30 JUNI 1994. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning of de terugbetaling van de vergoedingen, het presentiegeld, de verblijf- en reiskosten van de leden van het Adviescomité voor het openbaar personenvervoer over de weg.
Art. 1-4
Artikel 1. Het Adviescomité voor het openbaar personenvervoer over de weg wordt hierna het "Comité" genoemd.
Art.2. Voor de toepassing van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten wordt de aan de leden van het Comité toegekende vergoeding wegens reiskosten volgens het voor de ambtenaren van rang 13 vastgestelde tarief berekend op grond van de met hun eigen voertuig werkelijk afgelegde kilometers.
Het hoogste belastbaar vermogen van 7 PK is niet van toepassing op het voertuig van personen die niet tot het Bestuur behoren.
De vergoeding wegens reiskosten is echter alleen verschuldigd aan de leden van het Comité die niet in aanmerking komen voor andere bezoldigingsvormen met hetzelfde voorwerp.
Art.3. Voor de toekenning van een vergoeding wegens verblijfkosten worden de leden van het comité, krachtens het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries, gelijkgesteld met ambtenaren van rang 13.
De vergoeding wegens verblijfkosten is echter alleen verschuldigd aan de leden van het Comité die niet in aanmerking komen voor andere bezoldingingsvormen met hetzelfde voorwerp.
Art. 4. Er wordt presentiegeld ten bedrage van F 5 000 per zittingsdag toegekend aan de voorzitter of, bij diens afwezigheid of verhindering, aan het aangewezen lid dat hem vervangt.
Er wordt eveneens presentiegeld ten bedrage van F 2 500 per zittingsdag aan de gewone of plaatsvervangende leden van het comité toegekend.
Namen, 30 juni 1994.
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Patrimonium en Vervoer,
A. BAUDSON