Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

13 APRIL 1995. - Wet tot wijziging van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-06-1995 en tekstbijwerking tot 09-04-1998.)



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992011249 



Uitvoeringsbesluit(en):

1997011049 



Artikels:

Artikel 1. (Opgeheven) <W 1998-03-13/37, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 09-04-1998>

Art.2. Artikel 20 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet wordt aangevuld met een § 3 en een § 4, als volgt :
  "§ 3. Onverminderd hun geldigheid als handelspapieren, zijn de uitgifte van wissels en de ondertekening van orderbriefjes ter vertegenwoordiging van een hypothecair krediet eveneens toegelaten onder de volgende voorwaarden :
  a) elk handelspapier dient aan order van de kredietgever opgemaakt en de volledige identiteit van deze laatste te vermelden;
  b) het totale bedrag vertegenwoordigd door het handelspapier of de handelspapieren opgemaakt ter vertegenwoordiging van eenzelfde hypothecair krediet mag niet hoger zijn dan het kapitaal van het krediet;
  c) elke uitgifte van een wissel of ondertekening van een orderbriefje in het kader van deze paragraaf moet vastgesteld worden in een onderhands of authentiek document dat deel uitmaakt van de vestigingsakte van het krediet. Dit document zal de datum van het opmaken van de handelspapieren vermelden evenals hun respectieve bedragen. De vestigingsakte moet bovendien uitdrukkelijk bepalen dat het opmaken van wissels of orderbriefjes ter vertegenwoordiging van een hypothecair krediet niet toegelaten is dan in de voorwaarden voorzien in artikel 20 en dat in geval van niet naleven van deze voorwaarden, de kredietnemer op grond van artikel 31 recht heeft op de terugbetaling van de opgelopen rente van de kredietovereenkomst;
  d) het endossement van de handelspapieren bedoeld in deze paragraaf kan slechts gebeuren ten voordele van een hypotheekonderneming onderworpen aan Titel II van de huidige wet. Deze beperking moet door de kredietgever vermeld worden op de desbetreffende handelspapieren, op het moment van hun eerste endossement, evenals de verbintenis bedoeld onder littera a) van paragraaf 4.
  § 4. Onverminderd hun geldigheid als handelspapieren, is het ter betaling voorleggen van handelspapieren die opgemaakt werden ter vertegenwoordiging van een hypothecair krediet onderworpen aan de volgende voorwaarden :
  a) de begunstigde van een handelspapier mag dit slechts ter betaling voorleggen nadat hij, in voorkomend geval, zijn bedrag verminderd heeft door gedeeltelijke kwijting, tot een bedrag gelijk aan of lager dan het eisbaar bedrag van het in het kader van het krediet verschuldigd blijvend saldo - zonder het endossement van handelspapieren opgemaakt ter vertegenwoordiging van dit krediet in aanmerking te nemen - op het moment van deze voorlegging;
  b) met het op de toepassing van littera a) van deze paragraaf verbindt de kredietgever er zich toe om aan elke geëndosseerde van het handelspapier, op eenvoudig verzoek, de inlichtingen mede te delen die toelaten om het eisbaar bedrag van het verschuldigd blijvend saldo te bepalen.
  Onverminderd het eventueel verhaal van de kredietgever tegen een geëndosseerde van dusdanig handelspapier, wordt elke betaling verricht door de kredietnemer op voorlegging van een handelspapier opgemaakt ter vertegenwoordiging van een hypothecair krediet, aangerekend op het verschuldigd blijvend saldo van dat krediet en bevrijdt de kredietnemer tegenover de kredietgever tot het passende bedrag. De geëndosseerde kan de kredietnemer beletten nog langere aan de kredietgever te betalen."

Art.3. Artikel 31 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Artikel 31. Hij die ter vertegenwoordiging van een hypothecair krediet een wissel of een orderbriefje doet ondertekenen of een dergelijk handelspapier ter betaling voorlegt zonder de bepalingen van artikel 20 na te leven, is ertoe gehouden de opgelopen rente van de kredietovereenkomst aan de kredietnemer terug te betalen."

Art.4. Artikel 34, § 2, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 2. Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die ter vertegenwoordiging van een hypothecair krediet, een wisselbrief of een orderbriefje doet ondertekenen of een dergelijk handelspapier ter betaling voorlegt zonder de bepalingen van artikel 20 na te leven."

Art.5. Het opschrift van Titel III van dezelfde wet, wordt vervangen door het volgende opschrift : "Titel III. - Overdracht van bevoorrechte en hypothecaire schuldvorderingen en bijzondere vormen van hypotheekvestiging."

Art.6. Artikel 50 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Artikel 50. Deze titel is van toepassing op alle schuldvorderingen gewaarborgd door een hypotheek alsmede op alle schuldvorderingen gewaarborgd door een voorrecht op een onroerend goed, ongeacht of deze schuldvorderingen al dan niet bedoeld zijn in Titel I van deze wet."

Art.7. In artikel 51, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 6 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In § 1 worden na de woorden "de artikelen 5" de woorden "lid 1 en 2" geschrapt.
  2° In § 2 worden in het tweede lid de woorden "In het geval bedoeld in het vorige lid", vervangen door de woorden "In het geval bedoeld in de vorige paragraaf".

Art.8. Een artikel 51bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
  "Artikel 51bis. § 1. Een hypotheek mag verleend worden tot zekerheid van toekomstige schuldvorderingen indien de gewaarborgde schuldvorderingen bepaald zijn of bepaalbaar zijn op het ogenblik van de hypotheekstelling; haar rang wordt bepaald naar de dagtekening van haar inschrijving, ongeacht de tijdstippen waarop de gewaarborgde schuldvorderingen ontstaan.
  § 2. Indien een hypotheek wordt gevestigd tot zekerheid van toekomstige schuldvorderingen die over een onbepaalde duur kunnen ontstaan of tot zekerheid van schuldvorderingen uit hoofde van een overeenkomst van onbepaalde duur, kan de persoon tegen wie de hypotheek wordt ingeschreven of de derde-bezitter van het met hypotheek bezwaarde goed, de hypotheek steeds opzeggen met een opzegging van minstens drie maanden en maximum zes maanden, dat aan de schuldeiser wordt gericht bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding. De opzeggingstermijn gaat in op de dag van de ontvangstmelding.
  Inzake toekomstige schuldvorderingen heeft de opzegging tot gevolg dat de hypotheek enkel nog strekt tot zekerheid van gewaarborgde schuldvorderingen die bestaan bij het verstrijken van de opzeggingstermijn. Inzake overeenkomsten van onbepaalde duur, blijven slechts die schuldvorderingen gewaarborgd die bij het verstrijken van de opzeggingstermijn bestaan tengevolge van de uitvoering van de overeenkomst.
  Wie de hypotheek opzegt, kan eisen dat de schuldeiser hem schriftelijk de inventaris meedeelt van de schuldvorderingen die nog gewaarborgd zijn op het einde van de opzeggingstermijn.
  § 3. Wanneer eenzelfde hypotheek meerdere schuldvorderingen waarborgt waarvan één is overgedragen overeenkomstig artikel 51, § 1, dan wordt deze schuldvordering bij voorrang betaald boven de schuldvorderingen ontstaan na de datum van de overdracht."

Art.9. Artikel 53 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Artikel 53. Zonder afbreuk te doen aan artikel 31 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, kan een overdracht van schuldvorderingen zoals bedoeld in artikel 50 van deze wet, in het raam van een fusie, overneming of splitsing van ondernemingen of in het raam van de inbreng of verkoop van de hypothecaire bedrijvigheid, door een onderneming onderworpen aan Titel II van deze wet, worden tegengeworpen aan alle derden door haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad door toedoen van de Controledienst."

Art. 10. De artikelen 1 tot en met 4 van deze wet treden in werking op de datum en volgens de modaliteiten bepaald door de Koning.
  De artikelen 5 tot en met 8 treden in werking zes weken na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad. Deze artikelen zijn van toepassing op de overeenkomsten gesloten voor haar inwerkingtreding.
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 13 april 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken,
  M. WATHELET
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  M. WATHELET