2 FEBRUARI 1994. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 13bis, § 7, tweede lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1970 betreffende het invaliditeitspensioenstelsel voor de mijnwerkers. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-06-1994 en tekstbijwerking tot 11-07-1995.)
Art. 1-3, 3bis, 4
Artikel 1. Het bedrag van de forfaitaire vergoeding, bedoeld in artikel 13bis, § 7, eerste lid van het koninklijk besluit van 19 november 1970 betreffende het invaliditeitspensioenstelsel voor de mijnwerkers, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 februari 1993, wordt door het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers bij een ter post aangetekend en gemotiveerd schrijven ter kennis gebracht van der werkgever die de in § 1 van hetzelfde artikel beoogde verklaring niet binnen de vastgestelde termijn heeft gedaan.
Art.2. De werkgever is ertoe gehouden het hem ter kennis gebrachte bedrag te storten aan het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers binnen een termijn van dertig dagen na de verzending van het aangetekend schrijven, waarvan sprake is in het vorig artikel.
Art.3. Op de bedragen die niet gestort zijn binnen de in het vorig artikel bepaalde termijn, is de werkgever een verwijlintrest verschuldigd van 10 % per jaar, te rekenen van het verstrijken van deze termijn tot op de dag van de betaling.
Art. 3bis. <ingevoegd bij MB 1995-05-19/50, art. 1, Inwerkingtreding : 01-01-1993> Het verzoek om af te zien van de toepassing van de sanctie ingediend door de werkgever binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van het in artikel 1 beoogd aangetekend schrijven, schort de terugvordering op tot wanneer het Beheerscomité van het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers over dit verzoek uitspraak doet.
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1993.
Brussel, 2 februari 1994.
Mevr. M. DE GALAN