9 MEI 1994. - Koninklijk besluit betreffende het minimumaantal betrekkingen van de organieke formatie van de politieambtenaren van de gemeentepolitie.
Art. 1-5
Artikel 1. De organieke formatie van de politieambtenaren van elk korps van gemeentepolitie voorziet een aantal betrekkingen ten minste gelijk aan de in artikel 2 van dit besluit bedoelde minimale veiligheidsnorm, verhoogd met 10 %.
Art.2. Het vereiste aantal politieambtenaren om aan de minimale veiligheidsnorm te voldoen, wordt voor elke gemeente volgens de volgende formule berekend :
log (Y) = - 3,40 + 0,09 .log (Xa) - 0,36 .log (Xb) + 0,28 .log (Xc) - 1.60 .log (Xd) + 0,09 .log (Xe) + 0,16 .log (Xf) + 0,32 .log (Xg).
Voor de toepassing van deze formule wordt beschouwd als :
Y : het aantal politieambtenaren per 1 000 inwoners;
Xa : het aantal binnen de gemeente geregistreerde misdagen en wanbedrijven per 1 000 inwoners;
Xb : het percentage jongeren onder de 20 jaar dat in de gemeente zijn woonplaats heeft in verhouding tot de totale bevolking;
Xc : het percentage van de beroepsbevolking dat binnen de gemeente in de handel en horeca tewerkgesteld is;
Xd : de niet-centrumindex voor de schoolbevolking, nl. de verhouding tussen de totale schoolbevolking in de gemeente en het gedeelte hiervan dat elders school loopt;
Xe : het aantal verkeersongevallen die fysieke schade hebben veroorzaakt per km2 binnen de gemeente;
Xf : het aantal personen per duizend inwoners dat in de gemeente het bestaansminimum geniet;
Xg : het gemiddelde kadastrale inkomen per inwoner in de gemeente.
Indien het aldus bekomen resultaat van de berekening bestaat uit een decimaal gelijk aan of meer dan 5, wordt het afgerond naar de hogere eenheid.
Art.3. Deze minimale veiligheidsnorm wordt voor de eerste keer berekend, op basis van de gegevens van :
Y : NIS, bevolkingsstatistieken betreffende 1991;
Xa : statistieken van de rijkswacht SEJ 551, criminaliteit geregistreerd betreffende 1990;
Xb : NIS, bevolking van het rijksregister op 1 januari 1991;
Xc : NIS, volks- en woningtelling van 1981, werkende beroepsbevolking naar geslacht en bedrijfsafdeling;
Xd : NIS, berekeningen op basis van de volkstelling van 1981;
Xe : NIS, verkeersongevallen op de openbare weg met doden of gewonden, cijfers betreffende 1989;
Xf : Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu, de cijfers betreffende 1991;
Xg : NIS, statistieken 24652, de cijfers betreffende 1990.
Voor iedere gemeente zal de minimale veiligheidsnorm om de vijf jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit herberekend worden, op basis van de laatste gegevens gepubliceerd door de bovengenoemde bronnen.
Bovendien kan een gemeente op ieder tijdstip de herberekening van haar minimale veiligheidsnorm vragen.
Art.4. Dit besluit is niet van toepassing op de steden Antwerpen, Charleroi, Gent, Luik en de 19 gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 mei 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
L. TOBBACK