Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 NOVEMBER 1994. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage ter vereffening van een achterstallig bedrag aan sommige ambtenaren in de rijksbesturen.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995003096  1995003097 



Artikels:

Artikel 1. Een toelage ter vereffening van een achterstallig bedrag wordt toegekend :
  1° aan de vastbenoemde Rijksambtenaren in de federale ministeries;
  2° aan de vastbenoemde ambtenaren van de federale instellingen van openbaar nut, onderworpen aan het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
  1° " jaarwedde " : de wedde of het loon, de eventuele haard- of standplaatstoelage inbegrepen;
  2° " volledige prestaties " : de prestaties waarvan de uurregeling een normale beroepsactiviteit volkomen in beslag neemt.

Art.3. § 1. Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren bedoeld in artikel 1, die titularis zijn van een graad van niveau 4, 3 of 2 die, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit houdende vaststelling van de nieuwe personeelsformatie van de bestuurlijke eenheid tot dewelke zij behoren, een eerste bevordering verkrijgen in toepassing van het koninklijk besluit van 14 september 1994 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4.
  § 2. In afwijking van § 1, worden de ambtenaren, die een eerste automatische bevordering door verhoging in weddeschaal bekomen, die niet onderworpen is aan de vacantverklaring van een betrekking, uitgesloten van het voordeel van de in artikel 4 vastgestelde toelage.
  § 3. In afwijking van § 1, worden de ambtenaren van niveau 2 die geslaagd zijn in het examen voor verhoging in weddeschaal met het oog op de toekenning van de laatste weddeschaal van rang 20, uitgesloten van het voordeel van de in artikel 4 vastgestelde toelage.

Art.4. § 1. Het bedrag van de toelage is gelijk aan het verschil tussen de door de ambtenaar bij zijn eerste bevordering verkregen jaarwedde en de jaarwedde, dewelke hij genoot in toepassing van de in bijlage II van het koninklijk besluit van 14 september 1994 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4, vermelde conversietabel.
  § 2. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries, geldt eveneens voor de toelage ter vereffening van een achterstallig bedrag.
  Zij wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.

Art.5. § 1. De belanghebbende bekomt het volledig bedrag van de in artikel 4 bepaalde toelage voor zover hij zich gedurende het ganse jaar dat aan zijn bevordering voorafgaat, in de volgende voorwaarden bevindt :
  1° als titularis van een ambt met volledige prestaties, het volledig voordeel van zijn geïndexeerde jaarwedde heeft genoten;
  2° de administratieve voorwaarden vervult met betrekking tot de administratieve stand, beoordeling en anciënniteit, vastgesteld in artikel 75, § 3, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel.
  § 2. Wanneer de belanghebbende als titularis van een ambt met volledige prestaties niet het volledig voordeel van de in § 1 bedoelde wedde heeft genoten, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van het bedrag dat hij werkelijk heeft ontvangen.
  § 3. In afwijking van § 1, wordt, wanneer de eerste bevordering vóór 1 januari 1995 wordt toegekend, het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van het aantal volledige maanden verlopen tussen 1 januari 1994 en de datum van de bevordering.
  § 4. Wanneer de belanghebbende niet alle bij § 1, 2°, gestelde voorwaarden vervulde, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van het aantal volledige maanden tijdens dewelke hij zich werkelijk in alle vereiste administratieve voorwaarden bevond.

Art.6. _ § 1. Het recht op de toelage wordt geopend de dag dat de ambtenaar zich in de vereiste administratieve voorwaarden bevindt voor de bevordering.
  § 2. De toelage ter vereffening van een achterstallig bedrag wordt in éénmaal betaald uiterlijk de derde maand volgend op de eerste bevordering van de belanghebbende.

Art.7. Onder voorbehoud van het recht van de belanghebbenden om de geschillen die kunnen rijzen te laten beslechten door de bevoegde rechtscolleges, regelt de voor Ambtenarenzaken bevoegde Minister, na adiëring door de minister onder wiens gezag de belanghebbende staat, de moeilijkheden van administratieve aard die ten gevolge van de toepassing van de voorgaande bepalingen kunnen ontstaan.

Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1995.

Art. 9. Onze Ministers en Onze Staatssecretaris zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 29 november 1994.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Begroting,
  H. VAN ROMPUY
  De Minister van Ambtenarenzaken,
  J. VANDE LANOTTE