Details





Titel:

7 APRIL 1995. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van een "Centre d'auto-formation et de formation continuée" voor het Onderwijs van de Franse Gemeenschap. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-08-1995 en tekstbijwerking tot 12-09-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Opdracht en bevoegdheden.
Art. 1-3, 3bis, 3ter, 4
HOOFDSTUK II. - Organisatie en werking.
Art. 5-12, 12bis, 12ter, 12quater, 13, 13bis, 14, 14bis, 14ter, 15-17, 17bis
HOOFDSTUK III. [1 - Overgangsbepalingen]1
Art. 17ter, 18-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1968100201  1969032202  1974062701  1985010003 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Opdracht en bevoegdheden.
Artikel 1. (Een "centre d'autoformation et de formation continuée" wordt opgericht voor het personeel van de onderwijsinrichtingen met volledig leerplan en voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap, behalve voor het universitair onderwijs, en voor het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap). Dit centrum, kortweg CAF., wordt hierna het centrum genoemd. <BFG 1996-10-15/51, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996>

Art.2. (Onverminderd de bepalingen van de koninklijke besluiten tot vaststelling van de bevoegdheid van de bestuursdiensten en de organieke regeling van de inspectiediensten voor toezicht op de onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap moet dit Centrum opleidingen tijdens de loopbaan bevorderen voor het personeel van de onderwijsinrichtingen met volledig leerplan en voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap met uitsluiting van de instellingen voor universitair onderwijs, en voor het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap.) <BFG 1996-10-15/51, art. 2, 1°, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996>
  (Lid 2 opgeheven) <BFG 1996-10-15/51, art. 2, 2°, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996>

Art.3. In het kader van zijn opdracht moet het centrum :
  1° (bijdragen tot de voorbereiding en leiding van pedagogische dagen of stages waarvan thema, inhoud en begunstigden bepaald worden in overleg met (de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap) (of met de inspectiedienst van de psycho-medisch-sociale centra) of met het (algemeen bestuur voor het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek); <BFG 1996-10-15/51, art. 3, 1°, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996> <BFG 1999-06-07/38, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 07-06-1999> <DFG 2007-03-08/46, art. 195, 1°, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
  2° (gevolg geven aan de vragen voor hulp of psycho-pedagogische steun die aan bedoeld centrum kunnen worden gericht door de verschillende in artikel 1 bedoelde personeelscategorieën); <BFG 1996-10-15/51, art. 3, 2°, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996>
  3° (werkvergaderingen voorbereiden en leiden voor groepen leerkrachten van een inrichting of voor de leden van een ploeg van een psycho-medisch-sociaal Centrum over thema's voorgesteld door de directie van de verzoekende inrichting of van het psycho-medisch-sociaal centrum); <BFG 1996-10-15/51, art. 3, 3°, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996>
  4° (een documentatiecentrum ter beschikking van de in artikel 1 bedoelde personeelsleden stellen); <BFG 1996-10-15/51, art. 3, 4°, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996>
  5° pedagogische documenten en instrumenten voor de begunstigden uitwerken, uitgeven, verspreiden, verkopen;
  6° pedagogische dagen of stages voorbereiden en leiden over het gebruik van audiovisuele middelen en informatica in het onderwijs.
  (7° bijdragen tot de voorbereiding en de animatie van opleidingsdagen tijdens de loopbaan bestemd voor het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra. Thema's en inhoud worden door de Raad van beheer van het centrum bepaald;
  8° de opvoedkundige werktuigen gebruiken die in het raam van de door de Franse Gemeenschap gefinancierde pedagogische onderzoekingen werden uitgewerkt en de opvoedkundige voorstellen beproeven die na afloop van voormelde onderzoekingen naar voren werden gebracht;) <BFG 1996-10-15/51, art. 3, 5°, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996>
  De activiteiten van het centrum vinden zoveel mogelijk plaats in onderwijsinrichtingen internaten, tehuizen of openluchtcentra van de Franse Gemeenschap.

