25 OKTOBER 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen.
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1989, 24 april 1990, 1 maart 1991, 27 januari 1992 en 23 december 1993, wordt vervangen door het volgende lid :
" Deze inhouding mag niet tot gevolg hebben dat het bedrag van de sociale uitkeringen, beoogt in de eerste alinea, 1°, 2° en 5°, wordt verminderd tot een bedrag lager dan F 20 463 per maand, verhoogd met F 4 091 voor de rechthebbenden met gezinslast en het bedrag van de sociale uitkeringen, beoogd in de eerste alinea, 3° tot een bedrag lager dan F 20 470, verhoogd met F 4 116 voor de rechthebbenden met gezinslast. Deze bedragen worden gekoppeld aan de spilindex 132,13. Ze worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 oktober 1994.
ALBERT Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van Pensioenen,
M. COLLA