7 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling.
Art. 1-3
Artikel 1. Hoofdstuk II van titel III van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling is niet van toepassing op de volgende werkgevers :
1° a) het Rijk, met daarin begrepen de rechterlijke macht, de Raad van State, het leger, de rijkswacht;
b) de Gemeenschappen en de Gewesten;
c) de instellingen van openbaar nut en de openbare instellingen, met uitzondering van de Nationale Bank van België, Herdisconterings- en waarborginstituut, Bankcommissie, Algemene Spaar- en lijfrentekasholding, Gemeentekrediet van België-holding, Algemene Spaar- en lijfrentekas-bank, Algemene Spaar- en lijfrentekasverzekeringen, Gemeentekrediet van België-bank, Nationale Investeringsmaatschappij, Nationale Kas voor Beroepskrediet, Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Centraal Bureau voor hypothecair Krediet en Nationale Delcrederedienst;
d) de gesubsidieerde vrije onderwijsinrichtingen, met daarin begrepen het universitair onderwijs;
e) de diensten voor school- en beroepsoriëntering en de vrije psychomedico-sociale centra;
f) de wateringen en de polders;
g) de provincies, verenigingen van provincies, de instellingen ondergeschikt aan de provincies;
h) de gemeenten, de verenigingen agglomeraties en federaties van gemeenten, de instellingen ondergeschikt aan de gemeenten, de instellingen van openbaar nut die afhangen van de verenigingen, de agglomeraties en federaties van gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijke welzijn, de intercommunale openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de intercommunale openbare centra voor maatschappelijk welzijn alsook de verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
i) de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Verenigde Gemeenschapscommissie.
2° de beschermde werkplaatsen zoals ze werden bepaald door het koninklijk besluit van 15 januari 1991 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen en de revalidatiecentra.
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1995.
Art. 3. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN