Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

24 FEBRUARI 1995. - Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van de 7,75 pct. kapitalisatielening 1995-2000.



Inhoudstafel:


Art. 1-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995003172 



Artikels:

Artikel 1. Onze Minister van Financiën wordt gemachtigd, om onder de door hem vast te stellen voorwaarden, een binnenlandse lening genaamd " 7,75 pct. kapitalisatielening 1995-2000 " uit te geven.

Art.2. De lening is vertegenwoordigd door :
  1° toonderobligaties van 10 000 frank, 20 000 frank, 50 000 frank, 100 000 frank en 500 000 frank;
  2° op naam gestelde inschrijvingen in een grootboek van de Staatsschuld;
  3° gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt.
  Elk van de drie voornoemde effectvormen kan omgezet worden in elk van de twee andere vormen.

Art.3. De lening rent 7,75 pct. 's jaars vanaf 14 maart 1995. De bruto interesten worden jaarlijks gekapitaliseerd tegen een rente van 7,75 pct.
  De gecumuleerde interesten zijn betaalbaar bij de terugbetaling op 14 maart 2000.

Art.4. De lening is aflosbaar vanaf het tweede jaar overeen- komstig onderstaande modaliteiten.
  Een jaarlijkse dotatie van 5 pct. van het uitgegeven nominaal kapitaal dat ieder jaar wordt vermeerderd met de gekapitaliseerde rente wordt op grond van een normale jaarspreiding zo nodig aangepast aan de markttoestand, aangewend tot terugkoop van het kapitaal vermeerderd met de gekapitaliseerde interesten. De terugkoop zal gebeuren tegen koersen in overeenstemming met het belang van de Schatkist.
  De voor de jaarlijkse aflossingen bestemde fondsen worden ter beschikking van de Amortisatiekas gesteld vanaf 14 maart van elk der jaren 1996 tot 1999 naargelang van de door haar aan de dienst van de Staatsschuld genotificeerde behoeften.
  Het niet gebruikte gedeelte van de aflossingsdotaties wordt niet overgebracht.
  Het niet afgeloste kapitaal vermeerderd met de ermee verband houdende interesten is terugbetaalbaar op 14 maart 2000.
  De aflossingsdotaties van deze kapitalisatielening mogen samengevoegd worden met deze van andere kapitalisatieleningen, uitgegeven tegen dezelfde uitgiftevoorwaarden en terugbetaalbaar op dezelfde vervaldag.

Art.5. De openbare inschrijving op de lening wordt opengesteld op 7 maart 1995; zij wordt afgesloten op 13 maart 1995. Aan de inschrijving kan echter vóór laatstvermelde datum een einde worden gesteld.
  Het bedrag van de inschrijving dient een veelvoud van 10 000 frank te zijn.
  De op de sluitingsdag ontvangen inschrijvingen mogen eventueel verhoudingsgewijze verdeeld worden; in dit geval worden de door de inschrijvers te veel gestorte sommen hun zonder rentevergoeding terugbetaald.
  De inschrijvingen worden aanvaard bij de Nationale Bank van België te Brussel en buiten de hoofdstad, bij de in België gevestigde banken, spaarbanken en beursvennootschappen alsmede bij de in België gevestigde financiële instellingen van de openbare sector die gemachtigd zijn om aan de plaatsing van de lening deel te nemen.

Art.6. De openbare inschrijving op de lening kan het voorwerp uitmaken van heropeningen waarvan de perioden, de looptijden en de uitgifteprijzen door Onze Minister van Financiën worden vastgesteld.

Art.7. De uitgifteprijs wordt door Onze Minister van Financiën ten laatste op 6 maart 1995 vastgesteld. Hij is volledig in speciën te betalen.

Art.8. De toonderobligaties bepaald in artikel 2, 1e alinea, 1°, zullen ten laatste op 14 juli 1995 worden afgeleverd.
  Deze obligaties welke het ingeschreven nominaal kapitaal vertegenwoordigen dragen de naamstempel van de Minister van Financiën alsmede die van de administrateur-generaal van de Thesaurie en van de ambtenaar belast met de leiding van de dienst van de Staatsschuld. Zij worden voorzien van het zegel van het Ministerie van Financiën en van het visum van het Rekenhof.
  Deze obligaties zijn niet voorzien van coupons.

Art.9. De terugbetaling van de effecten geschiedt aan de loketten van de Rijkskassier, bij de Nationale Bank van België, te Brussel en buiten de hoofdstad.

Art.10. Aan de in artikel 5 bedoelde banken, spaarbanken en beursvennootschappen, alsmede aan de financiële instellingen van de openbare sector kan naargelang de categorie waartoe zij behoren, een commissieloon toegekend worden dat door de Minister van Financiën wordt vastgesteld.
  Wat betreft de toonderobligaties, wordt er bovendien, voor de loketdienst van deze lening, aan de financiële tussenpersonen een commissieloon verleend van 0,3 pct. op de terugbetaling van het nominaal kapitaal die ze verwezenlijken voor rekening van de ontlener.

Art.11. De interesten, en de hoofdsom welke de nominale waarde van het effect vertegenwoordigt, verjaren na dertig jaar, vanaf 14 maart 2000.

Art.12. De op het kapitaal verkregen interesten worden jaarlijks aan dit kapitaal toegevoegd en worden aangerekend als uitgave van de Rijksschuldbegroting ten laste van een basistoelage bestemd voor de betaling van de interesten. Ze worden als leningsopbrengst op de Rijksmiddelenbegroting gestort.
  De voor de terugkopen en de terugbetalingen noodzakelijke dotaties worden aangerekend ten laste van de basistoelage bestemd voor de aflossingen van lange termijnleningen in Belgische frank.

Art.13. Onze Minister van Financiën bepaalt de modaliteiten van de coördinatie van de inschrijvingen, de plaatsing en de betaling van de lening en vereffent de aan deze coördinatie verbonden kosten.

Art.14. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 15. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 24 februari 1995.
  ALBERT Van Koningswege :
  De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT