25 APRIL 1994. - Koninklijk besluit houdende opname van de diensten van het Ministerie van Onderwijs en het " Ministère de l'Education nationale " in de [federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden] <KB 1994-04-26/38, art. 1>.
Art. 1-9
Artikel 1. De volgende diensten van het Ministerie van Onderwijs en van het " Ministère de l'Education nationale " worden opgenomen in de Diensten van de Eerste Minister - Diensten voor programmatie van het wetenschapsbeleid :
1° de Nationale Dienst voor Congressen;
2° het Bestuur voor de gemeenschapsaangelegenheden en de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat;
3° de cel belast met de nationale aangelegenheden van het Ministerie van Onderwijs;
4° de cel belast met de nationale aangelegenheden van het " Ministère de l'Education nationale ";
Art.2. Behalve de leden van de taalinspectie inzake onderwijs, wordt het personeel van de diensten vermeld in artikel 1, 1° tot 4°, ondergebracht bij het personeel bedoeld in artikel 21, 3°, van het koninklijk besluit van 16 september 1959 houdende statuut van de voorzitter van de Nationale Raad voor wetenschapsbeleid, van de secretaris-generaal en van het personeel van de Diensten voor programmatie van het wetenschapsbeleid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 september 1968.
Art.3. Ieder personeelslid van de in artikel 1, 1°, tot 4°, vermelde diensten behoudt zijn hoedanigheid, zijn graad, zijn administratieve anciënniteit en zijn geldelijke anciënniteit.
Hij wordt bij de Diensten voor programmatie van het wetenschapsbeleid tewerkgesteld in een met zijn graad overeenstemmende betrekking.
Art.4. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 april 1971 houdende oprichting van een buitendienst onder de benaming " Nationale Dienst voor Congressen ", worden de woorden " Er wordt een buitendienst opgericht " vervangen door de woorden " Er wordt, binnen de Diensten voor programmatie van het Wetenschapsbeleid, een dienst opgericht ".
Art.5. In artikel 5 van het koninklijk besluit van 4 maart 1987 houdende oprichting, bij de Ministers van Onderwijs, van " het Bestuur voor de gemeenschapsaangelegenheden en de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat ", worden de woorden " het bestuur is belast " vervangen door de woorden de Diensten voor programmatie van het wetenschapsbeleid zijn belast ".
Art.6. § 1. In artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 17 juni 1992 houdende machtiging aan de Minister die de Nationale Wetenschappelijke en Culturele Instellingen onder zijn bevoegdheid heeft, worden de woorden " bestuursdirecteur, leidend ambtenaar van het Bestuur voor de gemeenschapsaangelegenheden en de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, in het kader van de opdrachten van het bestuur, " vervangen door de woorden " secretaris-generaal van de Diensten voor programmatie van het wetenschapsbeleid ".
§ 2. In artikel 2, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden " het Bestuur voor de gemeenschapsaangelegenheden en de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat op voordracht van de bestuursdirecteur van wie deze ambtenaren afhangen " vervangen door de woorden " de Diensten voor programmatie van het wetenschapsbeleid op de voordracht van de secretaris-generaal van deze Diensten ".
Art.7. Worden opgeheven :
1° artikel 4 van het koninklijk besluit van 29 april 1971 houdende oprichting van een buitendienst onder de benaming " Nationale Dienst voor Congressen ";
2° het koninklijk besluit van 30 april 1971 tot vaststelling van het organiek kader van het personeel van de Nationale Dienst voor Congressen;
3° de artikelen 1 tot 4 en 6 tot 9 van het koninklijk besluit van 4 maart 1987 waarbij de Ministers van Onderwijs, " het Bestuur voor de gemeenschapsaangelegenheden en voor wetenschappelijke inrichtingen van de Staat ", wordt opgericht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 april 1989 en 2 maart 1990.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 9. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Onze Minister van Wetenschapsbeleid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 april 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Wetenschapsbeleid,
J.-M. DEHOUSSE