Art. 3bis.[1 De inrichtende macht kan het centrum de uitoefening toevertrouwen van taken die gebruikelijk aan het Middelencentrum voor media-educatie worden toevertrouwd]1.
  ----------
  (1)<DFG 2024-05-16/92, art. 35, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>

Art. 3ter. <Ingevoegd bij BFG 1999-06-07/38, art. 2; Inwerkingtreding : 07-06-1999> § 1. Het Centrum kan Technologische Innovatiepolen oprichten, hierna afgekort "Tech I.P" genoemd, die overeenstemmen met de afdelingen "Agronomie", "Nijverheid", "Bouwkunde", "Hotelbedrijf-Voeding", "Kledij", "Toegepaste Kunsten", "Economie", " Dienstverlening aan de mensen" en "Toegepaste Wetenschappen".
  § 2. In het kader van de oprichting van de Tech.I.P.'s, zijn de opdrachten van het centrum de volgende :
  - de partnerships met het bedrijfsmilieu verstevigen en uitbreiden;
  - in het kader van een samenwerking tussen de onderwijsinrichtingen en de bedrijven, vormingen voor vervolmaking en specialisatie voorstellen aan de leerlingen en de studenten alsook een actualisatie van de beroepskennissen van de leerkrachten van al de studieniveau's, van de vormen en de filières inzake onderwijs.
  § 3. De doelstellingen van elke Tech.I.P. op zijn gebied van specifieke activiteiten zijn de volgende :
  1. op het niveau van de vorming :
  - de nodige synergieën uitspannen inzake vormingen en uitrustingen die hoge prestaties toelaten;
  - projecten inzake vorming bestuderen in verband met nieuwe behoeften;
  - vormingen houden op technische vlakken;
  - nieuwe pedagogische werkmiddelen uitvinden en testen die verband houden met de technologische evolutie.
  2. op het vlak van de documentatie en de informatie :
  - gegevens van economische, wetenschappelijke en technologische aard verzamelen, in samenwerking met het bedrijfsmilieu;
  - de informaties en de documentatie verwerken;
  - informatienetten tussen de Tech.I.P's, de onderwijsinrichtingen, het Centrum, de Administratie en het bedrijfsmilieu organiseren;
  - de internetten-server RESTODE gebruiken voor de verspreiding van de informatie.
  § 4. De Raad van Beheer van het Centrum legt aan de bevoegde Minister overeenkomsten voor om samen te werken met de inrichtende machten van het niet- confessioneel onderwijs om tech.I.P's op te richten, "gemengde Tech.I.P's" genoemd.
  Deze overeenkomsten bepalen het structureel kader en de werkingswijze van de gemengde Tech.I.P's.
  In het nastreven van de doelstellingen bepaald bij § 3 van dit artikel wordt het gebruik van de servers van de inrichtende machten van de instellingen betrokken die de Tech.I.P vormen.
  § 5. Het Centrum zorgt voor de algemene coördinatie van de Tech.I.P's.

Art.4. <BFG 1996-10-15/51, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996> De pedagogische dagen en stages worden voorbereid, ingericht en geleid in overleg met (de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, of met de inspecteur van de inspectiedienst van de psycho-medisch-sociale centra), ofwel met het (Algemeen Bestuur Organisatie voor het Onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek), en met de directeur van het Centrum. <BFG 1999-06-07/38, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 07-06-1999> <DFG 2007-03-08/46, art. 195, 2°, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2007>

