Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 MAART 1995. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden inzake anciënniteit, bijscholing en gunstig advies van de korpschef om sommige weddeschalen aan de titularissen van sommige graden van de gemeentepolitie te kunnen toekennen.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1996000293  1997000273  1997801902  1998000398  2001000168  2001000343 



Artikels:

Artikel 1. De voorwaarden tot toekenning van een weddeschaal waarvan het maximum hoger ligt dan 767 000 frank zonder 834 000 frank te mogen overschrijden, aan de houder van de graad van hulpagent van politie zijn de volgende :
  1° over ten minste 16 jaar dienstanciënniteit beschikken;
  2° na benoemd te zijn in de graad van hulpagent, ten minste 100 uren, in voorkomend geval gecumuleerd, vervolmakings-, bijscholings- en specialisatiecursussen, erkend door de Minister van Binnenlandse Zaken, gevolgd hebben en geslaagd zijn voor de eventuele proeven die daarop betrekking hebben;
  3° een gunstig advies van de korpschef of van de beroepsinstantie, afgeleverd overeenkomstig de evaluatie- en beroepsprocedure zoals vastgesteld in het gemeentereglement.

Art.2. De voorwaarden tot toekenning van een weddeschaal waarvan het maximum hoger ligt dan 960 000 frank zonder 1 000 000 frank te mogen overschrijden aan de houder van de graad van politieagent of veldwachter zijn de volgende :
  1° over ten minste 12 jaar dienstanciënniteit beschikken;
  2° - hetzij ten minste houder zijn van één van de volgende brevetten of getuigschriften :
  a) het getuigschrift van inspecteur van politie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende de opleiding en bevordering tot de graden van inspecteur en hoofdinspecteur van politie;
  b) het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, uitgereikt aan sommige leden van de gemeentepolitie;
  c) het getuigschrift bedoeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 4 augustus 1987 betreffende de getuigschriften afgeleverd door de politiescholen;
  d) het brevet van kandidaat-commissaris en adjunct-commissaris van politie afgeleverd krachtens het koninklijk besluit van 12 april 1965 betreffende het brevet van kandidaat-commissaris en adjunct-commissaris van politie;
  e) het brevet van officier van de gemeentepolitie bepaald bij het koninklijk besluit van 25 juni 1991 houdende de algemene bepalingen betreffende de opleiding van de officieren van de gemeentepolitie, de voorwaarden tot benoeming in de graden van officier van de gemeentepolitie en de voorwaarden tot aanwerving en benoeming in de graad van aspirant-officier van de gemeentepolitie;
  - hetzij, na benoemd te zijn in de graad van politieagent of veldwachter, ten minste 200 uren, in voorkomend geval gecumuleerd, vervolmakings-, bijscholings- en specialisatiecursussen, erkend door de Minister van Binnenlandse Zaken, gevolgd hebben en geslaagd zijn voor de eventuele proeven die daarop betrekking hebben;
  3° een gunstig advies van de korpschef of van de beroepsinstantie, afgeleverd overeenkomstig de evaluatie- en beroepsprocedure zoals vastgesteld in het gemeentereglement.

Art.3. De voorwaarden tot toekenning van een weddeschaal waarvan het maximum hoger ligt dan 1 370 000 frank zonder 1 420 000 frank te mogen overschrijden aan de houder van de graad van adjunct-commissaris van politie van de gemeenten waarvan de klasse gelijk is aan of hoger dan klasse 17 zijn de volgende :
  1° over ten minste 16 jaar dienstanciënniteit beschikken;
  2° - hetzij ten minste houder zijn van één van de diploma's of getuigschriften die in aanmerking genomen worden voor de werving in de betrekkingen van niveau 1 bij de Rijksbesturen;
  hetzij, na benoemd te zijn in de graad van adjunct-commissaris van politie, ten minste 1000 uren, in voorkomend geval gecumuleerd, vervolmakings-, bijscholings- en specialisatiecursussen, erkend door de Minister van Binnenlandse Zaken, gevolgd hebben en geslaagd zijn voor de eventuele proeven die daarop betrekking hebben;
  3° een gunstig advies van de korpschef of van de beroepsinstantie, afgeleverd overeenkomstig de evaluatie- en beroepsprocedure zoals vastgesteld in het gemeentereglement.

Art.4. De weddeschalen bedoeld in artikel 1 tot en met 3 zijn bij overgangsmaatregel van toepassing op de houders van de desbetreffende graden voor zover zij op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° over ten minste 25 jaar dienstanciënniteit beschikken;
  2° ten minste 50 jaar oud zijn;
  3° een gunstig advies bekomen van de korpschef of van de beroepsinstantie, afgeleverd overeenkomstig de evaluatie- en beroepsprocedure zoals vastgesteld in het gemeentereglement;

Art.5. Het gunstig advies van de korpschef zoals bedoeld in de artikelen 1 tot en met 4 is gebaseerd op de evaluatie door ten minste een hiërarchische overste en bevat een globale evaluatie van de beroepshoedanigheden van de betrokkene.

Art.6. Dit besluit treedt in werking op het ogenblik van de toepas- sing van de algemene herziening van de weddeschalen op de andere personeelscategoriën van dezelfde overheid en ten vroegste op 1 januari 1994.

Art. 7. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, op 3 maart 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  J. VANDE LANOTTE