13 MEI 1994. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 12 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 12-08-1994 en tekstbijwerking tot 10-02-2003)
Art. 1-3
Artikel 1. Een voorschot op de kosten van de medische hulp en van de materiële hulp die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn aan vreemdelingen wordt verleend, en waarvan de lasten door de Staat gedragen worden krachtens artikel 4, 2°, of artikel 5, 2° van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt uitgekeerd aan die bepaalde openbare centra voor maatschappelijk welzijn die daadwerkelijk de hulp hebben verleend en die acute thesaurieproblemen ondervinden ten gevolge van de terugbetalingsprocedure.
De aanvraag om een voorschot wordt bij het verstrijken van een kwartaal ingediend bij behoorlijk gemotiveerd verzoek aan de federale Minister die het maatschappelijk welzijn in zijn bevoegdheid heeft en die beschikt bij gemotiveerde beslissing.
Dit voorschot wordt berekend op basis van de bedragen die door de Staat werden aanvaard na verificatie van kostenstaten ingediend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het bedraagt, voor één kwartaal, 80 % van de bedragen die werden aanvaard voor de kosten van de laatste drie maanden waarvan de rekeningen werden geverifieerd.
Er kan geen voorschot worden toegestaan voor een kwartaal indien het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bij de Staat de kostenstaten met betrekking tot het derde laatste kwartaal niet heeft ingediend.
Een eerste voorschot wordt vereffend in het begin van de maand die volgt op deze waarin de Minister zijn beslissing heeft genomen.
De volgende voorschotten worden vereffend per kwartaal indien telkens een nieuw gemotiveerd verzoek wordt ingediend bij de Minister die het maatschapelijk welzijn in zijn bevoegdheid heeft en die beschikt bij gemotiveerde beslissing.
Art.2. (Opgeheven) <KB 2003-01-30/32, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2002>
Art. 3. (Voorheen artikel 2. Nieuwe nummering bij KB 2000-11-24/39.) Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 mei 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. SANTKIN