10 APRIL 1995. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 3 april 1995 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Bestuur van het Hoog Comité van toezicht.
Art. 1-3
Artikel 1. De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 april 1995 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Bestuur van het Hoog Comité van toezicht, worden onderverdeeld als volgt :
Administratief personeel :
1 van de 2 betrekkingen van bestuurschef wordt bezoldigd in de weddeschaal 22 B;
1 van de 3 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 F;
1 van de 3 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 H;
1 van de 3 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 I;
1 van de 2 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 D;
1 van de 2 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 E.
Art.2. In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 3 april 1995 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Bestuur van het Hoog Comité van toezicht.
Brussel, 10 april 1995.
J.-L. DEHAENE