Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 OKTOBER 1994. - Ministerieel besluit betreffende de toekenning van een premie voor de sanering van de produktie van appelen voor het seizoen 1994-1995. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-11-1994 en tekstbijwerking tot 02-02-1995).



Inhoudstafel:


Art. 1-10
Bijlage.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995016004 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1. Bedrijf : het geheel van de produktie-eenheden op autonome wijze beheerd door één producent en gelegen op het nationaal grondgebied.
  2. Produktie-eenheid : geheel van produktiemiddelen die nodig zijn om één of meerdere land- of tuinbouwspeculaties te bedrijven.
  3. Producent : is de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of groepering van natuurlijke personen of van rechtspersonen of van beide die verantwoordelijk is voor het beheer en de uitvoering van de land- en tuinbouwactiviteiten op één of meerdere produktie-eenheden.
  4. Boomgaard : het totaal van de percelen van het bedrijf die met appelbomen, die geschikt zijn om een normale produktie te geven, minder dan twintig jaar zijn beplant, met een dichtheid van meer dan 400 bomen per hectare en een minimumoppervlakte van 1 ha bestaande uit één of meerdere percelen.
  5. De Dienst Tuinbouw : Dienst Tuinbouw ressorterend onder het Bestuur Land- en Tuinbouw van het Ministerie van Landbouw, Manhattan Office Tower, Bolwerklaan 21, 1210 Brussel.
  6. Rooiwerkzaamheden : werkzaamheden die er in bestaan boomgaarden met appelbomen, andere dan bomen voor de teelt van persappelen voor de ciderbereiding geheel of gedeeltelijk te rooien en niet te herplanten met appelbomen en de bomen na het rooien ongeschikt te maken voor wederaanplanting.

Art.2. De appelproducenten kunnen onder de voorwaarden van dit besluit en van de Verordening 1200/90 van de Raad van 7 mei 1990 en 2604/90 van de Commissie van 7 september 1990 een EEG-premie bekomen voor de door hen uitgevoerde rooiwerkzaamheden in het verkoopseizoen 1994/1995.
  Bij gedeeltelijke rooiwerkzaamheden moeten de betrokken percelen een totale oppervlakte hebben van minstens 1 hectare en in hun geheel worden gerooid. Om aan de minimumoppervlakte van 1 hectare te kunnen voldoen kan evenwel een aaneengesloten gedeelte van een perceel worden gerooid.

Art.3. Het bedrag van de EEG-rooipremie is vastgesteld op :
  - 5 000 ecu per hectare voor boomgaarden die voorwerp zijn van gehele rooiwerkzaamheden;
  - 3 500 ecu per hectare voor boomgaarden die voorwerp zijn van gedeeltelijke rooiwerkzaamheden.
  De omrekening in de nationale munteenheid gebeurt volgens de omrekeningskoers die van kracht is op 1 juli 1994.

Art.4. Om in aanmerking te komen voor de premie voorzien in artikel 2 moet elke appelproducent een aanvraag indienen waarin alle percelen land- en tuinbouwgrond van het bedrijf, worden vermeld.
  Deze aanvraag moet opgesteld worden bij middel van een formulier waarvan het model in bijlage wordt vergezeld van de documenten ter staving, zoals voorzien in vermeld formulier.
  De aanvraag moet behoorlijk ingevuld per aangetekend schrijven uiterlijk op 1 december 1994 met de poststempel als kracht van bewijs, bij de Dienst Tuinbouw, ingediend worden. (De aanvraag kan eveneens ingediend worden tijdens de maand januari 1995). <AM 1995-01-06/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1995>
  De aanvraag bevat de schriftelijke verbintenis om de gehele boomgaard of een gedeelte ervan vóór (1 juli 1995) ineens te rooien of te laten rooien en gedurende 15 jaar af te zien enerzijds van elke heraanplanting van appelbomen op de oppervlakten van het bedrijf die voorwerp zijn van rooiwerkzaamheden en anderzijds van een uitbreiding van de andere met appelbomen beplante oppervlakten van het bedrijf. <MB 1995-01-06/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1995>
  Indien de aanvrager van de premie geen eigenaar is van de met bomen beplante percelen dient bij de aanvraag eveneens de schriftelijke toestemming van de eigenaar(s) van deze percelen, met de rooiwerkzaamheden te worden gevoegd. Deze toestemming van de eigenaar(s) houdt voor hem de verbintenis in om bij verkoop, verpachten of afstand op een andere wijze van de betrokken percelen gedurende de in lid 4 bedoelde periode, de in lid 4 genoemde verplichtingen door elke volgende exploitant te doen overnemen. Indien de aanvrager van de premie tevens eigenaar is van de betrokken percelen geldt dezelfde verbintenis.

Art.5. De Dienst Tuinbouw voert de controle uit op naleving van de voorschriften van de rooiwerkzaamheden. De ambtenaren van de Dienst hebben het recht de controles uit te voeren op de tijdstippen die zij daarvoor het meest geschikt achten.

Art.6. De rooiwerkzaamheden mogen niet aanvangen vóór het indienen van de aanvraag en voor de controle ter plaatse van de te rooien oppervlakte door de in artikel 5 genoemde ambtenaren. De aanvrager wordt uiterlijk twee maanden na de indiening van zijn aanvraag in kennis gesteld van de ontvankelijkheid ervan. De rooiwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen drie maanden na deze kennisgeving en uiterlijk vóór (1 juli 1995). De premieaanvrager moet de bevoegde ambtenaar in kennis stellen van de datum van de rooiwerkzaamheden. <MB 1995-01-06/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1995>
  Na het beëindigen van de rooiwerkzaamheden dienen dezelfde ambtenaren onmiddellijk hiervan in kennis gesteld te worden.

Art.7. Na beëindiging van de rooiwerkzaamheden, wordt door de dienst Tuinbouw nagegaan of ze uitgevoerd zijn overeenkomstig de voorwaarden bepaald in Verordening (EEG) nr 1200/90, 2604/90 en in dit besluit.

Art.8. Het Belgische Interventie- en Restitutiebureau is belast met de uitbetaling van de rooipremie. De premie wordt uiterlijk twee maanden na de in artikel 7 bedoelde vaststelling uitgekeerd.

Art.9. Elke verklaring die na controle geheel of gedeeltelijk vals zou blijken te zijn evenals elke niet nagekomen verbintenis, brengt stopzetting van betaling van de premie en terugvordering van de reeds uitgekeerde bedragen met zich mee. Het bedrag van de terug te betalen bedragen wordt in voorkomend geval, vermeerderd met de wettelijke interest met ingang van de datum van hun betaling. Van de overtreder wordt eveneens een bedrag gevorderd dat gelijk is aan de uitgekeerde rooipremie.

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 24 september 1994.
  Brussel, 19 oktober 1994.
  A. BOURGEOIS

Bijlage.
Art. N. MINISTERIE VAN LANDBOUW. - AANVRAAG EG-ROOIPREMIE. <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 11/11/1994, p. 27995-27997>