HOOFDSTUK II. - Organisatie en werking.
Art.5.§ 1. Een raad van beheer wordt opgericht om het beleid van het centrum te bepalen.
  Hij legt de bevoegde Minister overeenkomsten voor samenwerking met de inrichtende machten van andere niet-confessionele netten, ter ondertekening voor.
  Hij bepaalt de behoeften van het centrum inzake meesters-, vak en dienstpersoneel, gelet op de wetten, decreten en verordeningen, toepasselijk op de onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap, en op de specifieke taken van het centrum.
  Hij voorziet in de werving of afdanking van die contractuelen. (NOTA : het DFG 2004-05-12/76, art. 325, beschikt dat in onderhavig lid 4 het woord "contractueel" vervangen wordt door het woord " tijdelijke indiensttreding " <DFG 2004-05-12/76, art. 325, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2004>)
  (Hij brengt een advies uit over de aanvragen tot affectatiewijziging van de leden van het onderwijzend personeel in het raam van de procedures bedoeld in artikelen 12ter en 12quater.) <DFG 2001-12-20/64, art. 29, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2003>
  (Hij stelt de aanstelling van de opdrachthouders aan de Regering voor binnen de perken opgelegd in hierna vermeld artikel 13.) <DFG 2001-12-20/64, art. 29, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2003>
  Elke beslissing tot werving of afdanking van contractuelen of betreffende de algemene werkvoorwaarden wordt getroffen na een met redenen omkleed advies van het basisoverlegcomité opgericht in het centrum.
  § 2. (De Raad van beheer bestaat uit :
  - (...); <BFG 2004-10-08/42, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 08-10-2004>
  (- 5 pedagogische adviseurs van de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, aangesteld door de Regering, waarvan één vice-president is;) <Het 2e en het 3e streepje wordt vervangen bij DFG 2007-03-08/46, art. 195, 3°, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
  - de inspecteurs-coördinators;
  - [1 de inspecteur belast met de coördinatie van de inspectie op het niveau van de psycho-medisch-sociale centra en de inspecteur belast met de coördinatie van de inspectie op het niveau van het onderwijs voor sociale promotie]1 ;
  - de directeur van het" Centre d'auto-information et de formation continuée" van het onderwijs van de Franse Gemeenschap.) <BFG 1999-06-07/38, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 07-06-1999>
  Alsook :
  1° een inrichtingshoofd uit het basisonderwijs;
  2° een inrichtingshoofd uit het secundair onderwijs;
  3° een inrichtingshoofd uit het (gespecialiseerd) onderwijs; <DFG 2004-03-03/36, art. 298, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2004>
  4° een directeur van een PMS-centrum;
  5° een inrichtingshoofd uit het hoger onderwijs;
  6° een inrichtingshoofd uit het onderwijs voor sociale promotie.
  De leden bedoeld sub 1° t/m 6° behoren tot het onderwijs van de Franse Gemeenschap en worden door de Minister aangesteld.
  Hun mandaat duurt 4 jaar en kan eenmaal vernieuwd worden.
  § 3. Het secretariaat van de raad wordt waargenomen door de (rekenplichtige secretaris), die raadgevende stem heeft. <BFG 1999-06-07/38, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 07-06-1999>
  De raad vergadert ten minste viermaal per jaar en bepaalt zijn huishoudelijk reglement, dat de Minister ter goedkeuring voorgelegd wordt.
  ----------
  (1)<DFG 2009-01-23/38, art. 62, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2008>

