Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 DECEMBER 1993. - Ministerieel besluit betreffende de douaneentrepots. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-05-2002 en tekstbijwerking tot 06-05-2013)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Verlenen van de vergunning.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Entrepot van het type B.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Entrepot van het type F.
Afdeling I. - Gemeenten van vestiging.
Art. 4
Afdeling II. - Bestuurscommissie en bijzonder reglement.
Art. 5-12
Afdeling III. - Magazijnrecht.
Art. 13-21
Afdeling IV. - Diverse bepalingen inzake beheer.
Art. 22-28
Afdeling V. - Verlies van goederen.
Art. 29
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 30-31



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1979020509  1980080150 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Verlenen van de vergunning.
Artikel 1. De directeur-generaal der douane en accijnzen of een gewestelijke directeur der douane en accijnzen verleent de vergunning voor het beheren van een entrepot van het type A, B, C of D of tot gebruikmaking van het stelsel van douane-entrepot van het type E.

HOOFDSTUK II. - Entrepot van het type B.
Art.2. <MB 2002-03-15/41, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 03-05-2002> Een entrepot van het type B kan worden vergund op het grondgebied van alle gemeenten van het Koninkrijk.

Art.3. (Opgeheven) <MB 2002-03-15/41, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 03-05-2002>

HOOFDSTUK III. - Entrepot van het type F.
Afdeling I. - Gemeenten van vestiging.
Art.4.[1 Een entrepot van type F is opgericht in de volgende gemeenten :
   Aalst, Aat, Brussel, Charleroi (Gosselies), Doornik, Eupen, Genk, Grâce-Hollogne (Bierset), Herentals, Herve, Hoogstraten (Meer), La Louvière, Mechelen, Menen, Moeskroen, Oostende, Ronse, Roeselare, Sint-Niklaas, Tienen, Turnhout en Welkenraedt.]1
  ----------
  (1)<MB 2013-01-18/15, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 06-05-2013>

Afdeling II. - Bestuurscommissie en bijzonder reglement.
Art.5. Voor ieder entrepot van het type F wordt een bestuurscommissie ingesteld op aanvraag van de betrokken gemeente, van de betrokken andere publiekrechtelijke rechtspersoon of van de betrokken instelling van openbaar nut.
  De bestuurscommissie stelt het bijzonder reglement op en onderzoekt alle aangelegenheden met betrekking tot de werking van het entrepot.

Art.6. Indien geen bestuurscommissie is ingesteld, dan stelt de Minister van Financiën het bijzonder reglement op.

Art.7. § 1. De bestuurscommissie bestaat uit: 1° een lid van de gemeenteraad, aangewezen door de gemeenteraad of een lid aangewezen door de andere publiekrechtelijke rechtspersoon of door de instelling van openbaar nut;
  2° een ambtenaar aangewezen door de directeur-generaal der douane en accijnzen;
  3° de ontvanger.
  § 2. De gemeenteraad of de andere publiekrechtelijke rechtspersoon of instelling van openbaar nut bepaalt de duur van het mandaat als lid van de bestuurscommissie bedoeld in § 1, 1°.
  § 3. De gemeenteraad of de andere publiekrechtelijke rechtspersoon of instelling van openbaar nut deelt aan de directeur-generaal der douane en accijnzen de beslissingen mede getroffen overeenkomstig § 1, 1°, en § 2.

Art.8. De bestuurscommissie wordt voorgezeten door de ambtenaar bedoeld in artikel 7, § 1, 2°.
  De bestuurscommissie stelt haar huishoudelijk reglement op.
  Zij wijst een secretaris aan buiten de bestuurscommissie; de secretaris is belast met haar administratieve taken.

Art.9. De bestuurscommissie kan niet op geldige wijze beraadslagen wanneer niet alle leden aanwezig zijn.
  De beslissingen worden genomen bij eenparigheid van stemmen.
  De beslissingen worden ondertekend door alle leden. Elk van hen ontvangt een origineel exemplaar.

Art.10. Het bijzonder reglement bepaalt inzonderheid: 1° de openingsuren van het entrepot, binnen de door de Minister van Financiën vastgestelde openingsuren van het kantoor waarvan het afhangt;
  2° de in het entrepot toepasselijke politiemaatregelen en maatregelen van inwendige orde;
  3° de goederen welke niet in het entrepot mogen worden opgeslagen.

Art.11. Het bijzonder reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad of aan de andere publiekrechtelijke rechtspersoon of aan de instelling van openbaar nut en vervolgens aan de Minister van Financiën.
  Het wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  Dezelfde regels zijn van toepassing bij wijziging van het bijzonder reglement.

Art.12. De administratie wordt belast met de toepassing van het bijzonder reglement.

