23 SEPTEMBER 1994. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van forfaitaire vergoedingen voor verblijfkosten aan het personeel van de inspectie van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-11-1994 en tekstbijwerking tot 21-12-2001).
Art. 1-7
Artikel 1. Aam het personeel van de inspectie van de Controledienst voor de ziekenfondsen wordt een maandelijkse forfaitaire vergoeding van (114,71 EUR) toegekend. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 138,01. <KB 2001-12-04/48, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Zij mag niet worden gecumuleerd met deze voorzien in artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1964, tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries.
Art.2. In geval van doorlopende dienstonderbreking van meer dan vijftien dagen, om andere redenen dan wettelijke feestdagen en normaal verlof, wordt de in artikel 1 bedoelde vergoeding niet toegekend.
Art.3. Aan het personeel van de inspectie van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen wordt daarenboven, wanneer de hun toevertrouwde opdracht de verplichting om buiten huis te overnachten medebrengt, de toeslag voor de nacht, voorzien bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries, toegekend.
Art.4. De vergoeding voorzien bij artikel 1 wordt onderworpen aan het regime van de veranderlijkheid van de wedden van het Rijkspersoneel.
Art.5. Vermits het bedrag van de maandelijkse forfaitaire vergoeding voorzien bij artikel 1 vastgesteld werd rekening houdend met de bedragen van de vergoeding wegens verblijfkosten en van de rondreisvergoeding voorzien bij voornoemd koninklijk besluit van 24 december 1964, zal elke wijziging buiten de verhogingen of verminderingen voortvloeiend uit de toepassing van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, van het een of/en het ander van deze bedragen, een proportionele wijziging meebrengen van het bedrag voorzien bij artikel 1.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 1991.
Art. 7. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 september 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN