8 JUNI 1994. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 9 december 1992 houdende toewijzing van de bevoegdheden inzake beheer van of controle op de openbare instellingen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest.
Art. 1-6
Artikel 1. § 1. Het opschrift van het besluit van de Vlaamse regering van 9 december 1992 houdende toewijzing van de bevoegdheden inzake beheer van of controle op de openbare instellingen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest wordt vervangen door het volgende opschrift : " Besluit van de Vlaamse regering houdende toewijzing van de bevoegdheden inzake beheer van of toezicht op de openbare instellingen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest ".
§ 2. De woorden " het administratief toezicht " worden, overal waar ze voorkomen in hetzelfde besluit, vervangen door de woorden " het toezicht ".
Art.2. In artikel 1 van voormeld besluit van de Vlaamse regering worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de 7° worden de woorden " Grote Ondernemingen (FEERR-GO) " vervangen door de woorden " Middelgrote en Grote Ondernemingen (FEERR-MGO) ";
2° in de 8° worden de woorden " K.M.O. (FEERR-KMO) " vervangen door de woorden " Kleine Ondernemingen (FEERR-KO) ";
3° de opsomming wordt als volgt aangevuld :
" 11° het Grindfonds, samen met de Vlaamse ministers bevoegd voor de Landinrichting en het Natuurbehoud en voor de Ruimtelijke Ordening;
12° het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds;
13° het Vlaams Fonds voor de Promotie van de Produkten van de Landbouw, Tuinbouw en Zeevisserij. ".
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een 4°, luidend als volgt :
" 4° het Fonds " Film in Vlaanderen ", samen met de Vlaamse minister bevoegd voor het Economisch Beleid. ".
Art.4. In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt de 4° vervangen door de volgende bepaling :
" 4° het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). ".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994, met uitzondering van artikel 4 dat in werking treedt op de datum van inwerkingtreding van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden.
Art. 6. De leden van de Vlaamse regering zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 juni 1994.
De minister-president van de Vlaamse regering en Vlaamse minister van Economie, KMO, Wetenschapsbeleid, Energie en Externe Betrekkingen,
L. VAN DEN BRANDE
De minister vice-president van de Vlaamse regering en Vlaamse minister van Leefmilieu en Huisvesting,
N. DE BATSELIER
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Binnenlandse Aangelegenheden,
Th. KELCHTERMANS
De Vlaamse minister van Cultuur en Brusselse Aangelegenheden,
H. WECKX
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE
De Vlaamse minister van Verkeer, Buitenlandse Handel en Staatshervorming,
J. SAUWENS
De Vlaamse minister van Tewerkstelling en Sociale Aangelegenheden,
Mevr. L. DETIEGE
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Gezondheidsinstelling, Welzijn en Gezin,
Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER