Details





Titel:

8 SEPTEMBER 1994. - Ordonnantie tot regeling van de drinkwatervoorziening via het waterleidingnet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-03-2014 en tekstbijwerking tot 17-01-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
  Ze wordt vastgesteld met toepassing van artikel 23 van de Grondwet.

Art.2.[1 § 1. Deze ordonnantie is van toepassing op de drinkwatervoorziening als openbare dienst in het Brussels Gewest en ook op de openbare saneringsdienst die wordt verleend door de met de drinkwatervoorziening belaste wateroperator met betrekking tot de in artikel 3 bedoelde algemene of bijzondere voorwaarden.
   § 2. Deze ordonnantie waarborgt voor iedere natuurlijke persoon die verblijft in een voor huisvesting bestemd gebouw waarvoor een aansluiting tot stand is gebracht, het recht op drinkwatervoorziening voor huishoudelijk gebruik.]1
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/04, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.3.[3 De algemene of bijzondere voorwaarden regelen de betrekking van reglementaire aard tussen de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator enerzijds en anderzijds de abonnees, dat wil zeggen de houder(s) van een eigendomsrecht, een recht van vruchtgebruik, gebruik, een recht van bewoning, een recht van opstal, een recht van erfpacht, op een aangesloten gebouw, en/of de watergebruikers gedefinieerd als eenieder die gebruikmaakt van de drinkwatervoorziening en/of de saneringsdienst in een aangesloten gebouw, wat de aansluiting, het abonnement, de levering, de sanering, de opmeting van het verbruik en de wijze van betaling betreft.]3
  [2 De wateroperator belast met drinkwatervoorziening werkt een voorstel van algemene voorwaarden uit die van toepassing zijn op de waterdiensten die hij verleent.
   Over dit voorstel brengt Brugel een voorafgaand advies uit en kan wijzigingen voorstellen. In dit geval deelt zij deze mee aan de wateroperator. Vervolgens beschikt deze over een termijn van dertig dagen om aan zijn oorspronkelijk voorstel alle of een deel van de wijzigingen voorgesteld door Brugel door te voeren. Als deze niet allemaal in overweging genomen worden, rechtvaardigt de wateroperator zijn standpunt aan Brugel in een met redenen omkleed antwoord. Mits inachtneming van dit met redenen omkleed antwoord en eventueel aangebrachte wijzigingen, keurt Brugel de algemene voorwaarden goed. Bij gebrek aan een beslissing van Brugel uiterlijk binnen de dertig dagen volgend op het ontvangst van het met redenen omkleed antwoord, worden de algemene voorwaarden goedgekeurd geacht. De goedgekeurde algemene voorwaarden treden in werking binnen een termijn van zestig dagen vanaf de publicatie van de beslissing van Brugel op haar website, vergezeld van haar voorafgaand advies en desgevallend van het met redenen omkleed antwoord. De wateroperator mag wijzigingen aan de van kracht zijnde algemene voorwaarden voorstellen waarover Brugel een beslissing neemt overeenkomstig de bovenvermelde procedure. Wanneer Brugel op grond van haar eigen waarnemingen, een slechte werking of een weinig efficiënte werking identificeert met betrekking tot de uitvoering van een of andere algemene voorwaarde, kan Brugel wijzigingen aan de van kracht zijnde algemene voorwaarden voorstellen. Het voorstel van Brugel wordt dan voorgelegd aan de wateroperator die zijn algemene voorwaarden moet aanpassen of zijn beslissing moet motiveren om de door Brugel voorgestelde wijzigingen niet te volgen. Mits eventueel overleg tussen Brugel en de operator, worden de algemene voorwaarden uiterlijk binnen de negentig dagen volgend op de ontvangst door de operator van het voorstel van Brugel, goedgekeurd. De wateroperator publiceert de van kracht zijnde algemene voorwaarden op zijn website.]2
  Er mag evenwel niet worden afgeweken van de volgende dwingend voorgeschreven regels :
  1. Elke aanvraag tot aansluiting moet worden ingediend door de houder van een eigendomsrecht, een recht van vruchtgebruik, gebruik, een recht van bewoning, een recht van opstal, een recht van erfpacht, op het onroerend goed of deze moet er uitdrukkelijk mee akkoord gaan. Hij is dus gehouden tot de verplichtingen die uit zijn aanvraag voortvloeien.
  2. [1 Wanneer de gebruiker geen houder is van een zakelijk recht op het aangesloten gebouw, kan de abonnee niet solidair en ondeelbaar verplicht zijn ten aanzien van [4 de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator ]4 om alle door de gebruiker na zijn ingebrekestelling niet betaalde bedragen te betalen, op voorwaarde dat :
   - het gebouw vooraf uitgerust werd met een door de [4 de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator]4 erkende meter per wooneenheid, waarbij de plaatsing van de meter ten laste valt van de eigenaar;
   - [4 hij het bewijs levert dat hij de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator binnen vijftien werkdagen na de wijziging van de bewoner van het goed op de hoogte heeft gebracht van de identiteit van de vertrekkende gebruiker en, in voorkomend geval, de intrekkende gebruiker, door middel van het daartoe door de operator voorziene formulier dat naar behoren is ingevuld en ondertekend, alsook van de meterstand ;]4
   - een ongebruikelijk hoog verbruik niet volgt uit de toestand van de private installaties waarvoor de abonnee verantwoordelijk is.]1
  3. In geval van overgang van het eerder genoemde zakelijk recht, behoren de verkoper en de koper dit aan het distributiebedrijf ter kennis te brengen binnen acht dagen na de verkoopakte. Zo de verkoper en de koper de meterstand niet hebben laten opnemen door een personeelslid van het distributiebedrijf of deze niet gezamenlijk hebben opgemeten, zijn zij hoofdelijk en ondeelbaar gehouden de bedragen te betalen die verschuldigd zijn sedert de laatste opneming van de meterstand naar aanleiding waarvan een factuur is opgemaakt.
