Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

31 JANUARI 1995. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 8 december 1994 van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 1995.



Inhoudstafel:


Art. 1-2
BIJLAGE.
Art. N, 1N, 2N, 3N, 4N, 5N, 6N, 7N, 8N, 9N, 10N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 8 december 1994 van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 1995.

Art.2. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 31 januari 1995.

BIJLAGE.
Art. N. Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen. - Beslissing van 8 december 1994.
  Vaststelling van de vakantiedata voor 1995.

Art. 1N. Artikel 1. Onderhavige beslissing werd genomen door de volgende organisaties :
  Christelijke Centrale van Diverse Industrieën, op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heer R Van De Voorde.
  Algemene Centrale van het Algemeen Belgisch Vakverbond, op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heer F. De Wolf.
  Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België, op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heer R. De Leege.
  Nationale Groepering der Kleinijverheid, V.Z.W., op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heer M. Heylen.

Art. 2N. Artikel 2. Deze beslissing is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen gelegen in de gerechtelijke kantons Boom en Kontich.

Art. 3N. Artikel 3. Voor de werklieden en werksters wordt de hoofdvakantie als volgt vastgesteld :
  1° aan de stokers van continu-ovens wordt een ononderbroken vakantieperiode toegestaan met een minimum van zeventien of achttien dagen, naargelang de vakantieperiode al dan niet een betaalde wettelijke feestdag omvat, in de periode van 1 mei 1995 tot 31 oktober 1995, op in gemeen overleg vastgestelde data tussen de betrokkenen en de werkgever;
  2° voor alle andere werklieden en werksters wordt een ononderbroken vakantieperiode toegestaan, met een minimum van zeventien of achttien dagen, naargelang deze vakantieperiode al dan niet 21 juli of 15 augustus omvat, in de periode van 12 juni 1995 tot en met 31 augustus 1995.
  In elke onderneming kunnen, door de ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan, in akkoord met de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis van deze laatste in gemeen overleg tussen de betrokkenen en de werkgever de data van deze ononderbroken vakantie collectief vastgesteld worden, ofwel voor het ganse personeel, ofwel in twee of drie beurten, telkens voor een gedeelte van het personeel.

Art. 4N. Art. 4. In afwijking van artikel 3, zal volgende vakantieregeling worden toegepast :
  - bij de Steenbakkerij Damman, N.V., Niel : in de periode van 12 juni 1995 tot en met 30 september 1995.

Art. 5N. Art. 5. Onverminderd de bepalingen van artikel 3, worden de overige vakantiedagen, waarop de werknemers nog recht hebben, op in gemeen overleg vastgestelde data tussen de betrokkenen en de werkgever, toegekend tussen 1 januari en 31 december 1995.
  De dat van deze vakantiedagen kunnen collectief vastgesteld worden door de ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan, in akkoord met de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis van deze laatste, bij akkoord tussen de werkgever en de betrokken werklieden en werksters.

Art. 6N. Art. 6. Bij het vaststellen van de data van de resterende vakantie- dagen, zal er over gewaakt worden dat de produktiecapaciteit van de onderneming niet in het gedrang komt, ondermeer door bedoelde vakantiedagen te splitsen en te spreiden over het gehele jaar, door de vakantie te verlenen in de stille perioden ter gelegenheid van bruggen, plaatselijke of andere feesten, hierbij telkens met inachtneming van de particuliere toestand van de onderneming en de aard van de produktiemethoden.

Art. 7N. Art. 7. De overeenkomstig artikel 3, 2° vastgestelde periode van collectief verlof wordt aan de werklieden en werksters bekendgemaakt door aanplakking in de onderneming voor 31 december 1994.
  In geval van vaststelling van collectief verlof in twee of drie beurten, wordt deze aanplakking, voor elke verlofbeurt, aangevuld met de naamlijst van de betrokken werklieden en werksters.
  Indien, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de onderneming de overige vakantiedagen collectief worden vastgesteld, worden deze eveneens aan de werklieden en werksters bekendgemaakt door aanplakking in de onderneming voor 31 december 1994.

Art. 8N. Art. 8. Uiterlijk op 31 december 1994 dient de werkgever afschrift over te maken van de in toepassing van vorig artikel aangeplakte kennisgevingen aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité, die hiervan mededeling doet aan de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen voor 15 januari 1995.

Art. 9N. Art. 9. In geval van vaststelling van collectief verlof in twee of drie beurten, dient de werkgever de definitieve naamlijst van de werklieden en werksters voor elke verlofbeurt over te maken uiterlijk op 1 juni 1995 aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen, die hiervan mededeling doet aan de in artikel 8 voornoemde organisaties uiterlijk op 15 juni 1995.

Art. 10N. Art. 10. Deze beslissing is van toepassing voor de vakantie te nemen in 1995.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 januari 1995.
  De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
  Mevr. M. SMET
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN