Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

11 JULI 1994. - Wet tot wijziging van de nieuwe gemeentewet met het oog op de versterking van de gemeentelijke democratie.



Inhoudstafel:


Art. 1-20



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de nieuwe gemeentewet wordt een artikel 12bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 12bis. Het raadslid dat wegens een handicap niet zelfstandig zijn mandaat kan vervullen, kan zich voor de uitoefening van dit mandaat laten bijstaan door een vertrouwenspersoon gekozen uit de gemeenteraadskiezers, die aan de verkiesbaarheidsvereisten voor het mandaat van gemeenteraadslid voldoen, en die geen lid is van het gemeentepersoneel, noch van het personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de betrokken gemeente.
  Voor de toepassing van het eerste lid bepaalt de Koning de criteria tot vaststelling van de hoedanigheid van een raadslid met een handicap.
  Bij het verlenen van de bijstand krijgt de vertrouwenspersoon dezelfde middelen ter beschikking en heeft hij dezelfde verplichtingen als het raadslid. Hij heeft evenwel geen recht op presentiegeld. "

Art.2. Artikel 71, 6°, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 6° degenen die personeelslid zijn van of een toelage of wedde ontvangen van de gemeente, met uitzondering van de vrijwillige brandweerlieden. "

Art.3. Artikel 80, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De gemeenteraadsleden, de vertrouwenspersonen bedoeld in artikel 12bis, de burgemeesters en de schepenen leggen, alvorens hum ambt te aanvaarden, de volgende eed af :
  " Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk. "

Art.4. Artikel 84 van dezelfde wet, waarvan de huidige tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld als volgt :
  " § 2. De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van de akten en stukken betreffende het bestuur van de gemeente onder de voorwaarden bepaald in het door de raad opgestelde reglement van orde. Het reglement bepaalt eveneens de voorwaarden waaronder de gemeentelijke instellingen en diensten toegankelijk zijn.
  De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.
  § 3. De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Het reglement van orde bepaalt de voorwaarden waaronder dit recht wordt uitgeoefend. "

Art.5. Artikel 85 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 85. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen, en ten minste tienmaal per jaar. "

Art.6. Artikel 87 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 87. § 1. Behalve in spoedeisende gevallen geschiedt de oproeping schriftelijk en aan huis, ten minste zeven vrije dagen vóór de dag van de vergadering; zij vermeldt de agenda. Deze termijn wordt evenwel tot twee vrije dagen teruggebracht voor de toepassing van artikel 90, derde lid.
  De agendapunten dienen voldoende duidelijk omschreven te zijn.
  § 2. Voor elk agendapunt worden alle stukken die erop betrekking hebben ter plaatse ter inzage gelegd van de leden van de gemeenteraad vanaf het verzenden van de agenda.
  Het reglement van orde bedoeld in artikel 91 kan voorschrijven dat de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaren, aan de raadsleden die erom verzoeken technische inlichtingen verstrekken over in het dossier voorkomende stukken; in dat geval worden in het reglement van orde tevens de nadere regels bepaald voor het verstrekken van die technische inlichtingen. "

Art.7. In dezelfde wet wordt een artikel 87bis ingevoegd luidende :
  " Art. 87bis. Plaats, dag, tijdstip en agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad worden ter kennis gebracht van het publiek door aanplakking aan het gemeentehuis, binnen dezelfde termijnen als die vermeld in de artikelen 87, 96 en 97, derde lid, met betrekking tot de bijeenroeping van de gemeenteraad.
  De pers en belangstellende inwoners van de gemeente worden, op hun verzoek en binnen een nog lopende termijn, op de hoogte gesteld van de agenda van de gemeenteraad, eventueel tegen betaling van een vergoeding die niet meer mag bedragen dan de kostprijs. Die nog lopende termijn geldt niet voor de punten die aan de agenda worden toegevoegd na het verzenden van de oproeping overeenkomstig artikel 87.
  Het reglement van orde kan nog andere wijzen van bekendmaking voorschrijven. "

Art.8. In artikel 89, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 19 juli 1991, wordt het woord " vijf " vervangen door " zeven ".

Art.9. Artikel 91 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 91. De gemeenteraad neemt een reglement van orde aan.
  Behalve de bepalingen die er op basis van de onderhavige wet in opgenomen moeten worden, kan dit reglement bijkomende maatregelen bevatten in verband met de werking van de raad. "

Art.10. Artikel 92, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 24 mei 1991, wordt aangevuld als volgt :
  " 5° op te treden als raadsman van een personeelslid in tuchtzaken;
  6° op te treden als afgevaardigde of technicus van een vakbond in een onderhandelings- of overlegcomité van de gemeente. "

Art.11. Artikel 93 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 93. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar.
  Onder voorbehoud van artikel 96 kan de gemeenteraad, met een tweederde meerderheid van de aanwezige leden, in het belang van de openbare orde en op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid beslissen dat de vergadering niet openbaar is. "

Art.12. Artikel 94 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 94. De vergadering van de gemeenteraad is niet openbaar wanneer het om personen gaat.
  Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter terstond de behandeling in besloten vergadering. "

Art.13. Artikel 95 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 95. Uitgezonderd in tuchtzaken kan de besloten vergadering slechts plaatsvinden na de openbare vergadering.
  Wanneer tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken. "

Art.14. Artikel 96, vierde lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 mei 1989, wordt opgeheven.

Art.15. Artikel 97, derde lid, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  " Elk voorstel dat niet op de agenda voorkomt, moet uiterlijk vijf vrije dagen vóór de vergadering overhandigd worden aan de burgemeester of aan degene die hem vervangt; het moet vergezeld zijn van een verklarende nota of van elk document dat de raad kan voorlichten. Van deze mogelijkheid kan geen gebruik worden gemaakt door een lid van het college van burgemeester en schepenen.
  De burgemeester of degene die hem vervangt, deelt de aanvullende agendapunten onverwijld mee aan de leden van de raad. "

Art.16. Artikel 100 van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 24 mei 1991, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 100. Onverminderd het vierde lid stemmen de leden van de gemeenteraad mondeling.
  Het reglement van orde kan een regeling invoeren die gelijkwaardig is met een mondelinge stemming. Als dusdanig worden beschouwd de mechanisch uitgebrachte naamstemming en de stemming bij zitten en opstaan of bij handopsteking.
  Ongeacht de bepalingen van het reglement van orde wordt er mondeling gestemd telkens als een derde van de aanwezige leden hierom verzoekt.
  Alleen de voordrachten van kandidaten, benoemingen tot ambten, terbeschikkingstellingen, preventieve schorsingen in het belang van de dienst, en tuchtstraffen geschieden bij geheime stemming en eveneens bij volstrekte meerderheid van stemmen.
  De voorzitter, voor zover hij lid is van de raad, stemt het laatst.
  Het voorgaande lid is niet toepasselijk bij geheime stemming. "

Art.17. Artikel 108 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 17 oktober 1990, wordt aangevuld met het volgende lid :
  " De ondertekening van de notulen van de gemeenteraad geschiedt binnen een maand na de goedkeuring ervan door de gemeenteraad. "

Art.18. In dezelfde wet wordt een artikel 108bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 108bis. De notulen vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waaromtent de gemeenteraad geen beslissing genomen heeft. Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. "

Art.19. Artikel 120 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 120. § 1. De gemeenteraad kan in zijn midden commissies oprichten die als taak hebben de besprekingen in de gemeenteraadszittingen voor te bereiden.
  De mandaten van lid van iedere commissie worden evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld; geacht worden een fractie te vormen de gemeenteraadsleden die op een zelfde lijst verkozen zijn of die verkozen zijn op lijsten die onderling verenigd zijn om een fractie te vormen; het reglement van orde, bedoeld in artikel 91, bepaalt de nadere regelen voor de samenstelling en de werkwijze van de commissies.
  De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.
  § 2. De gemeenteraad benoemt de leden van alle commissies die verband houden met het bestuur van de gemeente, alsmede de vertegenwoordigers van de gemeenteraad in de intercommunales en in de andere rechtspersonen waarvan de gemeente lid is. Hij kan die mandaten intrekken. "

Art. 20. In dezelfde wet wordt een artikel 120bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 120bis. Wanneer de gemeenteraad adviesraden instelt, regelt hij de samenstelling ervan naar gelang van hun taken en bepaalt hij de gevallen waarin raadpleging van die adviesraden verplicht is.
  Hij stelt hun de middelen ter beschikking die nodig zijn voor het vervullen van hun taak. "
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 11 juli 1994.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken,
  L. TOBBACK
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  M. WATHELET