7 SEPTEMBER 1994. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1992 tot uitvoering van artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992.
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 1, 11°, van het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1992 tot uitvoering van artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992 worden de woorden " al dan " geschrapt.
Art.2. § 1. Artikel 13, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 2° anderzijds het tijdens de loop van het kalenderjaar dat de betrokken verjaardag van de verrekeningsdag voorafgaat, door de particuliere huurder te dragen gedeelte van de huurprijs, zoals vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 van dit besluit en zoals geattesteerd door het bestuur Huisvesting van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of de Vlaamse Huisvestingsmaatschappj, naar gelang het geval. Om het bedrag van de huursubsidie te bepalen wordt dit gedeelte berekend op basis van enerzijds een basishuurprijs die gelijk is aan 3 % van de geactualiseerde kostprijs van de betrokken woning op 1 januari van het kalenderjaar en anderzijds de op de huurder van toepassing zijnde gegevens op 1 januari van hetzelfde kalenderjaar. "
§ 2. In artikel 14, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het woord " deze aanvangsdatum " vervangen door " de verrekeningsdag ".
§ 3. Artikel 14, eerste lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin : " Hiertoe wordt het jaarbedrag van de huursubsidie omgerekend op maandbasis ".
Art.3. § 1. In artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " het leningsbedrag " vervangen door de woorden " het overeenkomstig artikel 16, tweede lid, 1°, verkregen leningsbedrag ".
§ 2. In artikel 21, § 1, 1° en 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden " het leningsbedrag " telkens vervangen door de woorden " het overeenkomstig artikel 20, tweede lid, 1°, verkregen leningsbedrag ".
Art.4. § 1. Artikel 19, § 2, eerste lid van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : " De in § 1 bedoelde sociale of daarmee gelijkgestelde koopwoningen dienen gedurende een termijn die verstrijkt één jaar na de voorlopige oplevering van de betrokken woning of woningen, uitsluitend te koop aangeboden te worden aan particulieren die voldoen aan de inkomensvoorwaarden, bepaald in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 3 februari 1993 houdende instelling van een tegemoetkoming in de last van hypothecaire leningen, aangegaan om een woning te bouwen, te kopen of te renoveren, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1994 ".
§ 2. In artikel 19, § 2, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden " in geval van verkoop, verkocht te worden " vervangen door de woorden " gedurende een termijn die verstrijkt één jaar na de voorlopige oplevering van de betrokken woning of woningen, uitsluitend te koop aangeboden te worden ".
Art.5. § 1. In artikel 22, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden " twintig jaar " vervangen door " tien jaar ".
§ 2. In artikel 22, tweede lid van hetzelfde besluit wordt het woord " tweeëntwintigste " vervangen door " twaalfde ".
Art.6. § 1. Artikel 23, eerste lid van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : " Voor de berekening van het bedrag van de rentesubsidie wordt uitgegaan van 90 % van de kostprijs, met een beperking tot het leningsbedrag ".
§ 2. Artikel 23, tweede lid, van het besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : " het jaarlijks bedrag van de rentesubsidie bedraagt 3 % van het overeenkomstig het vorige lid verkregen bedrag ".
§ 3. Artikel 24, eerste lid van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : " De overeenkomstig artikel 23 verkregen jaarlijkse bedragen van de rentesubsidie worden verleend gedurende tien jaar vanaf het verlijden van de leningsakte ".
Art.7. Artikel 25, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, dat luidt als volgt : " In geval van toepassing van artikel 2, § 3, kan de rentesubsidie voor de resterende termijn ook toegekend worden aan de publiekrechtelijke prsoon ".
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993.
Art. 9. De Vlaamse minister bevoegd voor huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 september 1994.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DE BRANDE
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Huisvesting,
N. DE BATSELIER