Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 MEI 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1965042101 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 5 van het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 augustus 1981 en 19 november 1991, wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Tijdens de periodes van verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen, of van verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid, wordt de wetenschappelijke anciënniteit verminderd naar rata van de niet verrichte prestaties. Ze wordt berekend overeenkomstig de bepalingen die de dienstanciënniteit regelen van de personeelsleden aan wie toegestaan werd hun ambt met verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid uit te oefenen. "

Art.2. Artikel 7, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 februari 1988, wordt vervangen door de volgende tekst :
  " 1° Belg zijn indien de uit te oefenen betrekking al dan niet rechtstreeks deelneming aan de uitoefening van openbaar gezag inhoudt en werkzaamheden omvat strekkende tot bescherming van de algemene belangen van de Staat, ofwel, in de overige gevallen, Belg zijn of onderdaan van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen; "

Art.3. Artikel 11, 1°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 november 1991, wordt vervangen door de volgende tekst :
  " 1° ten minste zijn tweede mandaat voleindigd hebben overeenkomstig artikel 10, of ten minste 7 904 uur gepresteerd hebben voor de personeelsleden die verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen verkregen hebben of aan wie toegestaan werd afwezig te zijn wegens persoonlijke aangelegenheid; "

Art.4. De leden van het wetenschappelijk personeel die voor een mandaat benoemd zijn en die, op de datum van het van kracht worden van dit besluit, een verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen hebben verkregen of die toestemming hebben verkregen om afwezig te zijn wegens persoonlijke aangelegenheid, blijven onderworpen aan de bepalingen die op hen van toepassing waren.

Art. 5. Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 30 mei 1994.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Ambtenarenzaken,
  L. TOBBACK