5 AUGUSTUS 1994. - Ministerieel besluit betreffende de toekenning van financiële hulp van de Staat aan de gemeenten.
Art. 1-6
Artikel 1. Ten laatste op 15 oktober van elk begrotingsjaar richt het college van burgemeester en schepenen een vraag naar de provinciegouverneur tot toekenning van een toelage voor de verwerving van materiaal dat in de nomenclatuur wordt vermeld.
De gemeente bepaalt vrij het bedrag van de toelage waarop ze een beroep wenst te doen voor de uitvoering van een bepaalde opdracht voor zover het bedrag van de gevraagde tegemoetkoming noch het bedrag van het bij koninklijk besluit vastgesteld plafond, noch a priori het bedrag van de beschikbare toelage overschrijdt.
Art.2. Bij deze aanvraag worden volgende documenten gevoegd (eensluidend verklaard afschrift) :
- verantwoordingsstukken betreffende andere dan onderhandse opdrachten (o.m. gedetailleerd bestek, offerte-aanvraag, offerten, proces-verbaal van de opening, aanwijzing van een aannemer, ondertekende bestelbon);
- eventuele rechtvaardiging van het aanwenden van een opdracht die in elke andere vorm dan die van de openbare aanbesteding gegund werd;
- alle andere documenten waaruit blijkt dat de gemeente de betalingsvoorwaarden vervult en dat het bestelde materiaal overeenstemt met de technische specificaties die de Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt;
- betaalde factuur.
Indien de aankoop door middel van een financieringshuur gebeurt, dient bij de aanvraag eveneens een afschrift van de financieringshuurovereenkomst te worden gevoegd.
Art.3. De gouverneur beschikt over een termijn van 15 dagen vanaf de ontvangst van de aanvraag, om na te gaan of het door de gemeenteoverheden ingediende dossier op alle punten aan de bepaalde voorwaarden voldoet en opgesteld werd overeenkomstig de van kracht zijnde wetgeving, inzonderheid wat het gunnen van overheidsopdrachten betreft.
Art.4. Ten laatste op 30 november van elk begrotingsjaar laat de gouverneur het departement van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, zijn beslissing in dubbel exemplaar, tot verlenen van de toelage geworden. In deze beslissing moeten de volgende gegevens worden vermeld :
- hoeveelheid en type van het materiaal;
- verwijzing naar de rubriek in de nomenclatuur;
- nummer, datum en bedrag van de factuur;
- naam van de leverancier;
- wijze van financiering;
- eventueel of de factuur tijdens de voorafgaande begrotingsjaren reeds werd ingediend;
- eventuele mede-eigenaars;
- verklaring van gelijkvormigheid van het dossier met de gestelde eisen;
- bedrag van de verleende toelage, afgerond naar boven wanneer het decimaal 0,5 frank bedraagt, en omgeslagen per begrotingsjaar;
- begrotingsjaar (of -jaren) waarop de aanvraag betrekking heeft.
De gouverneur brengt de gemeenteoverheden onmiddellijk op de hoogte van zijn beslissing.
Art.5. Het college van burgemeester en schepenen heeft het recht bij de Minister van Binnenlandse Zaken bezwaar in te dienen tegen de beslissing waarbij de gouverneur weigert een toelage te verlenen. Dit bezwaarschrift moet met een ter post aangetekende brief naar de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie worden gestuurd.
Het moet met redenen omkleed zijn en gestaafd met alle nuttige bewijsmiddelen.
De beslissing van het departement wordt onmiddellijk aan de provinciegouverneur en de betrokken gemeenteoverheid medegedeeld.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 5 augustus 1994.
L. TOBBACK