Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 APRIL 1995. - Koninklijk besluit houdende de algemene regels van het vijfhoeksoverleg.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Het lokaal vijfhoeksoverleg.
Art. 2-9
HOOFDSTUK III. Het provinciaal vijfhoeksoverleg.
Art. 10-18
HOOFDSTUK IV. - Adviescommissie vijfhoeksoverleg.
Art. 19-22
HOOFDSTUK V.- Slotbepalingen.
Art. 23-24



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995801656  1997801919 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. In dit besluit duiden de woorden :
  1° " vijfhoeksoverleg " op de' overlegorganen zoals bedoeld in de eerste en tweede paragraaf van artikel 10 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt;
  2° " lokaal vijfhoeksoverleg " op de overlegorganen, zoals bedoeld in de eerste paragraaf van artikel 10 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt;
  3° " provinciaal vijfhoeksoverleg " op de overlegorganen zoals bedoeld in de tweede paragraaf van artikel 10 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt;
  4° " dienst vijfhoeksoverleg " op de dienst zoals bedoeld in artikel 6, § 2, 3° van het koninklijk besluit van 11 juli 1994 over de algemene politiesteundienst.

HOOFDSTUK II. - Het lokaal vijfhoeksoverleg.
Art.2. In elk gerechtelijk arrondissement worden lokale vijfhoeksoverlegorganen georganiseerd, hetzij op het niveau van één gemeente, hetzij op het niveau van meerdere gemeenten, hetzij op het niveau van het gerechtelijk arrondissement.

Art.3. Het lokaal vijfhoeksoverleg heeft als opdracht :
  1° bevorderen van een lokaal geïntegreerd bestuurlijk, strafrechtelijk en politioneel beleid op het gebied van de openbare orde, de preventie en de bestrijding van de criminaliteit;
  2° bepalen van de te treffen maatregelen teneinde de samenwerking tussen de overheden en de politiediensten en tussen de politiediensten onderling te verzekeren bij de uitvoering van dit beleid bedoeld in het eerste lid.

Art.4. § 1. De partners van het lokaal vijfhoeksoverleg zijn :
  - de procureur des Konings;
  - de burgemeester(s);
  - de korpschef(s) van de gemeentepolitie;
  - de districtscommandant(en) en/of de brigadecommandant(en) van de rijkswacht;
  - de officier die de brigade van de gerechtelijke politie bij de parketten leidt.
  De hierboven vernoemde hoofden van de drie politiediensten kunnen een gemandateerde vertegenwoordiger aanwijzen.
  § 2. Met het akkoord van alle partners kunnen deskundigen aan de vergaderingen deelnemen.

Art.5. De burgemeester en/of de procureur des Konings zitten de overlegvergaderingen voor, overeenkomstig de modaliteiten zoals bepaald in het huishoudelijk reglement.

Art.6. De voorzitter roept de partners, bedoeld in artikel 4, geregeld en minstens tweemaal per jaar, bijeen voor een vergadering van het lokaal vijfhoeksoverleg.
  Op gemotiveerde vraag van één van de partners roept de voorzitter een buitengewone vergadering van het lokaal vijfhoeksoverleg bijeen.

Art.7. De beslissingen en afspraken zijn genomen bij consensus en worden vastgelegd in een protocol.

Art.8. Na elke vergadering wordt een verslag met de beslissingen opgesteld en binnen de dertig dagen overgemaakt aan de partners, aan het secretariaat van het provinciaal vijfhoeksoverleg en aan de dienst vijfhoeksoverleg.

Art.9. Tijdens de eerste vergadering van het lokaal vijfhoeksoverleg wordt een huishoudelijk reglement opgesteld. Het bepaalt onder andere de volgende modaliteiten :
  - het niveau van het overleg;
  - het voorzitterschap;
  - het secretariaat;
  - de frequentie van de vergaderingen;
  - de procedure inzake de uitnodiging en de dagorde;
  - de procedure inzake de verslaggeving;
  - de procedure inzake de publiciteit van beslissingen en afspraken.
  Het huishoudelijk reglement wordt overgemaakt aan de partners, aan het secretariaat van het provinciaal vijfhoeksoverleg en aan de dienst vijfhoeksoverleg.

HOOFDSTUK III. Het provinciaal vijfhoeksoverleg.
Art.10. In elke provincie organiseren de gouverneur van de provincie en/of de procureur-generaal een provinciaal vijfhoeksoverleg.
  Op het niveau van het administratief arrondissement te BrusselHoofdstad, wordt een gelijkaardig overleg georganiseerd.

Art.11. Het provinciaal vijfhoeksoverleg heeft als opdracht :
  1° stimuleren van het lokaal vijfhoeksoverleg;
  2° formuleren van adviezen en aanbevelingen inzake veiligheid aan de lokale vijfhoeksoverlegorganen en aan de federale overheden;
  3° signaleren van bepaalde fenomenen en problemen inzake veiligheid aan de lokale vijfhoeksoverlegorganen en aan de federale overheden met het oog op het bevorderen van een geïntegreerde en gecoördineerde aanpak;
  4° bevorderen op provinciaal niveau van een geïntegreerd bestuurlijk, strafrechtelijk en politioneel beleid op het gebied van de openbare orde, de preventie en de bestrijding van de criminaliteit.

