7 APRIL 1995. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 5 april 1995 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Sociale Voorzorg.
Art. 1-4
Artikel 1. De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Sociale Voorzorg worden onderverdeeld als volgt :
Administratief personeel
19 van 70 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B.
25 van 125 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F.
32 van 125 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H.
10 van 125 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 I.
7 van 24 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C.
5 van 24 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 D.
1 van 24 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 E.
Meesters-, vak- en dienstpersoneel
4 van 8 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E.
Art.2. In 3 betrekkingen van bestuurschef met weddeschaal 22 B die voortvloeien uit de omzetting van de betrekkingen van contractuele personeelsleden, vervat in artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 5 april 1995 houdende vaststelling van de organieke personeelsformatie van het Ministerie van Sociale Voorzorg, kan slechts voorzien worden na het vertrek van bedoelde contractuele personeelsleden.
Art.3. ln voorkomend geval beletten de personeelsleden in overtal in de betrekkingen van een weddeschaal bij toepassing van de reglementaire bepalingen houdende het statuut van het personeel, iedere bevordering tot een hogere wedde die afhankelijk is van een openstaande betrekking, zolang het overtal blijft bestaan ten opzichte van het in artikel 1 vastgelegd aantal betrekkingen.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie in werking treedt.
Brussel, 7 april 1995.
Mevr. M. DE GALAN