12 APRIL 1995. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 3, § 1, tweede en derde lid, van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming voor de verkiezing van het Europese Parlement van 12 juni 1994, de provincieraadsen gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1994 en de verkiezingen van 21 mei 1995 voor de gelijktijdige vernieuwing van de federale Kamers, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de gemeenten die voor de verkiezingen van het Europese Parlement van 12 juni 1994 en voor de provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1994 gebruik hebben gemaakt van een geautomatiseerd stemsysteem, dat door de Staat of gezamenlijk door Staat en de Duitstalige Gemeenschap werd aangeschaft, en op de gemeenten die er een zullen gebruiken voor de verkiezingen van 21 mei 1995 voor de gelijktijdige vernieuwing van de federale Kamers, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.
Art.2. De som die moet worden betaald door de gemeenten die een geautomatiseerd stemsysteem gebruiken, bedraagt F 20 per ingeschreven kiezer voor de verkiezing van het Europese Parlement van 12 juni 1994.
Art.3. Voor de provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1994 wordt dit bedrag vastgesteld op F 40 per ingeschreven kiezer.
Art.4. Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1994 in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad wordt dit bedrag vastgesteld op F 20 per ingeschreven kiezer.
Art.5. Voor de verkiezingen van 21 mei 1995 met het oog op de gelijktijdige vernieuwing van de federale Kamers, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, wordt dit bedrag vastgesteld op F 50 per ingeschreven kiezer.
Art.6. De helft van de in de voorgaande artikelen vermelde bedragen zal op initiatief van Onze Minister van Binnenlandse Zaken aan de Duitstalige Gemeenschap worden gestort, voor de sommen die worden betaald door de gemeenten die onder deze Gemeenschap ressorteren.
Art.7. Vóór de voorafneming van ambtswege, die ten laste van iedere gemeente plaatsvindt op de haar naam geopende rekening bij de N.V. Gemeentekrediet van België, zal haar door Onze Minister van Binnenlandse Zaken een verantwoordingsstaat van de verschuldigde sommen worden gestuurd.
Art. 8. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 12 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE