15 DECEMBER 1993. - Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering wat de toepassingsreglementeringen van uitzendarbeid betreft van artikel 135 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding.
Art. 1-6
Artikel 1. De tarieven voor de gebruikers worden vastgesteld door :
- op de bruto-uurlonen van de uitzendkrachten een coëfficiënt toe te passen, die aangepast kan worden, inzonderheid afhankelijk van de elementen waaruit hij is samengesteld;
- de aanrekening van eventuele met de gebruiker overeengekomen voordelen;
- de aanrekening van bij wet, koninklijk besluit of collectieve arbeidsovereenkomst opgelegde bijkomende lasten en bijdragen.
Art.2. De door de dienst minimaal aan te rekenen coëfficiënt bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld door het beheerscomité van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding op basis van de werkelijke kosten.
Deze coëfficiënt kan door de dienst verhoogd worden rekening houdend met de complexiteit en de bijkomende kosten van de opdracht.
Art.3. Bij overeenkomsten afgesloten in het kader van titel VI van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de tewerkstelling van studenten, met vrijstelling van R.S.Z.-bijdragen overeenkomstig artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, kan de dienst afwijken van het tarief, zoals bepaald in het eerste lid. Het beheerscomité stelt jaarlijks de coëfficiënt vast op basis van de reële kostprijs.
Art.4. <Opheffingsbepaling van BVE 1989-05-03/33 en BVE 1991-06-26/32>
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1992.
Art. 6. De Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.