16 MAART 1995. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van toelagen aan de plaatsvervangende bijzitters van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-09-1995 en tekstbijwerking tot 11-08-2001.)
Art. 1-4
Artikel 1. De plaatsvervangende bijzitters van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen ontvangen, per zittingsdag, een presentiegeld waarvan het bedrag als volgt is bepaald :
- (37,50 EUR) voor degenen die functies uitoefenen ten laste van de Schatkist; <KB 2001-07-13/56, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (105,00 EUR) voor degenen die dergelijke functies niet uitoefenen. <KB 2001-07-13/56, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Het presentiegeld dekt de werkzaamheden die bij de vergadering horen.
De plaatsvervangende bijzitters die de hoedanigheid van ambtenaar hebben mogen geen presentiegeld ontvangen voor opdrachten uitgevoerd binnen de normale diensturen.
Art.2. De in artikel 1 bedoelde plaatsvervangende bijzitters hebben recht op de terugbetaling van de reiskosten onder de voorwaarden en volgens de bedragen vastgesteld door de reglementering die op de personeelsleden van de ministeries toepasselijk is.
De niet-ambtenaren plaatsvervangende bijzitters zijn daarvoor gelijkgesteld met een ambtenaar van rang 15.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 12 augustus 1993.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 maart 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY