Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werkingsmodaliteiten van de vaste commissie voor de gemeentepolitie. (NOTA : artikelen 1, 2, 3, 5, 6, 7 en 8 opgeheven op de dag van de aanstelling van de leden van de Vaste Commissie van de lokale politie <KB2006-12-07/53, art. 18, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >) (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 10-05-1995 en tekstbijwerking tot 16-01-2009)



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006001032  2009000024 



Artikels:

Artikel 1. Er wordt een vaste commissie voor de gemeentepolitie opgericht, hierna "de commissie" genoemd.

Art.2. De commissie is samengesteld als volgt :
  1° 14 leden van de gemeentepolitie, aangesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken, overeenkomstig de bepalingen van artikel 3;
  2° Een ambtenaar, ten minste van rang 13, aangesteld door de leidend ambtenaar van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie;
  3° Het lid van de gemeentepolitie binnen de raad van bestuur en het lid van de gemeentepolitie binnen het directiecomité van de Algemene politiesteundienst;
  4° De voorzitter van de Koninklijke Federatie van Commissarissen en Adjunct-Commissarissen van België;
  5° De voorzitter van de Nationale Federatie van de Hoofdveldwachters;
  6° Twee verbindingsofficieren van de gemeentepolitie bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, van een verschillende taalrol.
  De Minister van Binnenlandse Zaken wijst de Voorzitter van de commissie aan, op de voordracht van deze commissie, die zij tijdens haar eerste vergadering heeft goedgekeurd.
  De leden bedoeld in de punten 1°, 4° en 5°, wijzen een plaatsvervanger aan voor ingeval zij een vergadering van de commissie niet persoonlijk kunnen bijwonen.
  De leidend ambtenaar van de Algemene directie van de Algemene Rijkspolitie wijst een plaatsvervanger aan voor het lid bedoeld in punt 2°.
  Bovendien kan de commissie, overeenkomstig de modaliteiten die daartoe in haar huishoudelijk reglement zijn vastgesteld, deskundigen die al dan niet lid zijn van de gemeentepolitie, vragen deel te nemen aan haar werkzaamheden.

Art.3. De 14 leden van de gemeentepolitie, bedoeld in artikel 2, 1°, moeten worden aangewezen met inachtneming van de volgende verdelingsregels :
  - Vlaams Gewest : zeven leden, waarvan één uit een gemeente klasse 1 tot 16 komt, drie uit een gemeente klasse 17 tot 19, twee uit een gemeente klasse 20 tot 21 en één uit een gemeente klasse 22;
  - Waals Gewest : vijf leden, waarvan één uit een gemeente klasse 1 tot 16 komt, twee uit een gemeente klasse 17 tot 19, één uit een gemeente klasse 20 tot 21 en één uit een gemeente klasse 22;
  - Brussels Gewest : twee leden, waarvan één uit een gemeente klasse 20 tot 21 komt, en één uit een gemeente klasse 22.
  Bij de verdeling van de mandaten, zorgt de Minister van Binnenlandse Zaken er bovendien voor dat iedere provincie door minstens één lid wordt vertegenwoordigd.
  De in dit artikel bedoelde leden van de gemeentepolitie hebben ofwel de hoedanigheid van korpschef van de gemeentepolitie, of zijn bekleed met een van de graden van officier van de gemeentepolitie.
  Ze worden aangesteld voor een eenmalig hernieuwbare periode van drie jaar.

Art.4. (Opgeheven) <KB 2008-12-23/51, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 26-01-2009>

Art.5. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken stelt zijn infra- structuur ter beschikking van de commissie voor het houden van vergaderingen, en verstrekt de nodige logistieke steun voor de werking van het secretariaat van de commissie.
  De commissie komt minstens 6 maal per jaar bijeen.

Art.6. De commissie geeft zijn advies omtrent alle vraagstukken betreffende de gemeentepolitie die haar door de Minister van Binnenlandse Zaken of door andere belanghebbende ministers, door provinciegouverneurs of burgemeesters worden voorgelegd.
  De commissie doet uiterlijk tijdens de tweede vergadering die volgt op de indiening van de adviesaanvraag uitspraak over deze aanvraag.
  Elk advies van de commissie wordt ter kennis gebracht van de Minister van Binnenlandse Zaken.
  De commissie kan tevens op eigen initiatief ieder vraagstuk betreffende de gemeentepolitie onderzoeken en het resultaat ervan meedelen aan de Minister van Binnenlandse Zaken.

Art.7. De commissie stelt een huishoudelijk reglement op, waarin onder meer wordt bepaald :
  - hoe de vergaderingen bijeen worden geroepen;
  - hoe de agenda van de vergaderingen wordt opgemaakt;
  - de wijze waarop de uit te brengen adviezen worden aangenomen;
  - het vereiste quorum om de adviezen rechtsgeldig te kunnen goedkeuren;
  - de wijze waarop subcommissies inzake specifieke onderwerpen worden opgericht, alsook de werking ervan;
  - de nadere regels betreffende het opstellen van de notulen van de vergaderingen.
  Het huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken.

Art.8. Elk jaar, en voor de eerste keer 12 maanden na haar eerste plenaire vergadering, stelt de commissie een activiteitenverslag op dat zij aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie overmaakt, alsook aan de provinciale overleg- en coördinatiecommissies van de gemeentepolitie en aan de algemene politiesteundienst.
  Voor elke vergadering van de commissie worden notulen opgesteld. Deze worden aan elk lid van de commissie overgemaakt, alsook aan de Minister van Binnenlandse Zaken.

Art. 9. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 5 april 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  J. VANDE LANOTTE