10 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot bepaling van de activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten. (NOTA : opgeheven voor het Brusselse Gewest bij ORD2018-07-05/02, art. 99, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2018)(NOTA : opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij DVR2005-07-15/51, art. 303, 13°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007) (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Overheid, wat de havenbedrijven in de zin van het decreet van 2 maart 19999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens betreft, bij DVR2008-02-01/50, art. 6; Inwerkingtreding : 06-04-2008) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-05-1995 en tekstbijwerking tot 12-07-2018)
Art. 1-2
Artikel 1. Activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid kan oprichten, zijn :
1° de levering en de voorziening van water, gas, elektriciteit of stoom;
2° de verkoop van bomen en hout van een bosbedrijf;
3° de exploitatie van havens, bevaarbare waterlopen en luchthavens;
4° de exploitatie van parkeergelegenheden, opslagplaatsen of kampeerterreinen;
5° de exploitatie van een radio- of teledistributienet;
6° de exploitatie van een slachthuis;
7° (de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning, voor het onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke of verzorgende activiteiten;) <KB 1999-03-09/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-06-1999>
8° (het verwerven van onroerende goederen, de vorming van zakelijke onroerende rechten, de bouw, de renovatie, de verbouwing, het verhuren of de financieringshuur van onroerende goederen met het oog op de verkoop, de verhuur, de financieringshuur of andere juridische behandelingen betreffende deze onroerende goederen;) <KB 1999-03-09/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-06-1999>
9° de exploitatie van inrichtingen voor verkoop bij opbod, zoals mijnen;
10° de levering van goederen en het presteren van diensten in het kader van rouwstoeten en begrafenissen;
11° de exploitatie van openbare markten;
12° de organisatie van openbare gebeurtenissen;
13° de exploitatie van vervoer te water, te land en in de lucht;
14° (de leveringen van goederen en de dienstverleningen betreffende de informatica en het drukken;) <KB 1999-03-09/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-06-1999>
(15° het beheer van het onroerend vermogen van de gemeente;) <KB 1999-03-09/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-06-1999>
(16° het onthaal, de integratie, de heropneming, de tewerkstelling en de hertewerkstelling van personen zonder werk of van werkzoekenden.) <KB 1999-03-09/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-06-1999>
Art. 2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.