8 JUNI 1994. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van voorschrijfdocument betreffende de verstrekkingen van farmaceutische produkten ten behoeve van niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-04-1999 en tekstbijwerking tot 15-10-2019)
Art. 1, 1bis, 2-3
Bijlage.
Art. N1-N2
Artikel 1.§ 1. (Behalve als het gaat om in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden en rechthebbenden die ambulant geneesmiddelen toegediend krijgen in een ziekenhuis, zijn de farmaceutische verstrekkingen, bedoeld in artikel 34, 5°, van de op 14 juli 1994 gecoördineerde wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voorgeschreven op het document "geneesmiddelenvoorschrift". Het model volgt als bijlage 1.) <KB 1999-04-11/39, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1999>
§ 2. Het geneesmiddelenvoorschrift is gedrukt op wit papier en de naam en de voornaam van de voorschrijver evenals zijn identificatienummer bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering zijn in cijfers en in streepjescode erop gedrukt.
Het geneesmiddelenvoorschrift is 20 cm lang en 10,5 cm breed.
§ 3. [1 De voorschrijver vult het voorschrift volledig in en in het daartoe bestemde vak zet hij zijn stempel waarin de gegevens die voorzien zijn door de bepalingen van het eerste en tweede streepje van het eerste lid van artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 houdende vaststelling van de modaliteiten inzake het voorschrift voor menselijk gebruik, leesbaar zijn vermeld.]1
(...) <KB 1999-04-11/39, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1999>
----------
(1)<KB 2015-08-30/07, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-10-2015>
Art. 1bis. (ingevoegd bij <KB 1999-04-11/39, art. 2, Inwerkingtreding : 01-03-1999>) In het bovenste vak van het in artikel 1 bedoelde geneesmiddelenvoorschrift wordt door de apotheker een uniek oplopend volgnummer (, de uitvoeringsdatum) en het identificatienummer van de apotheek aangebracht. De apotheker die geen gebruik maakt van een computer drukt in het voornoemde vak de gegevens af zoals ze bepaald zijn in bijlage 2. <KB 2000-06-26/46, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2000>
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1994.
Art.3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlage.
Art. N1.[1 Bijlage 1. - GENEESMIDDELENVOORSCHRIFT.]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-10-2019, p. 95347)
----------
(1)<KB 2019-10-02/02, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-11-2019>
Art. N2. (ingevoegd bij <KB 1999-04-11/39, art. 2, Inwerkingtreding : 01-03-1999>) Bijlage 2. - SIS-Certificaat
(Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 23-04-1999, p. 13500)