10 NOVEMBER 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het rijkspersoneel.
Art. 1-7
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het rijkspersoneel, worden de bepalingen van bijlage I betreffende de graad van administrateur-generaal van de belastingen, vervangen door het koninklijk besluit van 14 april 1993, als volgt gewijzigd :
1° de bepalingen voorkomende in kolom 1 worden vervangen door de volgende bepalingen :
" Administrateur-generaal van de belastingen.
Verandering van graad : directeur-generaal van een administratie of van een dienst van het Ministerie van Financiën,
Verhoging in graad : ambtenaar van rang 15 behorend tot een administratie of dienst van het Ministerie van Financiën :
- ten minste één jaar graadanciënniteit tellen. "
2° de bepaling voorkomende in kolom 2 wordt opgeheven.
Art.2. In hetzelfde besluit worden de bepalingen van bijlage I betreffende de graad van administrateur-generaal der thesaurie, vervangen door het koninklijk besluit van 14 april 1993, als volgt gewijzigd :
1° de bepalingen voorkomende in kolom 1 worden vervangen door de volgende bepalingen :
" Administrateur-generaal der thesaurie.
Verandering van graad : directeur-generaal van een administratie of van een dienst van het Ministerie van Financiën.
Verhoging in graad : ambtenaar van rang 15 behorend tot een administratie of dienst van het Ministerie van Financiën :
- ten minste één jaar graadanciënniteit tellen. "
2° de bepalingen voorkomende in kolom 2 worden opgeheven.
Art.3. In hetzelfde besluit worden de bepalingen van bijlage I betreffende de graad van directeur-generaal, vervangen door het koninklijk besluit van 14 april 1993, als volgt gewijzigd :
1° de bepalingen voorkomende in kolom 1 worden vervangen door de volgende bepalingen :
" Directeur-generaal.
Verhoging in graad : ambtenaar van rang 15 behorend tot een administratie of dienst van het Ministerie van Financiën :
- ten minste één jaar graadanciënniteit tellen. "
2° de bepalingen voorkomende in kolom 2 worden opgeheven.
Art.4. In de bepalingen van bijlage I van hetzelfde besluit betreffende de graad van auditeur-generaal, vervangen door het koninklijk besluit van 14 april 1993, in kolom 2, wordt de H vervangen door de volgende bepaling :
" H. Mogen zich kandidaat stellen voor de betrekkingen van auditeur-generaal en eerste auditeur, voor zover zij de voorwaarden vervullen bedoeld in kolom 1 tegenover die graden, de ambtenaren benoemd bij of ter beschikking gesteld van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie, alsook degenen die tot de Administratie der directe belastingen of tot die van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen behoren. De betrekkingen van auditeur-generaal en van eerste auditeur kunnen eveneens toegekend worden aan ambtenaren met dezelfde graad, overgeplaatst van een van bovengenoemde administraties. De kandidaten van de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen moeten de vereiste titels bezitten om te kunnen worden benoemd in de betrekkingen van de Sektor van de belasting over de toegevoegde waarde. "
Art.5. In de bepalingen van bijlage I van hetzelfde besluit betreffende de graad van eerste auditeur, vervangen door het koninklijk besluit van 14 april 1993 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 december 1993, in kolom 2, wordt de H vervangen door de volgende bepaling :
" H. Zie de bepalingen opgenomen onder littera H, in kolom 2, tegenover de graad van auditeur-generaal. "
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 december 1994.
Art. 7. Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT
De Minister van pensioenen,
M. COLLA