26 SEPTEMBER 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 24 van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 juli 1979, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 24. § 1. De gedetineerden mogen te allen tijde, zelfs wanneer de mogelijkheid om met de buitenwereld te corresponderen bij wijze van straf ontzegd is, brieven wisselen met de hierna genoemde overheden :
- de Koning;
- de voorzitters van de Wetgevende Kamers, de voorzitter van de Vlaamse Raad, de voorzitter van de Franse Gemeenschapsraad, de voorzitter van de Waalse Gewestraad, de voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de voorzitter van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap;
- de federale Ministers en Staatssecretarissen; de Ministers en Staatssecretarissen van de Gewest- en Gemeenschapsregeringen;
- de secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie, de directeur-generaal en de inspecteurs-generaal van het Bestuur Strafinrichtingen;
- de directeur van de inrichting;
- de maandcommissaris en de voorzitter van de Bestuurscommissie;
- de voorzitter van de Hoge Raad voor Penitentiair Beleid;
- de voorzitter van het Beschermingscomité van het arrondissement waar de inrichting gelegen is;
- de voorzitters van het Arbitragehof;
- de rechterlijke overheden;
- de eerste voorzitter van de Raad van State, de auditeur-generaal bij de Raad van State, de hoofdgriffier van de Raad van State;
- de syndicus van de gerechtsdeurwaarders en de voorzitters van de Kamer van notarissen van het arrondissement waar de inrichting gelegen is;
- de voorzitter van het Europees Comité ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.
Deze mogelijkheid bestaat alleen voor brieven gericht aan het adres waar deze overheden hun ambten uitoefenen.
§ 2. Correspondentie tussen de gedetineerde en de advokaat van zijn keuze of tussen de gedetineerde van vreemde nationaliteit en de diplomatieke en consulaire ambtenaren van zijn land, is te allen tijde geoorloofd, zelfs wanneer de mogelijkheid om met de buitenwereld te corresponderen bij wijze van straf aan de gedetineerde ontzegd is. De gedetineerde van vreemde nationaliteit mag geen vrij verkeer hebben met de diplomatieke en consulaire autoriteiten wanneer het verbod van vrij verkeer bevolen is door de onderzoeksrechter.
§ 3. Artikel 20 is niet van toepassing op de correspondentie tussen de gedetineerde en de overheden of personen bedoeld in §§ 1 en 2.
Art.2. In artikel 29, § 1, van dit besluit vervallen de woorden " en behoudens het wettelijk uitgevaardigd verbod van vrij verkeer ".
Art.3. In artikel 92 van dit besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen de woorden " van buiten " en " dit is inzonderheid " worden de woorden " Behalve met zijn advocaat " ingevoegd;
2° de woorden " met zijn raadsman " vervallen.
Art. 4. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 september 1995.
ALBERT
Van Koningswege :De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK