artikel 1 bedoelde leden van de centrale raad wordt een forfaitaire vergoeding toegekend als terugbetaling van werkelijke uitgaven, eigen aan de uitoefening van het mandaat. Deze vergoeding is vastgesteld als volgt :
  1° 272 490 frank aan de titularis van de in artikel 2, 1e lid vernoemde graad;
  2° 199 826 frank aan de titularissen van de in artikel 2, 2e lid vernoemde graden.
  Deze vergoeding volgt de evolutie van het indexcijfer van de comsumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen voorgeschreven door de wet van maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld, gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982. De vergoeding tegen 100 % wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 (102,02).
  § 2. De vergoedingen voor reis- en verblijfkosten, aan voormelde leden toegekend bij toepassing van de reglementering bedoeld in artikel 26, § 3, laatste lid van het bijzonder decreet van 19 december 1988 betreffende de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs, zijn inbegrepen in de in 1° bedoelde vergoeding.

Art.5. § 1. De centrale raad van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs wordt gemachtigd om een groepsverzekering af te sluiten voor zijn leden die dit mandaat voltijds en bezoldigd uitoefenen.
  Deze groepsverzekering heeft als doel hen of hun rechtverkrijgenden ingeval van pensionering of overlijden voor de pensionering de uitkering van een kapitaal of een rente te waarborgen.
  § 2. De individuele jaarlijkse bijdrage in de groepsverzekering komt, voor elke periode die de duur van het mandaat niet mag overschrijden, ten laste van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs. Dat bedrag wordt met toepassing van volgende formule berekend :
  weddeverschil (1) x (inhoudingspercentage(2) - minimum 7,5 %(3))
  Legende bij de formule :
  (1) salarisverschil : het verschil tussen :
  a) het jaarlijkse brutosalaris dat het betrokken lid geniet, overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van dit besluit, en met uitsluiting van de vergoedingen, bepaald in artikel 4, en
  b) het jaarlijkse brutosalaris dat betrokkene zou genoten hebben in zijn oorspronkelijke betrekking.
  (2) inhoudingspercentage : het percentage, vastgesteld om de pensioenen te financieren, zoals bepaald in de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden.
  (3) minimum 7,5 % : 7,5 % persoonlijke bijdrage in de groepsverzekering, in voorkomend geval verhoogd met het percentage dat door de Autonome Raad in het kader van het pensioenstelsel Rijkssociale Zekerheid is verschuldigd.
  § 3. In geen geval mag het op jaarbasis berekende totaalbedrag, - de som van het wettelijk rustpensioen - verworven in welke hoedanigheid ook, en van de voordelen voortvloeiend uit de groepsverzekering, hoger liggen dan het overeenkomstig berekend maximum rustpensioen dat betrokkene zou hebben genoten indien hij, afhankelijk van het door hem uitgeoefende mandaat bij de centrale raad, één van de in artikelen 2 en 3 bepaalde salarisschalen zou hebben genoten in hoedanigheid van ambtenaar van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
  Het eventuele verschil tussen bedoelde bedragen wordt gestort in een financieringsfonds dat uitsluitend bestemd is voor de financiering van de lasten bepaald in § 2.

Art.6. De administratieve standplaats van de in artikel 1 bedoelde leden van de centrale raad is de zetel van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs.

Art.7. Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 1989 houdende vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de voorzitter, de ondervoorzitters en de ondervoorzitter-secretaris van de centrale raad van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 1 april 1993, wordt opgeheven.

Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1995.

Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 24 mei 1995.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  L. VAN DEN BRANDE
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
  L. VAN DEN BOSSCHE