25 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 64bis, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, vervangen bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de § 7, vierde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Deze schorsing of vermindering gaat in de eerste dag van de tweede maand volgend op deze waarin het in het vorig lid beoogde schrijven werd verzonden. Zij heeft, in afwijking van de bepalingen van artikel 56, § 2, geen weerslag op het recht op vakantiegeld en op de aanvullende toelage op het vakantiegeld."
2° de § 7, wordt aangevuld met het volgende lid :
"De gerechtigde kan bij een ter post aangetekend schrijven de Raad voor Uitbetaling van de voordelen van de Rijksdienst verzoeken geheel of gedeeltelijk af te zien van deze schorsing of vermindering. Dit verzoek dient, op straffe van verval, verstuurd te worden binnen de maand te rekenen vanaf de kennisgeving, beoogd in het derde lid. Dit verzoek schort de uitvoering van de Rijksdienst op totdat de Raad voor Uitbetaling van de voordelen van de Rijksdienst erover uitspraak heeft gedaan."
Art.2. In artikel 64bis, § 8, van hetzelfde koninklijk besluit, worden tussen het eerste en tweede lid de volgende leden ingevoegd :
"Het Beheerscomité van de Rijksdienst kan op verzoek van de werkgever geheel of gedeeltelijk van de invordering van de forfaitaire vergoeding en van eventuele verwijlintresten afzien, binnen de perken van een reglement vastgesteld door het Comité en goedgekeurd door de Minister die de pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft.
Het in het vorig lid bedoeld verzoek dient, op straffe van verval, binnen de maand te rekenen vanaf de kennisgeving van de sanctie door de Rijksdienst, bij een ter post aangetekend schrijven aan de Rijksdienst te worden verstuurd. Dit verzoek schort de uitvoering van de beslissing op totdat het Beheerscomité van de Rijksdienst erover uitspraak heeft gedaan."
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993 met uitzondering van artikel 1, 1°, dat slechts uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1995. Het verzoek tot schorsing of vermindering van de sanctie, ingediend binnen de maand na publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, wordt geacht te zijn ingediend binnen de termijn bedoeld in artikel 64bis, § 7, vijfde lid en § 8, derde lid van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.
Art. 4. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitwerking van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen,
M. COLLA