13 MAART 1995. - Koninklijk besluit tot optrekking van de grens van het aan de leerjongen of leermeisje toegelaten loon tot behoud van het recht op kinderbijslag in de regeling der zelfstandigen.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 27 april 1976 tot aanvulling van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 juni 1979, 20 september 1983 en 29 september 1987, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid, 2°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"2° het aan de leerjongen of aan het leermeisje toegekende brutoloon, de sociale uitkering die hij of zij geniet, of beide samen, niet meer bedragen dan 15 000 frank per maand. Dit bedrag wordt gekoppeld aan het spilindex 117,19 (basis 1988 = 100) van de consumptieprijzen.
Het verhoogt of vermindert met 300 frank telkens wanneer de bedragen van de kinderbijslag worden gewijzigd ingevolge een stijging of een daling van dit indexcijfer." 2° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid :
"Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, is het genot van vakantiegeld, betaald bij toepassing van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers en vakantiegeld betaald bij toepassing van een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in een paritair orgaan, geen beletsel voor de toekenning van kinderbijslag tijdens de maanden in de loop waarvan dit vakantiegeld wordt uitbetaald."
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1995.
Art. 3. Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 maart 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw,
A. BOURGEOIS