Afdeling III. - Magazijnrecht.
Art.13. Een magazijnrecht wordt geheven in de gevallen en volgens de criteria die hierna volgen:
  1° goederen in tijdelijke opslag:
  a) wanneer geheel of gedeeltelijk in de lokalen wordt gelost: kleine zendingen die als zodanig vrijstelling van rechten bij invoer, accijnzen en BTW genieten: vrijstelling;


andere zendingen:per 100 kg brutomassa;
  minimum per collo;
b) wanneer geheel of gedeeltelijk op de loskade of de binnenplaats wordt gelost: per 100 kg brutomassa;
  2° goederen opgeslagen in het entrepot van het type F, andere dan bedoeld onder 1°:
  a) wanneer de goederen worden opgeslagen in een voorbehouden lokaal of op een voorbehouden emplacement: per vierkante meter en per maand;
  b) in de andere gevallen:
  - tractors van alle soorten, automobielen voor personen- of goederenvervoer, chassis voor automobielen, onverpakt ingevoerd: per stuk en per maand;
  - overige goederen: per 100 kg brutomassa en per maand.

Art.14. Van magazijnrechten zijn vrijgesteld: 1° de goederen in beslag genomen wegens misdrijven waarvoor het initiatief tot vervolging aan de administratie behoort;
  2° de goederen waarover de administratie beschikt overeenkomstig de artikelen 85 tot 94 van de algemene wet inzake douane en accijnzen en de goederen waarop de artikelen 214 en 219 van dezelfde wet toepasselijk zijn, op voorwaarde dat zij achteraf niet worden opgehaald door de rechthebbende of dat de opbrengst van de verkoop hem niet wordt toegekend.

Art.15. De gemeenteraad of de andere publiekrechtelijke rechtspersoon of instelling van openbaar nut stelt het tarief van de magazijnrechten vast.
  Het wordt aangeplakt in de lokalen van het entrepot.

Art.16. De betaling van de magazijnrechten geschiedt op de volgende wijze: 1° voor de goederen welke toekomen ter bestemming van de ruimte voor tijdelijke opslag: met zegels die het gemeentebestuur, de andere publiekrechtelijke rechtspersoon of de instelling van openbaar nut, verkoopt en die de aangever op de douanedocumenten moet aanbrengen;
  2° voor de goederen opgeslagen in een entrepot van het type F: tegen kwitantie op het douanekantoor.

Art.17. § 1. Voor de berekening van de magazijnrechten op de goederen bedoeld in artikel 16, 1°, gelden de volgende regels:
  1° de belastbare hoeveelheid goederen wordt volgens de douanedocumenten vastgesteld;
  2° wanneer de hoeveelheid goederen beneden de belastbare eenheid blijft, zijn de magazijnrechten voor een eenheid verschuldigd;
  3° wanneer de hoeveelheid goederen de belastbare eenheid overtreft, wordt een breuk van de eenheid voor een eenheid geteld of weggelaten, naar gelang die breuk al dan niet 50 honderdsten van de eenheid bereikt.
  § 2. Voor de magazijnrechten op de in artikel 16, 2°, bedoelde goederen zijn, benevens de bepalingen van § 1, ook de volgende bepalingen toepasselijk:
  1° de rechten worden geheven per gehele maand, te rekenen van de eerste dag van de maand waarin de opslag is geschied;
  2° in afwijking van het bepaalde in 1°, zijn de magazijnrechten niet verschuldigd voor de maand van de uitslag indien de goederen worden opgeslagen in de loop van een maand en weggehaald vóór de overeenkomstige dag van de volgende maand;
  3° indien de goederen worden overgedragen en door de ontvanger overgeschreven, is de overdrager de magazijnrechten verschuldigd tot de laatste dag van de maand waarin de overdracht plaats heeft;
  4° de magazijnrechten zijn verschuldigd op eventuele tekorten, tenzij de entrepositaris ze door de ambtenaren heeft doen vaststellen;
  5° indien bij een inventarisatie of anderszins een teveel wordt vastgesteld, zijn de magazijnrechten daarop verschuldigd van de eerste dag van de periode waarvoor de magazijnrechten nog dienen te worden berekend.

Art.18. § 1. De betaling van de magazijnrechten moet geschieden: 1° voor de voorbehouden lokalen en voorbehouden emplacementen: vooraf;
  2° in de andere gevallen: bij het verstrijken van elk kwartaal.
  § 2. Wanneer de entrepositaris in de gevallen van § 1, 2°, geen andere goederen meer in het entrepot heeft die kunnen dienen als pand voor het bedrag van de verschuldigde magazijnrechten, mogen die rechten worden geëist bij de weghaling of bij een door de ontvanger overgeschreven overdracht.

Art.19. § 1. Bij het verstrijken van elk kwartaal, bezorgt de ontvanger aan de entrepositaris de rekening van de verschuldigde rechten.
  § 2. Deze rekening moet worden betaald binnen zes werkdagen na de dagtekening, zoniet wordt artikel 14 van de wet van 29 december 1992 betreffende de douane-entrepots van toepassing.
  § 3. Het indienen van een bezwaarschrift schort de opeisbaarheid van de rechten niet op.