Art.6.De formatie van het centrum omvat volgende betrekkingen :
  1° directeur : 1
  (1°bis. Onderwijzend personeel en opvoedend hulppersoneel : 21 eenheden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, als volgt opgesplitst :
  a) een eenheid voor het gewoon kleuteronderwijs (kleuteronderwijzer(es));
  b) twee eenheden voor het gewoon lager onderwijs (onderwijzer(es);
  c) een eenheid voor het buitengewoon basisonderwijs (kleuteronderwijzer(es)) of onderwijzer(es);
  d) een eenheid voor het (gespecialiseerd) secundair onderwijs;
  e) twaalf eenheden voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars algemene vakken); <DFG 2004-03-03/36, art. 298, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2004>
  f) een eenheid voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars technische vakken, praktijkleraars, leraars technische vakken en beroepspraktijk);
  g) een eenheid voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars bijzondere vakken);
  h) een eenheid voor het onderwijs voor sociale promotie;
  i) een eenheid voor het opvoedend hulppersoneel.) <DFG 2001-12-20/64, art. 30, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2003>
  (2° Opdrachthouders : 8 eenheden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, als volgt opgesplitst :
  a) 5 eenheden voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars algemene vakken);
  b) een eenheid voor het secundair onderwijs van de lagere en hogere graad (leraars technische vakken, praktijkleraars, leraars technische vakken en beroepspraktijk);
  c) een eenheid voor het onderwijzend personeel van de hogescholen;
  d) een eenheid voor het technisch personeel van de PMS-centra.) <DFG 2001-12-20/64, art. 30, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2003>
  3° beheerder-secretaris of (eerste) secretaris-boekhouder [1 of secretaris-boekhouder belast met de boekhouding of boekhouder]1: 1
  4° hulpbibliothecaris of (eerste) opsteller : 1
  5° (eerste) opsteller : 3
  6° (eerste) klerk-typist : 2
  ----------
  (1)<DFG 2018-02-01/21, art. 5, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2018>

Art.7. (opgeheven) <DFG 2001-12-20/64, art. 31, 005; Inwerkingtreding : 01-02-2002>

Art.8.<DFG 2001-12-20/64, art. 32, 005; Inwerkingtreding : 01-02-2002> De betrekking van directeur van een " Centre d'autoformation et de formation continuée " kan worden begeven door een personeelslid, titularis van een van onderstaande wervings- of selectieambten :
  1. leraar algemene vakken, leraar zedenleer, leraar bijzondere vakken, leraar technische vakken, pratijkleraar, leraar technische vakken en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de hogere graad;
  2. werkmeester;
  3. [1 adjunct-directeur]1.
  ----------
  (1)<DFG 2019-03-14/20, art. 143,23°, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

Art.9. De in artikel 8 bedoelde personeelsleden moeten :
  1. vast benoemd zijn in een voltijds ambt in het onderwijs van de Franse Gemeenschap;
  2. houder zijn van het voor een in artikel 8 bedoeld ambt vereiste bekwaamheidsbewijs;
  3. in het onderwijs van de Franse Gemeenschap ten minste 10 jaar dienstanciënniteit en ten minste 6 jaar ambtsanciënniteit tellen, berekend overeenkomstig artikel 85, a t/m f., van het statutair koninklijk besluit van 22 maart 1969;
  4. (de vermelding " goed " gekregen hebben in de jongste signalementstaat en het jongste inspectieverslag, bij gebrek aan een signalementstaat wordt het personeelslid geacht de vermelding " goed " te hebben); <BFG 1996-10-15/51, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 15-10-1996>
  5. zich kandidaat stellen in de vorm en de termijn, bepaald in de opdracht tot de kandidaten.

Art.10. <DFG 2001-12-20/64, art. 33, 005; Inwerkingtreding : 01-02-2002> De kandidaten voor het ambt van directeur van het " Centre d'autoformation et de formation continuée " worden gerangschikt volgens hun verdiensten door een door de Regering samengestelde examencommissie.
  Bij die rangschikking houdt men rekening met de beoordelingsstaten, de inspectieverslagen en alle door de kandidaat aangevoerde gegevens waaruit een vorming en een ervaring blijken die met het profiel van het te begeven ambt overeenstemmen.

