13 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 1991 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 november 1991 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, wordt de 2° vervangen door de volgende bepaling :
"2° Belg zijn indien de uit te oefenen betrekking een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming aan de uitoefening van openbaar gezag inhoudt en werkzaamheden omvat strekkende tot bescherming van de algemene belangen van de Staat;" 2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 2 Voor elke contractuele indienstneming moeten de kandidaten geslaagd zijn voor een door het Vast Wervingssecretariaat georganiseerd vergelijkend wervingsexamen en/of voor een selectietest, overeenstemmend met het niveau van de uit te oefenen betrekking.
De selectietests worden georganiseerd op verzoek van de overheid die tot de indienstneming van contractuelen wenst over te gaan.
De inhoud van die selectietests wordt door de Vaste Wervingssecretaris vastgesteld." 3° § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 3 De kandidaten moeten het bewijs leveren dat zij voldoen aan de vereiste van § 2, eerste lid."
Art.2. Een artikel 6, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Artikel 6. Dit besluit is niet van toepassing op.
- de personeelsleden bedoeld in artikel 4, § 4, tweede lid, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
- de categorieën van personeelsleden bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, 4°, 6° en 20°, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende en specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut;
- de personeelsleden bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 1994 waarbij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening gemachtigd wordt contractuelen in dienst te nemen om te voldoen aan uitzonderlijke en tijdelijke behoeften aan personeel."
Art.3. Artikel 7, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Artikel 7. De bepalingen van artikel 2, § 2, van dit besluit zijn niet van toepassing op de regelmatig aangeworven contractuelen in dienst op 1 mei 1995."
Art.4. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt artike
8.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1
95.
Art. 6. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 13 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
J. VANDE LANOTTE