12 OKTOBER 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Art. 1-3
Artikel 1. Een artikel 6bis, luidend als volgt, wordt in het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd :
" Artikel 6bis. De scholier die geen onderdaan is van één van de Lid-Staten van de Europese Unie, maar die in één van deze Staten verblijft en behoort tot een groep scholieren die ingeschreven zijn in een school van algemeen vormend onderwijs en die in het kader van een schoolexcursie deelneemt aan een groepsreis, mag door het Rijk reizen of het Rijk binnenkomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden op eenvoudig vertoon van een naamlijst waarop zijn naam vermeld is, conform het gemeenschappelijke formulier dat als bijlage gaat bij het Besluit van de Raad van de Europese Unie 94/795/JBZ van 30 november 1994 inzake een gemeenschappelijk optreden, door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3, lid 2, onder b), van het Verdrag betreffende de Europese Unie, ter vereenvoudiging van het reizen voor scholieren uit derde landen die in een Lid-Staat verblijven, op voorwaarde dat :
1. de groep begeleid wordt door een leerkracht van de school, die in het bezit is van de documenten die voor zijn doorreis of zijn binnenkomst in het Rijk vereist zijn en van de hogervermelde lijst, opgesteld door de school, met vermelding van de namen en de voornamen van de begeleide leerlingen, de namen van de leerkrachten die de groep begeleiden, alsook van de bestemming en de duur van de reis;
2. de Lid-Staat waarin de scholieren verblijven de overige Lid-Staten heeft meegedeeld dat zijn eigen lijsten in alle Lid-Staten van de Europese Unie erkend dienen te worden als geldige reisdocumenten op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden vermeld in de onderdelen 3 en 4 hierna;
3. de verantwoordelijke instantie van deze Lid-Staat de lijst gewaarmerkt heeft, ten einde de verblijfstatus van de betrokken scholieren en hun recht om zonder formaliteiten opnieuw tot het land te worden toegelaten, te bevestigen;
4. op het formulier recente foto's zijn aangebracht van de op de lijst vermelde leerlingen die niet in staat zijn om hun identiteit aan te tonen door middel van een identiteitsbewijs met foto.
Als niet voldaan is aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid, onderdelen 2 tot 4, mag de in het eerste lid bedoelde scholier, wiens naam vermeld is op de desbetreffende naamlijst en die voldoet aan de in het eerste lid, onderdeel 1, bedoelde voorwaarden, hoe dan ook door het Rijk reizen of het Rijk binnenkomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden na overlegging van een individueel reisdocument dat in België geldt, zonder dat hij echter in het bezit hoeft te zijn van een visum indien hij daarvan niet is vrijgesteld krachtens andere bepalingen. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 oktober 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE