Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

23 OKTOBER 1995. - Ministerieel besluit betreffende de toekenning van een forfaitaire verblijfsonkostenvergoeding ten gunste van de leden van de Sociale Inspectie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de adjunct-inspecteurs, de inspecteurs, de coördinator en de adjunct-coördinator, bedoeld bij artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 februari 1994 houdende machtiging voor het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10 contractuele personeelsleden aan te werven om tegemoet te komen aan de uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften bij het Bestuur van Economie en Tewerkstelling.

Art.2. Overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries, wordt aan het bij artikel 1 bedoelde personeel een maandelijkse forfaitaire vergoeding toegekend.
  Voor de adjunct-inspecteurs bedraagt de vergoeding veertien maal het dagelijks bedrag toegekend overeenkomstig de artikels 2 en 3 van voormeld koninklijk besluit voor een verplaatsing van meer dan acht uur ten gunste van de personeelsleden titularis van graden van rang 10 tot 14.
  Voor de inspecteurs bedraagt de vergoeding elf maal het voormelde bedrag.
  Voor de coördinator en de adjunct-coördinator bedraagt de vergoeding zeven maal het voormelde bedrag.

Art.3. Ingeval een onderbreking van de uitoefening van het ambt een weddeverlies met zich meebrengt, is de vergoeding slechts verschuldigd indien de onderbreking niet langer dan dertig werkdagen duurt.
  In geval van verminderde prestaties wordt de vergoeding uitbetaald naar rato van de geleverde prestaties.

Art.4. De vergoeding wordt samen met de wedde uitbetaald.

Art.5. De vergoeding mag niet worden gecumuleerd met de bij artikel 2 van voormeld koninklijk besluit bepaalde dagelijkse vergoedingen.

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 1995.

Art. 7. Dit besluit zal worden betekend aan de betrokkenen en een copie zal worden overgemaakt aan het Rekenhof.
  Brussel, 23 oktober 1995.
  De Minister-Voorzitter, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
  Ch. PICQUE