  Indien meer dan een persoon houder is van een zakelijk recht op het aangesloten gebouw, zijn deze personen hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk ten opzichte van het distributiebedrijf.
  4. [4 ...]4
  5. Indien er verscheidene verbruikers zijn in eenzelfde gebouw, onverschillig of het om een appartementsgebouw of om een gebouwwencomplex met een gemeenschappelijke meter gaat, is alleen de aangeslotene schuldenaar. De verbruikers moeten er evenwel van op de hoogte worden gehouden dat de aangeslotene verplichtingen ten aanzien van het distributiebedrijf niet nakomt.
  ----------
  (1)<ORD 2014-01-30/23, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-03-2014>
  (2)<ORD 2017-12-15/25, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 12-02-2018>
  (3)<ORD 2021-12-24/04, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
  (4)<ORD 2021-12-24/04, art. 12, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.4.[1 § 1. Onverminderd artikel 38/1, § 2 en § 4, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, dat elke gebruiker die moeilijkheden ondervindt bij het betalen van een factuur de mogelijkheid biedt een afbetalingsplan aan te vragen, maakt elke niet-betaling van een gefactureerd bedrag met betrekking tot het waterverbruik ten vroegste 15 dagen na de vervaldatum van de factuur het voorwerp uit van een herinnering door de met de drinkwatervoorzieningsdienst belaste wateroperator. Bij niet-betaling van het gefactureerde bedrag verstuurt de operator ten vroegste binnen de 15 dagen na de verzending van de herinnering een ingebrekestelling per aangetekende brief. In geval van niet-betaling binnen de in de ingebrekestelling vermelde termijn stelt de operator de gebruiker in kennis van zijn voornemen het OCMW van de gemeente waar de gebruiker gedomicilieerd is, op de hoogte te brengen, met name om hem in staat te stellen de hulp van deze instantie in te roepen bij het onderhandelen over een redelijk afbetalingsplan, alsmede van zijn recht om, per post of elektronisch, binnen tien dagen de mededeling van zijn naam aan het OCMW te weigeren. Deze mededeling aan het OCMW vindt plaats in de vorm van een lijst met de identificatie- en contactgegevens, alsmede de openstaande saldi van de betrokken watergebruikers.
   § 2. In geval van niet-betaling of laattijdige betaling door de ontvanger van de factuur kunnen alleen de vergoedingen worden gevorderd die zijn bepaald in de algemene verkoopvoorwaarden van de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator. Die omvatten met name de vergoedingen voor herinneringen en ingebrekestellingen, die als volgt zijn vastgesteld : 5 euro voor de herinnering en 10 euro voor de ingebrekestelling, en eventuele andere vergoedingen die in de algemene voorwaarden zijn vastgesteld, met dien verstande dat het totaalbedrag van deze vergoedingen beperkt is tot een maximum van 50 euro voor de gehele administratieve en minnelijke invorderingsprocedure van een factuur, ongeacht of deze wordt uitgevoerd door de wateroperator of door een derde.
   In het kader van de minnelijke of gerechtelijke invorderingsprocedure kan er geen enkele andere vergoeding van de gebruiker worden geëist, noch door de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator zelf, noch door een derde.
   De in het eerste lid bedoelde forfaitaire bedragen worden automatisch geïndexeerd op basis van de index van de consumptieprijzen, waarbij de basisindex de recentste is die in 2021 in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd. Het bedrag wordt opnieuw berekend op 1 januari van elk jaar, op grond van de laatste op die datum bekendgemaakte index ; het honderdste deel wordt afgerond naar het hogere honderdste of verwaarloosd, naargelang het al dan niet de helft van een honderdste bedraagt.
   De minnelijke invorderingsprocedure begint wanneer een herinnering wegens niet-betaling wordt verstuurd. Alle facturen die op deze herinnering volgen en waarvoor er ook een betalingsachterstand is, worden aan de lopende invorderingsprocedure toegevoegd. Deze procedure wordt afgesloten hetzij met de volledige betaling van de verschuldigde bedragen, hetzij met de verwijzing naar de bevoegde rechter.]1
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/04, art. 13, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art.5.[1 De met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator mag de overeengekomen levering staken zonder andere vormen dan die voorgeschreven in de algemene en bijzondere voorwaarden in acht te moeten nemen, wanneer water wordt geleverd aan een rechtspersoon, of aan de beoefenaar van een vrij beroep, een handelsactiviteit, een ambacht, een industriële bedrijvigheid, een activiteit van dienstverlenende of administratieve aard, en deze lijst is niet beperkend.
   In afwijking van het eerste lid mag de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator de levering niet eenzijdig onderbreken wanneer de watervoorziening geschiedt ten gunste van door de overheid opgerichte of gesubsidieerde ziekenhuizen, kinderdagverblijven, tehuizen of onderwijsinstellingen en voor zover dit geschiedt ten gunste van de natuurlijke personen die gebruik maken van de door deze instellingen verleende diensten. In voorkomend geval vordert de wateroperator de onderbreking van de leveringen voor het bevoegde gerecht.
   Wanneer het water voor huishoudelijk gebruik wordt geleverd aan een natuurlijke persoon die verblijft of woont in een voor huisvesting bestemd gebouw waarvoor een aansluiting tot stand is gebracht, kan de wateroperator de levering alleen eenzijdig onderbreken in de gevallen die door de Regering zijn bepaald krachtens artikel 38/1, § 3, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid.]1
  ----------
  (1)<ORD 2021-12-24/04, art. 14, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2022>

Art. 6. Deze ordonnantie treedt in werking op 1 november 1994.