Art.11.In hoofdstuk D - Bestuurs- en onderwijzend personeel van het hoger secundair onderwijs - van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psychomedisch-sociale centra van de Staat, wordt tussen directeur van een technisch-pedagogisch centrum en [1 adjunct-directeur]1 het ambt "directeur Centre d'autoformation et de formation continuée : schaal 422" ingevoegd.
  ----------
  (1)<DFG 2019-03-14/20, art. 143,23°, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2019>

Art.12. De directeur van het centrum wordt door de Regering benoemd. (...) <DFG 2001-12-20/64, art. 34, 005; Inwerkingtreding : 01-02-2002>

Art. 12bis. <Ingevoegd bij DFG 2001-12-20/64, art. 35; Inwerkingtreding : 01-06-2003> De in artikel 6, 1°, bedoelde personeelsleden moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° respectievelijk deel uitmaken van het bestuurs- en onderwijzend personeel of van het opvoedend hulppersoneel, bedoeld in artikel 1 van voormeld koninklijk besluit van 22 maart 1969, en houder zijn van een wervingsambt dat verband houdt met de te begeven betrekking;
  2° vast benoemd zijn;
  3° een affectatiewijziging hebben bekomen overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 12ter.

Art. 12ter. <Ingevoegd bij DFG 2001-12-20/64, art. 36; Inwerkingtreding : 01-06-2003> § 1. Binnen de tien dagen na de openstelling van een betrekking bedoeld in artikel 6, 1°bis, brengt de Beheerraad dit ter kennis van de Regering zodat deze kan worden voorgedragen voor de affectatiewijziging.
  Als een personeelslid dat definitief toegewezen is aan een betrekking zoals bedoeld in artikel 6, 1°bis, langer afwezig is dan een maand, kan de Beheerraad de Regering voorstellen deze betrekking open te stellen voor een affectatiewijziging.
  Naargelang de behoeften van het Centrum specifieert de Beheerraad voor de in artikel 6, 1°bis, bedoelde betrekkingen het ambt en/of de bijzondere kenmerken van het ambt waarin de kandidaat voor de affectatiewijziging benoemd moet worden.
  § 2. Zodra de Regering weet heeft van de openstelling of de tijdelijke vrijmaking van een betrekking, bedoeld in artikel 6, 1°bis, kan zij een oproep doen tot kandidaten voor een affectatiewijziging middels een bericht in het Belgisch Staatsblad.
  Dit bericht vermeldt de voorwaarden waaraan de kandidaten moeten voldoen alsook de vormen en termijnen voor het indienen van de affectatiewijzigingen.
  § 3. Het personeelslid dat een affectatiewijziging wenst te bekomen binnen het centrum dient, per aangetekende brief, een gemotiveerd verzoek in bij de Regering binnen de termijn bepaald in de oproep bedoeld in § 2. Hij stuurt hiervan een kopie naar de Beheerraad binnen dezelfde termijn.
  De Regering stemt in met de affectatiewijziging na gunstig advies van de Beheerraad. Deze laatste bezorgt dit advies aan de Regering binnen een termijn van een maand vanaf de ontvangst van de kopie van de aanvraag om affectatiewijziging.
  § 4. Het personeelslid dat een affectatiewijziging heeft bekomen in een tijdelijk beschikbare betrekking wordt definitief aangesteld in de betrekking die hij uitoefent binnen het centrum op de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking zoals bedoeld in § 1, eerste lid.
  § 5. Voor de volbrenging van de opdrachten die hem in dit artikel worden toegewezen, wordt de Beheerraad uitgebreid met drie personeelsleden van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, aangeduid door de organisaties die de leerkrachten van het net van de Franse Gemeenschap vertegenwoordigen en aangesloten zijn bij de vakbondsorganisaties die zetelen in de Nationale Arbeidsraad, waarin iedere organisatie minstens een lid telt.

Art. 12quater. <Ingevoegd bij DFG 2001-12-20/64, art. 37; Inwerkingtreding : 01-06-2003> De in artikel 6, 1°bis, bedoelde personeelsleden die definitief toegewezen zijn aan het Centrum en die een affectatiewijziging willen in een onderwijsinrichting, moeten hun aanvraag indienen overeenkomstig de procedure die is vastgelegd in artikel 48 van voornoemd koninklijk besluit van 22 maart 1969.