Art.12. § 1. De partners van het provinciaal vijfhoeksoverleg zijn :
  - de procureur-generaal;
  - de gouverneur van de provincie;
  - een korpschef van een gemeentepolitie aangewezen door de vertegenwoordigers van deze politie in de schoot van de provinciale commissie voor overleg en coördinatie tussen de gemeentelijke politiediensten;
  - de commandant van de territoriale groep van de rijkswacht;
  - een officier die een brigade van de gerechtelijke politie bij de parketten leidt, aangewezen door de procureur-generaal.
  De hierboven vernoemde hoofden van de drie politiediensten kunnen een gemandateerde vertegenwoordiger aanwijzen.
  § 2. De partners van het vijfhoeksoverleg op niveau van het administratief arrondissement van Brussel-Hoofdstad zijn :
  - de procureur-generaal;
  - de gouverneur;
  - een korpschef van een gemeentepolitie aangewezen door de 19 korpschefs van gemeentepolitie behorend tot dit administratief arrondissement;
  - de districtscommandant van de rijkswacht;
  - de hoofdcommissaris voor gerechtelijke opdrachten van de gerechtelijke politie bij de parketten.
  De hierboven vernoemde hoofden van de drie politiediensten kunnen een gemandateerde vertegenwoordiger aanwijzen.
  § 3. Met het akkoord van alle partners kunnen deskundigen aan de vergaderingen deelnemen.

Art.13. De gouverneur en/of de procureur-generaal zitten de overlegvergaderingen voor, overeenkomstig de modaliteiten zoals bepaald in het huishoudelijk reglement.

Art.14. De voorzitter roept de partners, bedoeld in artikel 12, minstens éénmaal per semester, bijeen voor een vergadering van het provinciaal vijfhoeksoverleg.
  Op gemotiveerde vraag van een van de partners roept de voorzitter een buitengewone vergadering van het provinciaal vijfhoeksoverleg bijeen.

Art.15. De beslissingen en afspraken zijn genomen bij consensus en worden vastgelegd in een protocol.

Art.16. Van elke vergadering wordt een verslag met de beslissingen opgesteld en binnen de dertig dagen overgemaakt aan de partners, aan de secretariaten van de lokale vijfhoeksoverlegorganen en aan de dienst vijfhoeksoverleg.

Art.17. Tijdens de eerste vergadering van het provinciaal vijfhoeksoverleg wordt een huishoudelijk reglement opgesteld. Het bepaalt onder andere de volgende modaliteiten :
  - het voorzitterschap;
  - het secretariaat;
  - de frequentie van de vergaderingen;
  - de procedure inzake de uitnodiging en de dagorde;
  - de procedure inzake de verslaggeving;
  de procedure inzake de publiciteit van beslissingen en afspraken.
  Het huishoudelijk reglement wordt overgemaakt aan de partners en aan de dienst vijfhoeksoverleg.

Art.18. Het provinciaal vijfhoeksoverleg stelt elk jaar, tijdens het eerste trimester, een analyserapport op over de evolutie van het lokaal vijfhoeksoverleg.
  Dit rapport wordt, ten laatste op 31 maart, overgemaakt aan de dienst vijfhoeksoverleg.

HOOFDSTUK IV. - Adviescommissie vijfhoeksoverleg.
Art.19. Een adviescommissie vijfhoeksoverleg wordt opgericht, wat hierna de " commissie " wordt genoemd.

Art.20. De commissie heeft als opdracht adviezen te formuleren met betrekking tot het vijfhoeksoverleg en de werking van de dienst vijfhoeksoverleg aan de Minister van Justitie en aan de Minister van Binnenlandse Zaken.

Art.21. De commissie is samengesteld uit de dienst vijfhoeksoverleg en uit vertegenwoordigers van het parket-generaal, van het parket, van de gouverneurs, van de burgemeesters, van de gemeentepolitie, van de rijkswacht, van de gerechtelijke politie bij de parketten, van de algemene rijkspolitie, van het vast secretariaat voor preventiebeleid, van de dienst voor het strafrechtelijk beleid en van het wetenschappelijk milieu.
  De leden worden aangewezen door de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken.
  Deskundigen kunnen uitgenodigd worden om aan de vergaderingen deel te nemen.

Art.22. De commissie wordt alternerend voorgezeten door de Minister van Justitie en door de Minister van Binnenlandse Zaken, of hun vertegenwoordigers.

HOOFDSTUK V.- Slotbepalingen.
Art.23. De dienst vijfhoeksoverleg stelt jaarlijks, tegen 31 mei, een analyserapport op over de evolutie van het provinciaal en lokaal vijfhoeksoverleg in België. Dit rapport wordt overgemaakt aan de betrokken Ministers en aan de provinciale vijfhoeksoverlegorganen.

Art. 24. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 10 april 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  M. WATHELET
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  J. VANDE LANOTTE