Art.20. De ontvanger geeft de ten onrechte geïnde magazijnrechten terug.

Art.21. Uiterlijk de vijfde van de maand na ieder kwartaal, maakt de ontvanger aan de gemeente, aan de andere publiekrechtelijke rechtspersoon of aan de instelling van openbaar nut, de opbrengst over van de magazijnrechten geïnd tijdens het afgelopen kwartaal, na afhouding van:
  1° de sommen teruggegeven krachtens artikel 20;
  2° de uitgaven voor onderhouds- en herstellingswerken aan de lokalen, uitgevoerd op last van de administratie overeenkomstig artikel 8 van de wet van 29 december 1992 betreffende de douane-entrepots.

Afdeling IV. - Diverse bepalingen inzake beheer.
Art.22. Hij die goederen heeft aangegeven voor een entrepot van het type F en er daarna over wil beschikken om ze een andere geoorloofde bestemming te geven, kan van de ontvanger vrijstelling van inslag verkrijgen.

Art.23. Bij inslag in entrepot worden de goederen op een rekening ingeschreven op naam van de entrepositaris, met eventuele vermelding van de naam van zijn gemachtigde.
  In geval van afstand van de goederen binnen het entrepot, verricht de ontvanger de overschrijving in de rekeningen.
  De overnemer is van dan af entrepositaris.

Art.24. Een bewijs van ontvangst van de goederen wordt door de ontvanger afgegeven aan de entrepositaris die erom verzoekt.

Art.25. Bij uitslag uit het entrepot mogen de goederen alleen worden afgegeven aan de entrepositaris.

Art.26. De opgeslagen goederen moeten met zorg gestuwd en afzonderlijk gerangschikt worden volgens hun herkomst of hun oorsprong op de wijze aangeduid door de ontvanger of in het bijzonder reglement.

Art.27. Ingeval een deel van de goederen op naam van een derde wordt overgeschreven, moet het overgedragen gedeelte van het overige gescheiden en afzonderlijk gestuwd worden.

Art.28. De kosten van lossen, laden en uitpakken zijn ten laste van de entrepositaris. Deze moet voor die verrichtingen het nodige personeel ter beschikking stellen.

Afdeling V. - Verlies van goederen.
Art.29. § 1. Op de hoeveelheden in een douane-entrepot opgeslagen goederen wordt een vermindering verleend ten belope van de hoeveelheden die tijdens de opslag verloren zijn gegaan ingevolge een natuurlijke oorzaak, zoals verdamping, lekkage en intering.
  Voor de hierna vermelde goederen wordt die vermindering evenwel beperkt tot het ernaast vermelde percentage per jaar berekend over het aantal maanden dat zij werden opgeslagen:
  1° voor alcohol, gedistilleerde dranken, likeuren en wijn, opgeslagen in houten vaten: 4,5 pct;
  2° voor alcohol, gedistilleerde dranken en likeuren, opgeslagen los of in andere verpakkingen dan houten vaten, die niet bestemd zijn voor de verkoop in het klein: 0,5 pct;
  3° voor wijn, opgeslagen los of in andere verpakkingen dan houten vaten, die niet bestemd zijn voor de verkoop in het klein: 1 pct;
  4° voor vloeibaar petroleumgas: 2 pct;
  5° voor benzine en kerosine: 0,55 pct;
  6° voor benzol, toluol, xylol, soortgelijke produkten in de zin van aantekening 2 op hoofdstuk 27 van het Gemeenschappelijk douanetarief, waarbij ten minste 65 pct van hun volume overdistilleerd bij 250°C of lager (mengsels van benzine en van benzol daaronder begrepen), benzeen, tolueen, xyleen en vinylchloride: 0,55 pct;
  7° voor gasolie en zware stookolie: 0,2 pct.
  § 2. Voor het bepalen van het aantal maanden opslag, wordt de maand van inslag en de maand van uitslag of de maand waarin een behandeling heeft plaatsgevonden die tot gevolg heeft dat de goederen niet meer in een toestand zijn waarin natuurlijke verliezen kunnen ontstaan, telkens voor een volle maand gerekend.
  § 3. De verliezen bedoeld in § 1 worden aangetekend in de voorraadadministratie:
  1° in de publieke entrepots: bij de jaarlijkse voorraadopneming op 31 december;
  2° in de particuliere entrepots: bij elke voorraadopneming en alleszins bij het verstrijken van de termijn voor het overleggen van de voorraadstaat.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.30. Het ministerieel besluit van 5 februari 1979 betreffende de douane-entrepots gewijzigd bij het ministerieel besluit van 10 juli 1989 en het ministerieel besluit van 1 augustus 1980 betreffende de tijdelijke opslag gewijzigd bij het ministerieel besluit van 9 februari 1987 worden opgeheven.

Art. 31. De bestaande bestuurscommissies blijven behouden tot 31 december 1994.
  Brussel, 24 december 1993.
  Ph. MAYSTADT