5 APRIL 1994. - Koninklijk besluit houdende verhoging van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 2, § 1, eerste lid van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 23 juni 1970, 17 juni 1971, 8 november 1971, 28 februari 1972, 16 maart 1973, 10 juli 1973, 27 december 1973, 11 december 1974, 22 december 1975, 17 september 1976, 22 december 1977, 18 augustus 1980, 21 januari 1983, 10 april 1984, 2 augustus 1985, 1 september 1986, 19 oktober 1988, 12 oktober 1989 en 24 oktober 1990, worden de getallen " 68.500 " en " 91.333 " vervangen door respectievelijk " 69.288 " en " 92.383 ".
Art.2. De bepalingen van artikel 1 worden ambtshalve toegepast :
a) op de personen die op de vooravond van de in werking treding van dit besluit het gewaarborgd inkomen voor bejaarden genieten of die, overeenkomstig artikel 21, § 2 van voornoemde wet van 1 april 1969, gewijzigd bij de wet van 27 juli 1971, het genot van rentebijslag hebben behouden, ingeval van toekenning van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden.
b) op de personen wier recht op de datum van de in werking treding van dit besluit nog dient te worden vastgesteld bij een administratieve beslissing vanaf een datum die deze van de inwerkingtreding van dit besluit voorafgaat.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1994.
Art. 4. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.