Art.13. <DFG 2001-12-20/64, art. 38, 006; Inwerkingtreding : 01-06-2003> De in artikel 6, 2°, a en b, bedoelde opdrachthouders moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° deel uitmaken van het bestuurs- en onderwijzend personeel bedoeld in artikel 1 van voormeld koninklijk besluit van 22 maart 1969 en houder zijn van een wervingsambt dat verband houdt met de te begeven betrekking;
  2° vast benoemd zijn;
  De in artikel 6, 2°, c, bedoelde opdrachthouder moet aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° houder zijn van een ambt van rang 1 zoals bedoeld in artikel 5, A, van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen;
  2° vast benoemd zijn in het onderwijs van de Franse Gemeenschap.
  De in artikel 6, 2°, d, bedoelde opdrachthouder moet aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° houder zijn van een wervingsambt bedoeld in artikel 2, § 1, 1, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, van de psycho-medisch-sociale centra voor het (gespecialiseerd) onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook van de inspectiediensten belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het (gespecialiseerd) onderwijs; <DFG 2004-03-03/36, art. 298, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2004>
  2° vast benoemd zijn in een psycho-medisch-sociaal centrum van de Franse Gemeenschap.
  De personeelsleden worden jaarlijks, via circulaire gericht aan de inrichtingshoofden, in kennis gesteld van de betrekkingen bedoeld in artikel 6, 2°, die beschikbaar zijn in het Centrum.

Art. 13bis. <Ingevoegd bij DFG 2001-12-20/64, art. 39; Inwerkingtreding : 01-06-2003> Voor de toepassing van de statutaire reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, wordt het Centrum gelijkgesteld met een onderwijsinrichting en is de directeur van het Centrum gelijkgesteld met een hoofd van een onderwijsinrichting.
  Vanuit deze optiek :
  a) blijven de in artikel 6, 1°bis, bedoelde personeelsleden onderworpen aan de reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, betreffende het geldelijk en administratief statuut die op hen van toepassing waren vóór hun affectatiewijziging naar het Centrum overeenkomstig artikel 12ter;
  b) blijven de in artikel 6, 2°, a, b, c en d, bedoelde opdrachthouders onderworpen aan de reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, betreffende het geldelijk en administratief statuut die op hen van toepassing waren vóór het verkrijgen van hun opdracht in het Centrum;
  c) blijft de directeur van het Centrum onderworpen aan de reglementaire bepalingen, die niet strijdig zijn met voorgaande artikelen, betreffende het geldelijk en administratief statuut die op hem van toepassing waren vóór zijn benoeming op het Centrum.

Art.14. <DFG 2004-05-12/76, art. 326, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2004> De leden van het administratief personeel zijn onderworpen aan het administratief en strafrechtelijk statuut van de leden van het administratief personeel van de onderwijsinrichtingen.
  De leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel zijn onderworpen aan het administratief en strafrechtelijk statuut van de leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de onderwijsinrichtingen.

Art. 14bis. (opgeheven) <DFG 2004-05-12/76, art. 335, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2004>

Art. 14ter. [1 De definitieve of tijdelijke vervanging van het personeelslid opgenomen in de rubriek " Beheerder-secretaris of eerste secretaris-boekhouder of secretaris-boekhouder belast met de boekhouding " gebeurt in principe bij voorkeur in vast verband, bij toelating tot stage of in tijdelijk verband in het kader van het ambt van boekhouder in de zin van artikel 17, § 1, 1°, f), van het decreet van 12 mei 2004 tot bepaling van het statuut van de leden van het administratief personeel, het meester-, vak- en dienstpersoneel van de onderwijsinrichtingen ingericht door de Franse Gemeenschap.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DFG 2018-02-01/21, art. 6, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2018>


Art.15. In afwijking van artikel 8 t/m 10 van dit besluit wordt het personeelslid belast met de leiding van het centrum op de datum van inwerkingtreding van dit besluit vast benoemd tot directeur "Centre d'autoformation et de formation continuée".
  Hij geniet de weddeschaal 422.
  De in dit artikel bedoelde personeelsleden behouden hun aanspraak op een benoeming in een bevorderingsambt en op weddeverhoging.

