Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

6 NOVEMBER 1995. - Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van de Staatslening 1995-1998-2001-2004 met herzienbare en gewaarborgde minimum rentevoet.



Inhoudstafel:


Art. 1-16



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995003658  1998003578  2001003542 



Artikels:

Artikel 1. Onze Minister van Financiën wordt gemachtigd om, onder de door hem vast te stellen voorwaarden, een binnenlandse lening genaamd " Lening 1995-1998-2001-2004 met herzienbare en gewaarborgde minimum rentevoet " uit te geven.

Art.2. De lening is vertegenwoordigd door :
  1° toonderobligaties van 10 000 frank, 20 000 frank, 50 000 frank, 100 000 frank en 500 000 frank;
  2° op naam gestelde inschrijvingen in een grootboek van de Staatsschuld;
  3° gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt.
  Elk van de drie voornoemde effectvormen kan omgezet worden in elk van de twee andere vormen.

Art.3. De lening rent 5,10 pct. 's jaars vanaf 21 november 1995 tot 20 november 1998.
  De faciale rentevoet van de lening wordt opnieuw vastgesteld twee werken bankdagen vóór 21 november 1998 voor de termijn beginnend vanaf deze datum tot 20 november 2001. Deze rentevoet mag niet lager zijn dan 6,75 pct.
  De faciale rentevoet van de lening wordt opnieuw vastgesteld twee werken bankdagen vóór 21 november 2001 voor de termijn beginnend vanaf deze datum tot 20 november 2004. Deze rentevoet mag niet lager zijn dan 7 pct.
  Onder werk- en bankdagen verstaat men, de werk- en bankdagen in Brussel.
  De rente is betaalbaar op 21 november van de jaren 1996 tot 2004.
  De van 21 november 1998 tot 20 november 2001 en van 21 november 2001 tot 20 november 2004 geldende rentevoeten zullen berekend worden volgens de volgende regels :
  § 1. De geldende rentevoeten komen overeen met het gemiddelde van de rendementen berekend op basis van de referentiekoersen vastgesteld door de Nationale Bank van België voor de lineaire obligaties uitgedrukt in frank tegen een vaste rentevoet met een residuele looptijd vergelijkbaar met deze van de Staatslening 1995-1998-2001-2004 met herzienbare en gewaarborgde minimum rentevoet.
  Dit gemiddelde wordt berekend tijdens de vijf werk- en bankdagen voorafgaand aan de twee werk- en bankdagen vóór de datum van het in voege treden van de nieuwe rentevoet.
  § 2. De referentiekoersen vastgesteld op basis van het gemiddelde van de middenkoersen die de Nationale Bank van België berekent op basis van de bied- en laatkoersen, genoteerd door de primary dealers van schatkistwaarden uitgedrukt in frank om 11 uur voor de twee lijnen van lineaire obligaties waarvan de vervaldag het dichtst rond de datum van 21 november 2001 ligt voor de vaststelling van de toe te passen rentevoet op 21 november 1998, en het dichtst rond de datum van 21 november 2004 ligt voor de vaststelling van de toe te passen rentevoet op 21 november 2001 voor de voornoemde lening.
  Indien niet alle primary dealers in staat zijn om aan de Nationale Bank van België de gevraagde noteringen mee te delen, worden de referentiekoersen vastgesteld op basis van de verkregen noteringen door het maximum van primary dealers die de Nationale Bank van België zal kunnen contacteren hebben.
  Voor elk van de twee in aanmerking genomen lijnen van lineaire obligaties wordt het gemiddelde van de koersen vastgesteld na de twee hoogste en de twee laagste prijzen van de door de primary dealers verkregen noteringen weg te laten vallen. Indien de Nationale Bank van België minder dan 9 noteringen ontvangt, vallen enkel de hoogste en de laagste prijs weg. Indien zij minder dan 5 noteringen ontvangt, valt geen enkele van deze weg.
  § 3. De Nationale Bank van België stelt de alzo verkregen met de referentiekoersen overeenstemmende rendementen vast en zij berekent het theoretisch rendement van een lineaire obligatie die op dezelfde dag vervalt als de renteperiode van de betreffende lening door lineaire interpolatie.
  § 4. De geïnterpoleerde rentevoet verkregen door toepassing van de hierboven vernoemde § 3 wordt afgerond :
  - naar het lagere tweede decimale cijfer indien het derde decimale cijfer van de geïnterpoleerde rentevoet lager is dan 5;
  - naar het hogere tweede decimale cijfer indien het derde decimale cijfer van de geïnterpoleerde rentevoet gelijk aan of hoger is dan 5.
  § 5. De vastgestelde referentiekoersen , in toepassing van de hierboven vermelde §§ 1 tot 3, worden gepubliceerd bij de officiële notering van de Beursvennootschap van de Roerende Waarden te Brussel en op de systemen Reuters en Telerate.
  § 6. De toe te passen herziene rentevoet wordt gepubliceerd in de financiële pers en wordt bij ministerieel besluit bevestigd.

Art.4. De lening heeft een looptijd van negen jaar; er zijn twee facultatieve vervaldagen, namelijk op 21 november 1998 en op 21 november 2001. Op elk van deze hebben de houders de mogelijkheid hun obligaties vervroegd ter terugbetaling aan te bieden.
  De vervroegde terugbetalingen worden uitgevoerd tegen het pari van de nominale waarde indien de begunstigde van de aanvraag tot terugbetaling een maximum nominaal bedrag van 25 000 000 frank aanbiedt, enig of opgesplitst, per facultatieve vervaldag. Voor de bedragen boven 25 000 000 frank worden de vervroegde terugbetalingsprijzen vastgesteld door de Minister van Financiën ten laatste op 13 november 1995 samen met de uitgifteprijs.
  De aanvragen tot vervroegde terugbetaling worden aanvaard vanaf de zevende werk- en bankdag voorafgaand aan de facultatieve vervaldag tot en met de datum van deze vervaldag.
  De vervroegde terugbetaling van de inschrijvingen op naam in het Grootboek der Staatsschuld gebeurt op de werk- en bankdag volgend op de indiening van de aanvraag en ten vroegste op de dag van de betaling der interesten van de betreffende periode.

Art.5. De Minister van Financiën bepaalt de nodige maatregelen om het volgende te verzekeren :
  - de betaling van de coupons op de facultatieve vervaldag;
  - de vervroegde terugbetalingen;
  - op voorstel van de Beurscommissies, de noterings- en realisatiewijze van de transacties gedurende de bank- en werkdag die de vaststellingdatum van de nieuwe interestvoet voorafgaat.

Art.6. De lening is aflosbaar vanaf het tweede jaar, overeenkomstig onderstaande modaliteiten :
  Een jaarlijkse dotatie van 5 pct. van het nominaal kapitaal in omloop op de jaarlijkse vervaldag, ieder jaar vermeerderd met de rente van de door terugkoop afgeloste kapitalen, zonder rekening te houden met de rente van de vervroegd terugbetaalde kapitalen voor de berekening van de volgende dotaties, wordt op grond van een normale jaarspreiding, zo nodig aangepast aan de markttoestand, aangewend voor de terugkoop van het kapitaal.
  De voor de jaarlijkse aflossingen bestemde fondsen worden ter beschikking van de Amortisatiekas gesteld vanaf 21 november van elk der jaren 1996 tot 2003 naargelang van de door aan de dienst van de Staatsschuld genotificeerde behoeften.
  Het niet gebruikte gedeelte van de aflossingsdotaties wordt niet overgebracht.
  Het op 21 november 2004 niet afgeloste kapitaal is op die datum terugbetaalbaar tegen het pari van de nominale waarde.
  De aflossingsdotaties van deze lening mogen samengevoegd worden met deze van andere leningen, uitgegeven tegen dezelfde rentevoet en op dezelfde vervaldag terugbetaalbaar tegen het pari en volgens dezelfde aflossingsmodaliteiten.

Art.7. De openbare inschrijving op de lening wordt opengesteld op 14 november 1995; zij wordt afgesloten op 20 november 1995. Aan de inschrijving kan echter vóór laatstvermelde datum een einde worden gesteld.
  De op de sluitingsdag ontvangen inschrijvingen mogen eventueel verhoudingsgewijze verdeeld worden; in dit geval worden de door de inschrijvers te veel gestorte sommen hun zonder rentevergoeding terugbetaald.
  De inschrijvingen worden aanvaard bij de Nationale Bank van België te Brussel en buiten de hoofdstad, bij de in België gevestigde banken, spaarbanken en beursvennootschappen, alsmede bij de in België gevestigde financiële instellingen van de openbare sector die gemachtigd zijn om aan de plaatsing van de lening deel te nemen.

Art.8. De openbare inschrijving op de lening kan het voorwerp uitmaken van heropeningen waarvan de modaliteiten door Onze Minister van Financiën worden vastgesteld.

Art.9. De uitgifteprijs wordt door Onze Minister van Financiën ten laatste op 13 november 1995 vastgesteld. Hij is volledig in speciën te betalen.

Art.10. Toonderobligaties voorzien van acht jaarlijkse rentecoupons voor de vervaldagen van 21 november 1996 tot 2003 - de rente voor het laatste jaar betaalbaar zijnde tegen aanbieding van de obligatie - zullen ten laatste op 21 maart 1996 aan de inschrijvers afgeleverd worden.
  Deze obligaties dragen de naamstempel van de Minister van Financiën, alsmede die van de administrateur-generaal van de thesaurie en van de ambtenaar belast met de leiding van de dienst van de Staatsschuld. Zij worden voorzien van het zegel van het Ministerie van Financiën en van het visum van het Rekenhof. De coupons dragen de afdruk van de speciale controlestempel van de schuld aan toonder.

Art.11. De betaling van de coupons en de terugbetaling van de obligaties geschieden aan de loketten van de Rijkskassier, bij de Nationale Bank van België, te Brussel en buiten de hoofdstad.

Art.12. De ter vervroegde terugbetaling aangeboden obligaties moeten voorzien zijn van de niet vervallen interestcoupons. De vervroegde terugbetalingen zullen enkel op deze voorwaarde kunnen uitgeoefend worden.

Art.13. Aan de in artikel 7 bedoelde banken, spaarbanken en beursvennootschappen, alsmede aan de financiële instellingen van de openbare sector kan naargelang de categorie waartoe zij behoren, een commissieloon toegekend worden dat door de Minister van Financiën wordt vastgesteld.
  Wat betreft de toonderobligaties vermeld in artikel 2, 1°, wordt er bovendien, voor de loketdienst van deze lening, aan de financiële tussenpersonen een commissieloon verleend van 0,6 pct. op het brutobedrag der coupons betaald door hun tussenkomst; dit geldt niet voor de interest van het laatste jaar. Daarenboven wordt er voor dezelfde toonderobligaties een commissieloon van 0,3 pct. toegekend op de terugbetaling van het kapitaal die zij verwezenlijken voor rekening van de ontlener, hetzij op een vervroegde facultatieve vervaldag, hetzij op de eindvervaldag.

Art.14. De Minister van Financiën bepaalt de modaliteiten van de coördinatie van de inschrijvingen, de plaatsing en de betaling van de lening en vereffent de aan deze coördinatie verbonden kosten.

Art.15. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 16. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 6 november 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Financiën,
  Ph. MAYSTADT