27 APRIL 1995. - Ordonnantie houdende wijziging van het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer.
Art. 1-5
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld bij artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. Artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, bekrachtigd door artikel 41 van de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen, wordt als volgt gewijzigd :
1° in het eerste streepje worden na de woorden "het leefmilieu" de woorden "en de energie" toegevoegd;
2° in het tweede streepje worden tussen de woorden "het leefmilieu" en "uit eigen beweging", de woorden "en de energie" toegevoegd;
3° in het derde streepje worden tussen de woorden "inzake leefmilieu" en de woorden "alsook het geven van" de woorden "en energie" toegevoegd;
4° in het vierde streepje worden na de woorden "inzake leefmilieu" de woorden "en energie" toegevoegd;
5° in het zesde streepje worden de woorden "in verband met milieubeheer" vervangen door "in verband met milieuen energiebeheer".
Artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
"- het beheer van de groene ruimten;
- het registreren, het bijhouden en de publikatie verzekeren van de gevalideerde milieuverklaring, uitgevoerd door de ondernemingen overeenkomstig het Communautair Milieubeheer- en Milieuauditsysteem, opgericht door de verordening EEG nr. 1836/93 van de Raad.".
Art.3. Artikel 6 wordt als volgt aangevuld :
"Er wordt een heffing ingesteld ten laste van de bedrijven uit de industriële sektor die deelnemen aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem. Deze heffing is bestemd om de administratieve kosten van het Instituut te dekken verbonden aan de procedure van de registratie van locaties alsook de kosten voor de bevordering van het systeem.
De Regering bepaalt het bedrag en de modaliteiten voor de inning van de heffing."
Art.4. Een artikel 8bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit opgenomen :
"Art. 8bis. § 1. Het personeel dat, in uitvoering van het Koninklijk Besluit van 14 juli 1993 tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie overgaan naar de Gewesten, bij Koninklijk Besluit van 31 januari 1994 naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd overgeheveld, wordt aangewezen bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer.
Het personeel, beoogd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 oktober 1993 tot overheveling omwille van functionele noodzakelijkheid van het personeel van het Bestuur van Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu naar het Brussels Instituut voor Milieubeheer, zoals gewijzigd bij dit besluit, wordt overgeheveld naar het Brussels Instituut voor Milieubeheer.
§ 2. Naast hun hoedanigheid en hun graad behouden de overgehevelde wetenschappelijke personeelsleden ook hun dienst-, wetenschappelijke en geldelijke anciënniteit en de overgehevelde niet-wetenschappelijke personeelsleden behouden hun administratieve en geldelijke anciënniteit. Ze behouden eveneens hun toelagen, vergoedingen of premies en andere voordelen waarop ze in hun vroegere aanstelling aanspraak konden maken, overeenkomstig de reglementering die op hen van toepassing was.
Voor de personeelsleden die in hun vroegere aanstelling belast waren met de uitoefening van een hogere functie, wordt er, voor hun overheveling, alleen rekening gehouden met hun statutaire graad.
Indien ze in hun nieuwe aanstelling, vanaf de datum van de overheveling en zonder onderbreking opnieuw worden belast met de uitoefening van dezelfde hogere functie, worden zij voor de toepassing van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de staatsbesturen, geacht de hogere functie verder uit te oefenen.
Art. 5. De bepalingen van deze ordonnantie treden in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 27 april 1995.
De Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en Minister van Ruimtelijke Ordening, Ondergeschikte Besturen en Tewerkstelling,
Ch. PICQUE
De Minister van Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
J. CHABERT
De Minister van Huisvesting, Leefmilieu, Natuurbehoud en Waterbeleid,
D. GOSUIN
De Minister van Economie,
R. GRIJP
De Minister van Openbare Werken, Verkeer en Vernieuwing van Afgedankte Bedrijfsruimten,
D. HARMEL