Art.16. Aan het koninklijk besluit van 29 december 1984 betreffende het materieel en financieel beheer van de rijksdiensten met afzonderlijk beheer in het rijksonderwijs, wordt een artikel 19bis toegevoegd.
  Het luidt als volgt :
  "In afwijking van de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de ontvangsten en uitgaven van het "Centre d'autoformation et de formation continuée" voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap onderworpen aan de algemene regeling die inzake bestuurs- en begrotingscontrole toepasselijk is op de begroting van de Franse Gemeenschap".

Art.17. De (algemene directie voor de infrastructuren van de Franse Gemeenschap) beheert de gebouwen van het centrum. <BFG 1999-06-07/38, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 07-06-1999>

Art. 17bis. <Ingevoegd bij BFG 1999-06-07/38, art. 6; Inwerkingtreding : 07-06-1999> § 1. Elke Tech.I.P bestaat uit onderwijsinstellingen van de Franse Gemeenschap alsook uit technische en wetenschappelijke instellingen die bevoegd zijn voor de afdelingen bedoeld bij artikel 3ter, § 1.
  Hij vestigt zijn zetel in een van voormelde instellingen.
  § 2. De Inspectie van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap wordt betrokken bij het nastreven van de doelstellingen bepaald bij artikel 3ter, § 3.
  § 3. Elke Tech.I.P maakt een jaarlijks activiteitenverslag op dat naar de Raad van beheer van het "Centre d'auto-formation et de formation continuée" van het onderwijs van de Franse Gemeenschap uiterlijk 30 augustus van elk jaar wordt gezonden.
  § 4. In elk Tech.I.P. wordt er een Comité voor dagelijks beheer opgericht bestaande uit :
  - de inrichtingshoofden van de onderwijsinrichtingen die lid zijn van de Tech.I.P;
  - een coördinator gekozen onder de inrichtingshoofden van de onderwijsinrichtingen die lid zijn van de Tech.I.P;
  - personen-hulpkrachten van buitenhuis.
  § 5. Het Comité voor het dagelijks beheer van de Tech.I.P neemt maatregelen die een efficiënt beheer ervan toelaten.
  Aldus :
  - bepaalt het de oriëntaties inzake vorming, documentatie en informatie;
  - programmeert en organiseert het de verschillende activiteiten;
  - zorgt het voor het opvolgen van de activiteiten, maakt het de evaluatie ervan en stelt het jaarverslag op bedoeld bij § 3 van dit artikel;
  - maakt het de inventaris op van de documentatie en van de uitrusting die performerend is;
  - verzamelt het en bewerkt het de informatie en zorgt het voor haar verspreiding;
  - zorgt het voor het optimaal gebruik van de topuitrusting;
  - stelt het de personen aan die als hulpkracht van buitenshuis optreden.
  § 6. De aanbiedingen inzake vorming vanwege de Tech.I.P's worden op de server internetten RESTODE uitgezonden.

HOOFDSTUK III. [1 - Overgangsbepalingen]1   ----------   (1)
Art. 17ter. [1 Een personeelslid kan slechts aangeworven worden in een betrekking van het ambt van boekhouder bedoeld in artikel 17, § 1, 1°, f), van het bovenvermelde decreet van 12 mei 2004 wanneer het tijdelijk aangesteld personeelslid, als stagedoende of benoemd in vast verband in het ambt van bestuurder-secretaris of eerste secretaris-boekhouder of secretaris-boekhouder belast met de boekhouding binnen deze inrichting de uitoefening van zijn ambt definitief stopzet.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DFG 2018-02-01/21, art. 8, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2018>


Art.18. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1995.

Art. 19. De Minister van Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.