10 APRIL 1995. - Koninklijk besluit houdende aanduiding van de kantoren van [...] de rijkswacht, die voor het reizigersverkeer opengesteld worden en die gemachtigd worden om bij de afgifte van visa aan de grenzen van het Rijk, de kanselarijrechten te innen. (KB 1999-05-03/88, art. 28,§1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-1999) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-05-1995 en tekstbijwerking tot 16-07-1999)
Art. 1-5
Artikel 1. De afgifte van visa, in toepassing van artikel 11 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt verricht door (de met de politie te water belaste overheid van de federale politie) in de havens van Antwerpen, van Gent, van Oostende, van Zeebrugge, van Nieuwpoort en van Blankenberge. <KB 1999-05-03/88, art. 28,§2, 002; Inwerkingtreding : 01-04-1999>
De agenten, bedoeld in het eerste lid, worden gemachtigd om bij de afgifte van visa aan de maritieme grens, de kanselarijrechten te innen.
Art.2. De afgifte van visa, in toepassing van artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit, wordt verricht door de agenten van de rijkswacht, aan de volgende grensposten :
A. voor het luchtverkeer :
in de luchthaven van Deurne;
in de luchthaven van Oostende;
in de nationale luchthaven van Zaventem;
in de luchthaven van Bierset;
in de luchthaven van Gosselies;
B. voor het treinverkeer :
in het station te Brussel-Zuid, Eurostar-terminal, voor het treinverkeer tussen Londen en Brussel-Zuid via de vaste Kanaaltunnelverbinding.
De agenten, bedoeld in het eerste lid, worden gemachtigd om bij de afgifte van visa in de luchthavens en aan de landsgrens, de kanselarijrechten te innen.
Art.3. De rechten welke aan de in de artikelen 1 en 2 genoemde grensposten geheven worden, bedragen het dubbele van deze vastgesteld in tarief I, afdeling III, gevoegd bij de wet van 4 juli 1956 houdende het tarief der consulaire en der kanselarijrechten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 januari 1983 en 23 maart 1988.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5. Onze Minister van Verkeerswezen, Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Verkeerswezen,
E. DI RUPO
De Minister van Buitenlandse Zaken,
E. DE RYCKE
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE