5 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van consignatie en van betaling van de administratieve geldboete bedoeld bij artikel 74/4bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-04-1995 en tekstbijwerking tot 30-08-2000).
Art. 1-9
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. De betaling, door de vervoerder, van de administratieve geldboete, bedoeld bij artikel 74/4bis, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, hierna "de wet" genoemd, dient te gebeuren door storting op een rekening van de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft of zijn gemachtigde.
Indien de betaling onmogelijk door een storting op een rekening kan gebeuren, kan de betaling gebeuren in de handen van de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen tot zijn bevoegdheid heeft of zijn gemachtigde, die bevoegd is om met toepassing van artikel 74/4bis, § 1, van de wet, een administratieve geldboete op te leggen, of van de agent die de inbreuk heeft vastgesteld, voorzover die hiertoe de toestemming heeft gekregen van de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen tot zijn bevoegdheid heeft of zijn gemachtigde.
Art.2. Indien de vervoerder het bedrag niet kan betalen in geld dat wettelijk gangbaar is in België, dient met biljetten in dollars van de Verenigde Staten of in een munt van een lidstaat van de Europese Unie te worden betaald. De wisselkoers wordt vastgesteld door de Minister van Financiën of door zijn gemachtigde en op gezette tijden aangepast. Het bedrag dat resulteert uit de toepassing van de wisselkoers wordt tot op de hogere eenheid afgerond.
Art.3. Wanneer de betaling in de handen van een persoon gebeurt, worden de betaalde bedragen ingeschreven op genummerde formulieren die samengevoegd zijn in genummerde boekjes welke overeen dienen te stemmen met het model van de bijlage bij dit besluit.
De daartoe gemachtigde agent vult de twee delen van de formulieren in, waarvan :
- de strook aan het boekje gehecht blijft;
- het ontvangstbewijs onmiddellijk aan de vervoerder wordt afgegeven.
Wanneer een betalingsformulier ongeldig gemaakt moet worden, constateert de agent die er houder van is die ongeldigmaking op de twee delen van het formulier door middel van een gedagtekende en ondertekende vermelding.
Art.4. Alle betaalde administratieve geldboeten worden in de schat- kist gestort.
Art.5. Alle bescheiden betreffende de betaling van een administra- tieve geldboete worden gedurende vijf jaar bewaard in de kantoren waartoe de in artikel 3 bedoelde personeelsleden behoren.
Art.6. De consignatie, door de vervoerder, van het bedrag van de administratieve geldboete, bij de Deposito- en Consignatiekas dient te gebeuren overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934.
Art.7. Indien de vervoerder geen maatschappelijke zetel, woon- plaats of vaste verblijfplaats in België heeft, kan hij, preventief, het bedrag van tenminste (3 750 EUR) als waarborg consigneren teneinde het inhouden van het vervoermiddel, zoals bepaald bij artikel 74/4bis, § 3, van de wet, te voorkomen. <KB 2000-07-20/70, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Indien deze som echter het volledige bedrag van de opgelegde administratieve geldboeten niet dekt, blijft artikel 74/4bis, § 4, van de wet van toepassing.
Op overlegging van een attest van de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft of van zijn gemachtigde, waarin wordt bepaald dat geen enkele administratieve geldboete werd opgelegd of dat, in het tegenovergestelde geval, de in consignatie gegeven som het bedrag van de opgelegde geldboeten overschrijdt, heeft de vervoerder het recht de volledige of de gedeeltelijke terugbetaling van de als waarborg gedeponeerde som te bekomen.
De consignering en de terugbetaling van de gedeponeerde sommen, gebeuren overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 9 april 1
95.
Art.9. Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Binnen- landse Zaken, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 5 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE
BIJLAGE.
Art. N. Betaalformulier (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 20-04-1995, p. 10213).